Joaquin Sabina

Altijd maar dat bloedende hart

Joaquin Sabina

Wat voor man woont er in Joaquin Sabina? Ramón Gielings kabbelende documentaire schetst een weinig indringend portret van de Spaanse zanger.

Is Joaquin Sabina te barok voor noorderlingen? De dichtende zanger of zingende dichter wordt in Spanje en Zuid-Amerika aanbeden door een schare fans, maar in Nederland is hij onbekend. Zijn romantische liedjes, waarin de liefde altijd eenzaam ronddwaalt en er nog eens en nog eens wordt ingeschonken, hebben een ontvlambaar gemoed nodig. Het zijn liedjes waarin “het bloed in galop door mijn aderen” gaat en “een zandstorm in het hart” woedt. Vergeleken bij Sabina is Huub van der Lubbe een Hollandse droogstoppel. Probeer hier maar eens overheen te komen Huub: “Al snel zag ik mezelf terug als de hond van niemand, jankend aan de poort van de hemel.” Dat is toch van een andere orde dan: “Een bloedend hart, heb ik dat nou; een bloedend hart, alleen om jou.”

Enfin, het ontbreekt Sabina niet aan een duister romantisch levensgevoel. Het leidde in 2001 bijna tot zijn dood toen drank en cocaïne eindigden in een hersenbloeding. Het herstel ging gepaard met depressies en de ex-wildebras trok zich terug in zijn appartement. Sabina dunde de feestkring rond hem – vrienden, kennissen, collega’s, maar ook klaplopers, uitvreters, druggebruikers en hoeren – drastisch uit. In zijn ruige jaren had Sabina half Madrid als teken van gastvrijheid de sleutel van zijn appartement gegeven. Dat was nu afgelopen. Er kwam een nieuw slot op de deur als symbool van zijn nieuwe, rustiger leven. In Sabina’s eigen woorden: “Ik leef meer bespiegelend, meer in stilte.”

Kunstzinnige heer
U zou hier waarschijnlijk nooit iets over Sabina hebben gelezen als Ramón Gieling, die al jaren in Spanje woont, geen film over hem zou hebben gemaakt. Gieling raakte gefascineerd door Sabina’s teksten en wilde de maker ervan portretteren. Het moest niet zomaar een biografische documentaire worden, want Gieling, die we kennen van de Johan Cruijff-hommage En un momento dado is een kunstzinnige heer van stand. Gieling liet Sabina’s vroegere appartement nabouwen en nodigde vervolgens Sabina’s (ex-)vrienden en collega’s uit herinneringen aan hem te op te halen. Het resultaat is een meanderende, weinig indringende film. Men herinnert zich de goede oude tijd – de jaren tachtig en negentig – toen het altijd open huis was bij Sabina. Er werd gezongen, gedronken en gesnoven en niemand dacht aan de dood. Dat waren nog eens tijden!

Over Sabina zelf komen we weinig te weten. Zijn (vrijwillige) ballingschap in Londen tijdens het Franco-regime komt nauwelijks ter sprake. In de schaarse fragmenten waarin hij zelf aan het woord komt, neemt Sabina de pose aan van de grote romanticus, die het leven altijd intens beleeft. Het pleit voor Gieling dat hij ook iets van zijn egocentrisme en machismo laat zien. “Voor een links iemand houdt hij er vreemde opvattingen over vrouwen op na”, zegt een vrouw. Sabina lijkt vooral van Sabina te houden, maar gelukkig laat Gieling ook veel van zijn muziek horen, zoals het aangrijpende lied ‘De purisima y oro’ over het banale leven onder Franco’s dictatuur: “De Nationale Politie was al langs geweest en had mevrouw Cibeles geschoren / En het gewone volk hervatte de dagelijkse bezigheden.”


Joaquin Sabina wordt voorafgegaan door de amusante korte documentaire De wereld als verzameling, waarin documentairemaker Koert Davidse een obsessieve verzamelaar van (kranten)foto’s portretteert.