IN HET HUIS VAN MIJN VADER
Uit de anonimiteit
Fatima Jebli Ouazzani maakte een documentair sprookje over maagdelijkheid. In het doolhof van de kashba zoekt een meisje naar haar vader. Dan stuit ze op een gesloten deur. Er is geen grote boze wolf, maar wel een strenge buitenwacht. "Alles draait om eerbaarheid. Het is erg pijnlijk om zo afhankelijk van anderen te zijn."
In het huis van mijn vader is een sprookje zonder gelukkig einde, een nachtmerrie zonder begin, een documentaire met de dichterlijke vrijheid van een speelfilm. Aan de basis ligt een fenomeen dat Fatima Jebli Ouazzani (37) al sinds haar twaalfde bezighoudt: maagdelijkheid in de Marokkaanse cultuur. Maar zoals je niet over de Chinese kookkunst kunt filmen zonder te belanden in de problematiek van het gezinsleven (Eat drink man woman), zo sleurt ook het onderwerp maagdelijkheid een veel bredere lading met zich mee.
In het huis van mijn vader gaat over de macht van tradities en de alwetende ogen van de buitenwacht die de navolging van die tradities garanderen. Fatima speelde niet volgens de regels, haar moeder wel. Fatima verliet haar ouderlijk huis omdat ze niet als maagd uitgehuwelijkt wilde worden volgens de Marokkaanse tradities. Haar moeder had wel die tradities gehonoreerd, maar werd toch door haar echtgenoot verlaten. Ze stierf op jonge leeftijd. "Het is allemaal onder mijn ogen gebeurd. Ik wilde haar geschiedenis uit de anonimiteit halen. Dit is ook het verhaal van veel andere vrouwen, alleen hoor je er nooit over," verklaart Fatima haar drijfveer om een egodocument te maken. In het huis van mijn vader is gerealiseerd via de Scenarioworkshop van het International Documentary Filmfestival Amsterdam en is de eerste workshop-film die geselecteerd is voor het competitieprogramma van het festival.
Dromerigheid
Een vrouw moet als maagd worden uitgehuwelijkt. Alleen dan is de goede naam van de familie gewaarborgd. Alleen dan kun je als vrouw met goed fatsoen door het leven gaan. Deze eeuwenoude Marokkaanse traditie is nog steeds springlevend, in Marokko en in Nederland. Het thema maagdelijkheid loopt als een rode draad door In het huis van mijn vader. Het verbindt scènes die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben: Fatima’s oma die over haar leven vertelt, een Nederlandse gynaecoloog en een klein meisje dat met haar vriendinnetje speelt. Rustpunten zijn de interviews met haar grootouders, die Fatima in ‘real time’ heeft weergegeven — in navolging van de door haar bewonderde documentairemaker Raymond Depardon. Het zijn dan ook bijzondere gesprekken. Oma en opa praten met de openheid van mensen die teveel hebben geleefd om het niet te zijn. Vooral de grootmoeder laat merken dat ze niets meer te verliezen heeft. Het verdriet om haar eigen slechte huwelijk en dat van haar dochter is een verse open wond, maar haar ogen schitteren van doorzettingsvermogen en overlevingsdrang.
Ondanks de montage die grote stappen maakt, doet de film geen moment versnipperd aan; Fatima heeft in de montage een natuurlijk ritme gevonden waar de kijker vanzelfsprekend op meedeint. In het huis van mijn vader mocht geen nette tv-produktie worden, maar een document met de dromerigheid van een speelfilm. "Ik wist eerst niet hoe ik mijn persoonlijke ervaringen moest verbeelden: moét ik mezelf laten interviewen, moét ik de hele film volpraten met teksten? Toen heb ik een aantal fictieve scènes bedacht die mijn angsten weergeven. Ik heb het scenario heel intuïtief geschreven. Eigenlijk zijn de scènes op een gevoelslijn met elkaar verbonden. Ik wilde absoluut geen ’talking heads’ in de film en ik kon moeilijk mijn eigen gedachten als één grote voice-over voorlezen."
"Volgens Bernlef is documentairemaken niet de realiteit vangen, maar een illusie. Daar ben ik het niet mee eens. Ik wilde net als Depardon zo min mogelijk snijden. Dat is een extreme vorm, maar wel een mooi uitgangspunt voor een documentaire. Ik wilde het filmisch aanpakken en als je voor zo’n vorm kiest, dan wordt het moeilijk om te snijden. Wij gebruikten cuts echt alleen om een nieuw onderwerp aan te snijden. Ik ben dan ook heel blij met het camerawerk van Maarten Kramer. Dankzij hem konden we vaak de eerste take gewoon gebruiken."
Slangenkuil
Fatima volgt in de film Naima, een jonge bruid uit Amsterdam die samen met haar familie heeft gespaard voor een traditioneel huwelijksfeest in Marokko. Daar hoort ook de vereiste maagdelijkheid bij en ook de bijbehorende bebloede lakens als bewijs van goed gedrag. Naima giechelt een beetje zenuwachtig, maar ze weet zeker dat ze gaat bloeden. Want daar draait het om. Angstige vrouwen kunnen kiezen voor trucjes — al dan niet medisch verantwoord — om de schoonfamilie gerust te stellen. Maagdelijkheid blijkt een grote slangenkuil van tegenstellingen, hypocrisie en dubbele maten te zijn. Alleen vrouwen horen maagd te zijn in de huwelijksnacht. Schrijnend is het bij Marokkaanse vrouwen minder bekende medisch gegeven dat niet iedere maagd per se hoeft te bloeden.
Naima stapt met zevenmijlslaarzen over deze problematiek heen, want ze zal haar bruiloft als een prinses vieren. De harmonie waarmee ze haar traditionele huwelijk plant, opende Fatima’s ogen voor de diepere beweegredenen van haar project. "Na mijn eerste gesprek met haar heb ik thuis alleen maar zitten huilen omdat ze zo’n goede band met haar familie had. Het zal toch niet zo zijn dat ik het gevoel heb dat ik niet aan de verwachtingen van mijn vader heb voldaan? Daar draait het uiteindelijk om. Dus toen had ik de sleutel voor het scenario te pakken. De film gaat niet in eerste instantie over maagdelijkheid, maar over de relatie met mijn vader. Ik had als maagd moeten trouwen, dan had ik zijn goede naam gered. Ik had dus in zijn ogen gefaald. Ik had het als dochter niet goed gedaan. Dat is een heel universeel gevoel. Sommige Nederlanders hebben het in de ogen van hun ouders ook niet goed gedaan. Dat vond ik een goede aanleiding om de film te maken. Eerst vroeg ik me af of ik het verhaal van mijn ouders wel mocht vertellen. Het was pijnlijk om te horen dat de geschiedenis van mijn oma zich heeft herhaald bij mijn moeder. Maar ik sta er helemaal achter. Het is duizenden andere vrouwen ook overkomen en ik heb nou eenmaal een beroep dat mij het mogelijk maakt om het te vertellen. Maar ik wil zeker niet suggereren dat dit verhaal staat voor de gemiddelde Marokkaanse vrouw."
Nachtelijke dolkendans
In het huis van mijn vader is een bitterzoet sprookje. Fatima creërde een wereld vol mysteries: het kleine meisje dat haar vader achterna rent in de kronkelige steegjes van een kashba, de bruid die omgeven door kaarslicht en luid gillende vrouwen een niet nader verklaard ritueel ondergaat, en de bontgeklede waarzegster die onverwachts een mes over haar eigen tong haalt.
Vooral de scènes van Naima’s huwelijksfeest, dat met barokke overdaad één groot kleuren- en geurenfestijn is, en een nachtelijke dolkendans, omgeven door felbelichte meeuwen, geven de kracht weer van een wereld die nog ouder moet zijn dan de islam. "Dat is heel sprookjesachtig. Het zijn oude rituelen die nog sterk leven. Zelfs op de universiteit kom je jonge intellectuelen tegen die niet onder de tradities uit kunnen komen. Op een huwelijksfeest draait alles om de bruid. Het is dan ook heel verleidelijk om dat te willen beleven. Mijn moeder beloofde dat mijn bruiloft een feest van een week lang zou zijn. Als je zegt dat je dat niet wilt, dan loop je dat sprookje, dat feest met je familie mis. Als je eenmaal een huwelijkscontract hebt ondertekend zit je vast aan allerlei regels. Het is voor een vrouw heel moeilijk om te scheiden als zij dat wil."
De achterkant van het sprookje is dus een nachtmerrie. "Het wordt pas moeilijk als je als vrouw niet aan de tradities meedoet. Het resulteert vaak in een gigantische breuk met de familie. Ik heb het hier in Nederland nog heel makkelijk gehad, maar als je dat in Marokko doet, kun je je niet staande houden. Dat is wat mij stoort. Miljoenen mensen leven wel volgens die traditie, maar het moet toch mogelijk zijn om als vrouw voor iets anders te kiezen? Jammer genoeg kan dat nog niet. Alles draait om eerbaarheid en de mening van de buitenwacht. Je bent wat de gemeenschap van jou vindt; dat is erg pijnlijk. Ik ben jarenlang door die gedachte gegijzeld."
Onaangeboorde verhalen
Fatima Jebli Ouazzani is de eerste Marokkaanse vrouw wier film een bioscooppremière gaat beleven. Ze was ook de eerste Marokkaanse vrouw die op Hilversum 3 een pop-programma presenteerde (Radio Thuisland). Sinds 1983 werkt ze als freelance programmamaker voor radio en televisie. In 1992 studeerde ze aan de Nederlandse Film- en Televisie Academie af op scenario en speelfilmregie. Omdat ze in haar werk voor radio en tv al snel in de migrantenhoek terechtkwam, besloot ze op de Filmacademie alleen Nederlandse onderwerpen te verfilmen met Nederlandse acteurs.
Onlangs vroeg het Tropenmuseum in Amsterdam haar een verhaal te schrijven over interculturele relatieproblemen tussen Marokkanen en Nederlanders. Fatima zag veel interessantere problemen voor zich die een relatie tussen twee Marokkanen met zich meebrengt. Tot haar verbazing kon ze het verhaal gaan schrijven. Ze heeft plannen om nog dieper op de geschiedenis van haar moeder door te gaan door middel van een roman. "Film is beperkt. Je moet altijd stileren. In proza kun je alles vertellen wat je kwijt wilt."
Fatima wil haar verhalen kwijt. Ze hoopt dat ook andere migranten hun verhalen gaan vertellen. "Migranten moeten de media en de kunstopleidingen bestormen. Er zijn zoveel onaangeboorde verhalen. Turkse en Marokkaanse jongens en meisjes zouden meer voorbeelden moeten hebben, want het kunstenaarschap wordt niet gestimuleerd in hun cultuur. Mijn opa lacht me uit als ik vertel wat ik doe, omdat het geen maatschappelijk nut zou hebben. Maar juist in kunst kun je je dilemma’s het beste uitwerken."
Thessa Mooij