Ik wil gelukkig zijn

Fien de la Mar hypnotiseert

  • Datum 02-03-2016
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Ik wil gelukkig zijn
  • Regie
    Annette Apon
    Te zien vanaf
    01-01-2015
    Land
    Nederland
  • Deel dit artikel

Geboren voor het podium was ze, Fien de la Mar. Annette Apon reconstrueert leven en werk van Nederlands eerste echte toneel­diva — en haar magie werkt nog steeds.

Ach, Fien. Fien de la Mar (1898-1965), actrice en zangeres. Een idool, een vedette, de diva van het Amsterdamse toneel. Iedereen kende haar, haar talent en veelzijdigheid stonden buiten kijf, haar tragische ondergang werd een toneellegende. Voor even. Want wie zou nog weten wie ze was, als niet een Amsterdams theater haar achternaam droeg? En hoe reconstrueer je in een documentaire zo’n bijna in het niets opgeloste reputatie, die vooral op live prestaties op het podium berustte?
Regisseur en scenarist Annette Apon kiest in Ik wil gelukkig zijn voor een ernstige, bijna mystieke aanpak: ze laat hedendaagse acteurs herinneringen van Fiens oud-collega’s voorlezen en combineert die met foto’s, archiefbeelden en fragmenten uit haar acht filmrollen (1934-1940).
"Ze kon alles, maar ze wist niet hoe ze het deed", zegt collega Martie Verdenius, een van de tijdgenoten wier citaten Jenny Pisuisse al in 1982 optekende voor haar sprankelende Fien-biografie (het boek zou een herdruk verdienen). De filmfragmenten bevestigen het: schijnbaar moeiteloos schakelt een klein mensje met een groot hoofd en enorme, expressieve ogen van diep-tragisch naar kolderiek, van volksvrouw naar voorname dame. Fien hypnotiseert, nog steeds. In de zaal moet haar acteerstijl nog veel grootser geweest zijn. Tegenspeler en oud-minnaar Henk Rigters memoreert hoe ze "sentimenten met boeketten de zaal in gooide". Haar spel was ook voor haarzelf "een soort tovenarij", zegt Verdenius: ze weigerde het te benoemen, te analyseren of te doseren.
Om haar onderwerp verder te verlevendigen nodigde Apon actrice Johanna ter Steege uit om in Fiens voetsporen te treden. De beelden van Ter Steeges transformatie (schmink, rok, schoenen, pruik) zijn wat saai — "Ik lijk wel een pop", zegt ze als ze klaar is, waarna de echte Fien weer lonkend en schmierend een paar collega’s van het doek speelt. Uit alles blijkt dat de twee in speelstijl en werkwijze weinig op elkaar lijken: Ter Steeges voordracht van De opbouw, een lied over gebombardeerd Rotterdam waarmee Fien in 1940 diepe indruk maakte, is geladen, vol verdriet, terwijl de tekst bij Fien "een beetje los uit haar mond viel", volgens schrijfster Verdenius. Het publiek was ademloos. Fien bleef echt, overal en altijd, dat bewijst ook weer deze liefdevolle hommage.

Sandra Heerma van Voss