House of Hummingbird

Nooit meer alleen op de wereld

Persoonlijk leed contrasteert met collectief trauma in het uitstekende debuut van de Zuid-Koreaanse regisseur Bora Kim, die bij vlagen het werk van Hirokazu Kore-­eda evenaart.

Het eerste wat opvalt aan House of Hummingbird (Beol-sae) is de retro-esthetiek: tieners met felgekleurde rugtassen die wegdromen op muziek uit hun walkmans. Maar dat dit ontroerende coming-of-age-drama zich afspeelt in het Seoul van 1994 is niet alleen voor de sier. Dit is het jaar dat de gigantische Seongsu-brug instortte, een ramp waarbij 32 mensen om het leven kwamen. Het is een beslissend moment voor hoofdpersonage Eunhee (Ji-hu Park), die hierdoor de broosheid van het leven onder ogen leert zien.

Het veertienjarige muurbloempje heeft niet bepaald een makkelijke jeugd. Vader en moeder zijn ploeterende winkeliers, die hard werken om Eunhee’s oudere broer Daehoon (Sang-yeon Sohn) naar de universiteit te kunnen sturen. Misschien komt het door de druk die zijn ouders op hem leggen, dat Daehoon zijn woede en frustraties afreageert op zijn zusje. Hij slaat haar een keer zo hard, dat ze met een gebroken trommelvlies moet worden opgenomen in het ziekenhuis.

De debuterende Zuid-Koreaanse regisseur Bora Kim wisselt zulke hevige conflicten op natuurlijke wijze af met momenten van relatieve rust. Eunhee en Daehoon, die vaak alleen thuis zijn, doen als schichtige pubers regelmatig hun deur op slot of glippen het huis uit. Buiten de deur ontvouwt zich voor Eunhee een heel ander leven, waarin ze leert over de ook al gevoelige relaties met beste vrienden en mogelijke vriendjes of vriendinnetjes. De vanzelfsprekendheid waarmee Bora al die tienerrelaties verbeeldt doet denken aan Greta Gerwigs eveneens semi-autobiografische high school-drama Lady Bird (2017).

Maar het werk waaraan House of Hummingbird vooral doet denken is dat van Hirokazu Kore-eda (Our Little Sister, 2015; Shoplifters, 2018), de humanistische meester uit Japan. Zijn films gaan meestal over zeer specifieke familierelaties, die dankzij de beheerste regie een universeel karakter krijgen. Bora weet een soortgelijk gevoel op te roepen met haar verbeelding van Eunhee’s gecompliceerde puberjaren.

Wanneer vervolgens de Seongsu-brug instort, plaatst dat een al rijke waaier aan emoties en impressies in een nieuw licht. Eunhee ontwikkelt een relativeringsvermogen, waardoor ze beter met haar eigen familieproblemen leert omgaan. Waarbij Bora, net zoals Kore-eda dat kan doen, juist door met zo veel liefde en aandacht te kijken naar het leven van Eunhee, je ook laat meevoelen met alle mensen om haar heen.