Holly
Heks of heler?
Heeft de vijftienjarige Holly echt bovennatuurlijke gaven of zoeken de mensen om haar heen gewoon wanhopig naar troost?
Is het gewoon een baaldag? Of voorvoelt Holly daadwerkelijk het drama dat eraan komt? Het eerste lijkt eigenlijk waarschijnlijker. De vijftienjarige Holly heeft in ieder geval reden genoeg om te balen, toont Fien Troch in de openingsscènes van haar naar het hoofdpersonage vernoemde vijfde speelfilm. Op school is ze een buitenbeetje en wordt ze ‘de heks’ genoemd, thuis kijkt haar moeder amper naar haar en haar zus om en is de koelkast meestal leeg.
Dus ja, waarom zou ze zich dan niet een dag ziek melden? Maar als op precies die dag een brand uitbreekt op haar school, waarbij zes leerlingen omkomen en velen gewond raken, beginnen sommige mensen in haar gemeenschap haar voorspellende en andere gaven toe te dichten. En Holly gaat erin mee, allang blij om gezien te worden.
Knap houdt Troch in het midden wat er nu precies waar is van de helende gaven die Holly worden toegedicht. Het tegendeel wordt nergens bewezen, maar wat we Holly zien ‘doen’ om mensen te ‘helpen’, komt toch vooral neer op empathie hebben. Debutant Cathalina Geraerts zet Holly vooral neer als een meisje dat, zoals de meeste tieners, zichzelf definieert in de lachspiegel van hoe anderen haar zien. Gaandeweg rijzen vragen over die onstilbare behoefte aan troost in deze gemeenschap (of: in de wereld), of de kracht ervan gekanaliseerd kan worden, en of dat overeind kan blijven als er geld in het spel komt.
Troch vat het in een stijl die op de een of andere manier tegelijk bescheiden en groots is. Bescheiden in het narratief, niet gericht op plot maar op sfeer, en in het naturalistische spel. Groots in de beelden die bij vlagen een gooi naar het sublieme doen, en in de elektronische score van Johnny Jewel – alsof je een horrorsoundtrack van John Carpenter uit de jaren tachtig op een hedendaagse artfilm plakt.
En toch, ondanks al die individuele kwaliteiten en de fascinerende sfeer die Troch ermee weet op te roepen, ontbreekt er iets in Holly. Zoals in het midden blijft wat de titelfiguur nu precies wel of niet is, zo blijft ook de film wat te ongrijpbaar. Dat is ongetwijfeld doelbewust, maar daarmee niet minder frustrerend.
Dat geldt zeker voor het ronduit onverklaarbare slotakkoord. Een wtf-einde kan maken dat een film nog lang in je hoofd nazingt – zie bijvoorbeeld Evil Does Not Exist, ook deze maand uit. Maar in het geval van Holly blijft vooral de vraag hangen wat je nu precies gezien hebt. En rijst het gevoel dat er onder de meeslepende stijl en het intieme spel misschien minder huist dan je op het eerste gezicht dacht.