Inside
OneDafoeshow

Inside
Willem Dafoe is volledig op zichzelf aangewezen als kunstdief Nemo, die bij een mislukte kraak vast komt te zitten in een luxe penthouse vol moderne kunst, maar zonder eten.
Afgelopen februari schreef ik over de opvallend grote hoeveelheid films in het programma van de Berlinale waarin personages in hun eentje ergens vast komen te zitten. Een weerslag van de corona-lockdowns, uiteraard, ook al ging geen van de films daar expliciet over. Maar het beste voorbeeld ervan in het festivalprogramma besprak ik toen niet: het thrillerachtige Inside van Vasilis Katsoupis, met Willem Dafoe als kunstdief die vast komt te zitten in een penthouse vol moderne kunst.
Inside is zo goed als een onemanshow voor Dafoe als kunstrover Nemo. De film opent met een minimalistisch in beeld gebrachte kraak op een luxe appartement vol peperdure moderne kunst. De eigenaar is een architect die enkele maanden in Kazachstan zit – fout geld, lijkt de implicatie. Foute kunst ook, hier en daar; Nemo doet zelfs even “tsk” bij een pompeus, manshoog fotoportret van de kunstenaar en zijn dochter in hun eigen woonkamer (de foto werd gemaakt door Katsoupis zelf).
Doelwit van de inbraak zijn twee werken van Egon Schiele, plus nog een handvol snuisterijen. Alles loopt op rolletjes, totdat dat ineens niet meer zo is, en plotseling zit Nemo achter slot en grendel. Zijn kameraden hebben hem aan zijn lot overgelaten, dus Nemo zal zich in leven moeten zien te houden met de schaarse restjes kaviaar in de voorraadkast. Weken of zelfs maanden zit hij er. Bijkomende ellende: tijdens zijn vluchtpoging heeft Nemo de hoofdcomputer van dit smart house een flinke optater gegeven, dus hij zit zonder stromend water in een huis waar de verwarming op hol is geslagen. Zo smokkelt Katsoupis ook de klimaatcatastrofe metaforisch zijn film binnen.
Dat het werken van Schiele waren die Nemo oorspronkelijk kwam roven, is natuurlijk geen toeval – de uitgemergelde non-mensen in de schilderijen van die Oostenrijkse expressionist zijn een voorbode voor wat hem te wachten staat.
Laat het invoelbaar maken van die aftakeling maar aan Dafoe over. Een volledig arsenaal aan getergde kreuntjes brengt hij in stelling. Ook als Inside in het middendeel aan tempo verliest en wat doelloos rondjes draait, houdt hij je geïntrigeerd. Zijn Nemo is afwisselend wanhopig, manisch, vindingrijk, woedend. Hij klampt zich vast aan een schoonmaker die hij op de beveiligingsbeelden op de flatscreen-tv kan volgen, en sloopt uiteindelijk het complete appartement in de hoop een uitweg te forceren. Conclusie: wat moet je met abstracte kunst in het aangezicht van de apocalyps.
Inside is te zien op Pathé Thuis (VoD) en draait op het Leiden International Film Festival 2023.