Hwaran
Gruwelijk en degelijk
In zijn veelbelovende, gewelddadige en duistere debuutfilm maakt de Zuid-Koreaanse regisseur Kim Chang-hoon vooral nieuwsgierig naar zijn volgende project.
Ellende stapelt zich gestaag op in Hwaran (‘hopeloos’), waarin tiener Yeon-gyu, ondanks verwoede pogingen een goed mens te zijn, terechtkomt in een draaikolk van geweld. De openingsscène is de eerste klap in het gezicht van de nietsvermoedende kijker, wanneer Yeon-gyu (een mooie rol van debutant Hong Xa-bin) een schoolgenoot met een steen knock-out slaat. Minimalistisch gefilmd, maar met benadrukt geluid, dat de bruutheid van de daad nog harder binnen laat komen.
De volgende scènes – waarin zijn moeder op school is geroepen – maken impliciet veel duidelijk: Yeon-gyu deed het om zijn halfzusje Ha-yan te beschermen en hij heeft een gewelddadige stiefvader voor wie zijn moeder bang is. Vanaf dit moment begint een neerwaartse spiraal voor de jongen, die tot dan toe braaf bezorgingen deed voor een restaurant en daarmee geld spaarde voor zijn grote droom: samen met zijn moeder naar het paradijselijke Nederland reizen en daar een nieuwe toekomst beginnen.
Helaas stuurt zijn drang tot eigenrichting hem een compleet ander pad op: hij moet nu een enorme smak geld bij elkaar zien te krijgen om de familie van zijn slachtoffer tegemoet te komen en hij heeft zich de woede van diens broer – een soort bendeleider – op de hals gehaald.
Er lijkt redding te komen in de vorm van Chi-geon, een ondoorgrondelijke baas van een criminele organisatie, die zich het lot van de onfortuinlijke tiener aantrekt omdat hij zichzelf in hem terugziet. Yeon-gyu ziet in de misdaad een manier om al zijn (financiële) problemen op te lossen, maar kan al snel de consequenties niet meer overzien.
Kim Chang-hoon maakt, met een relatief klein budget, een degelijke misdaadfilm en psychologische thriller, waarin het geweld soms gruwelijk is en de nuance in emoties af en toe ver te zoeken. De personages zijn niet bijzonder gelaagd en de benderomantiek tamelijk cliché, de vrouwen komen er behoorlijk bekaaid af, maar het camerawerk is solide, de spanning mooi onderhuids en het acteerwerk on point – zeker van debutanten Hong Xa-bin en rapper Bibi. En hoewel de film maar liefst twee uur en dertien minuten duurt (wat tegenwoordig niet eens overdreven lang meer is) verveelt hij nergens. De regisseur levert een indrukwekkend visitekaartje af en maakt nieuwsgierig naar volgende projecten, waarin hij hopelijk meer ruimte geeft aan de ontwikkeling van zijn personages.