IMAGINARY CRIMES

Papa lijdt aan optimisme

  • Datum 01-12-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films IMAGINARY CRIMES
  • Regie
    Anthony Drazan
    Te zien vanaf
    01-01-1994
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Fairuza Balk en Harvey Keitel als dochter en vader

Het thema is onverwoestbaar: de Amerikaanse droom die maar niet in vervulling wil gaan. Het probleem van de regenboog, die bij iedere stap vooruit een even grote stap opschuift richting horizon. In Imaginary crimes sleept Harvey Keitel zijn gezin mee in deze tragiek. Zijn vrouw en twee dochters hebben hem heel wat te verwijten. Maar toch: "Nimmer heeft een matige vader het zo hard geprobeerd."

Iedereen komt ze wel eens tegen: mannen die vooral ’s avonds in de kroeg gouden ideeën krijgen. Het kan niet meer mis gaan, het unieke plan gaat goud geld opleveren, het lidmaatschap van de miljonairsclub is nog slechts een kwestie van tijd. De volgende ochtend blijkt de rauwe werkelijkheid iets ingewikkelder en verdampt het plan met de kater in het luchtledige. Ray Weiler is zo’n man. Zijn vrouw en twee opgroeiende kinderen hebben het er moeilijk mee. Zij kijken elkaar berustend aan als Ray hen voor de zoveelste keer enthousiast vertelt dat hij de kip met de gouden eieren heeft gevonden. Okee, er is nog wat geld nodig, maar dat is een kleinigheid, want wie wil er zijn geld niet steken in dit briljante project? Waarna ook dit plan zal eindigen als alle voorgaande en zijn dochters wekenlang tegen opbellende schuldeisers moeten liegen dat hun vader niet thuis is.
Imaginary crimes is het soort film waarin Harvey Keitel kan uitblinken, omdat hij wel raad weet met de spanning tussen vrolijk extravert gedrag en innerlijke wanhoop. Bovendien verstaat hij de kunst zichzelf in toom te houden, een zeldzame eigenschap bij acteurs die de sterstatus hebben bereikt, want die vullen bij voorkeur in hun eentje het hele doek. Bovendien houdt Keitel ervan om met onbekende regisseurs te werken, wat sympathiek is, omdat hij daarmee niet alleen zijn reputatie op het spel zet, maar ook de realisering van films mogelijk maakt. Imaginary crimes is zo’n film, want die zou zonder Keitel niet zijn gemaakt. Pas nadat hij interesse in het project toonde, werden financiers gevonden en kon regisseur Anthony Drazan, die een paar jaar geleden debuteerde met het goed ontvangen Zebrahead — in Nederland alleen te zien geweest als Critics’ Choice in Rotterdam — aan de slag.

Gesjacher
Imaginary crimes wordt verteld vanuit het perspectief van Ray’s oudste dochter Sonya (een knappe rol van Fairuza Balk), die terugblikt op vier cruciale jaren uit haar jeugd in de jaren vijftig. In het begin van de film is zij dertien jaar oud en een vrolijk schoolmeisje, aan het eind is zij zeventien jaar en vele desillusies, maar ook waardevolle levensinzichten rijker. De oorzaak van deze ontwikkeling ligt bij haar vader, die zijn vrouw en kinderen niet kan geven wat zij willen: een eenvoudig, maar genietbaar leven. In het één-kamer appartement slijt zijn kettingrokende vrouw in haar eentje kaartspelend de dagen in eenzaamheid (Kelly Lynch treft mooi de toon van onderdrukte wanhoop), met als enig uitje af en toe een bezoekje aan de bioscoop samen met haar dochter; nooit met haar man, want die is altijd druk bezig met het opzetten van weer een miljoenenproject. Zijn geritsel en gesjacher komt na een mislukt staaltje oplichterij uiteindelijk tot stilstand in de gevangenis.
Imaginary crimes had zich tot deze tragiek moeten beperken, maar helaas wordt de film dramatisch ‘opgepept’ met de dood door kanker van Sonya’s moeder. Deze ontwikkeling zet de film op een tweede spoor, want het gaat nu niet meer alleen over de obsessie van Ray met de Amerikaanse Droom, maar vooral over de kwaliteit van zijn vaderrol. Wij hadden liever gezien dat de moeder niet aan kanker, maar aan Ray’s desperaat optimisme ten onder was gegaan, dan had Kelly Lynch langer in de film kunnen blijven en het drama tussen haar en Ray mooi uitgespeeld kunnen worden.

Gouden hart
Vanaf het moment dat Ray’s vrouw sterft, verloopt Imaginary crimes tamelijk voorspelbaar. Natuurlijk faalt Ray in de opvoeding van zijn dochters, die gek worden van zijn gezeur en leugens over alle aanstaande, succesvolle deals. Dat leidt dat tot zulke heftige conflicten, dat de beide jongedames tijdens een autorit in ’the middle of nowhere’ uitstappen. ("We zijn beter af zonder jou"). De kinderbescherming is dan voor de jongste dochter niet ver weg meer. Allemaal heel erg, maar wij voelden al in het begin van de film dat Ray geen werkelijk slechte inborst heeft en als het erop aan komt beschikt over een gouden hart. Het is dus wachten tot Sonya, die het uitstekend doet op de middelbare school en door de leraar Nederlands wordt ontdekt als talentvol schrijfster, dat ook inziet. Daarna kan alles weer goedkomen.
Imaginary crimes doet in veel opzichten denken aan Arthur Millers ‘Death of a salesman’, maar durft niet zover te gaan als dit toneelstuk (en Volker Schlöndorffs uitstekende verfilming ervan uit 1985 met Dustin Hoffman), waarin de tegen-beter-weten-in altijd optimistische vader en echtgenoot roemloos een treurige dood — hartaanval — sterft, zijn gezin in hulpbehoevendheid achterlatend. Waar ‘Death of a salesman’ schokte door bijtend sociaal realisme, daar verzacht Imaginary crimes de pijn met een quasi-harmonieuze oplossing voor een fundamenteel Amerikaans probleem: hoe wreed is de ideologie van de ‘American dream’?

Jos van der Burg