Het woeden der gehele wereld

Op naar De Nacht van de Wansmaak

Tien jaar na De zeemeerman is Rob Houwer terug met de oer-Hollandse boekverfilming Het woeden der gehele wereld, compleet met ouderwets aandoende pikanterieën.

Wie Rob Houwer zegt, zegt Paul Verhoeven: het legendarische duo achter Turks fruit (1973), dat in de jaren zeventig en tachtig succesvol tegen heilige huisjes aantrapte en daarnaast een miljoenenpubliek in de bioscoop op rode oortjes trakteerde. Maar met Verhoevens vertrek naar Hollywood taande het succes van Houwers productiehuis, met De zeemeerman (1996), waarvoor hij zelf aan het scenario meeschreef, als meest recente dieptepunt.

Tien jaar na dato is Houwer terug met Het woeden der gehele wereld, vrij naar het gelijknamige boek van Maarten ’t Hart. Daarin draait alles om de naoorlogse moord op een politieman. Deze leidde in 1940 een mislukte vluchtpoging naar Engeland die ingrijpende gevolgen had voor de joodse opvarenden. Na archiefbeelden van een ‘sieg heil’ schreeuwende Hitler wordt het publiek geconfronteerd met een onoverzichtelijke kluwen aan personages en een liefdesgeschiedenis in oorlogstijd. Na de oorlog wordt het perspectief verlegd naar een jongen die in de jaren vijftig opgroeit. Hoewel hij — en de kijker — ziet wie de moord op de corrupte politieman pleegt, blijft de camera onvermoeibaar de rechercheurs volgen die het onderzoek leiden. Waarom? Dat blijkt aan het eind van de film, maar dat interesseert dan waarschijnlijk niemand meer.

Oorbellen
Dat het geluid soms vreemd aandoet (galmend vioolspel op een zolder) lijkt nog het minste euvel van de film. Tenenkrommender zijn de obligaat opgelepelde teksten en het ongemotiveerde spel van de meeste acteurs. Maar het grootste probleem zit ‘m in het scenario. Niet alleen door het gebrek aan logica, maar ook door het teveel aan personages die te pas en te onpas verschijnen en verdwijnen, de potsierlijke dialogen en het ontbreken van een helder perspectief. De film die zowel een whodunit als een ‘coming of age’-verhaal wil zijn, heeft nog het meeste weg van een kluchterige verzameling ‘dramatische’ curiosa: zo rukt een vrouw de oorbellen van een rivale uit de oren en zien we ouderwets aandoende pikanterieën als het aftrekken van een aal en een nymfomane assistente die een student ‘ontknaapt’.

Waarbij de vraag zich opdringt hoe het Filmfonds dit heeft kunnen laten passeren. De realiseringsaanvraag werd gehonoreerd met de Duitser Michael Verhöven als scenarist en Rudolf van den Berg als regisseur, waarna de film werd gemaakt met de onbekende Robert van den Berg als scenarist en Guido Pieters (Ciske de rat, Op hoop van zegen, De zwarte meteoor) als regisseur. Robert van den Berg is volgens Houwer de ‘nom de plume’ van een schrijver die zich voor het eerst aan een scenario waagde. Het hardnekkige gerucht dat producent Houwer zelf achter het alias schuilgaat, ontkent hij ten stelligste.

In de jaren ’70 en ’80 was Houwer onder andere verantwoordelijk voor Keetje Tippel, Soldaat van Oranje, Grijpstra en de Gier en Hoge hakken, echte liefde. Wat vijfentwintig jaar geleden pikant was, doet anno 2006 echter hopeloos gedateerd aan. Het woeden der gehele wereld kan wat dat betreft rechtstreeks door naar de volgende editie van De Nacht van de Wansmaak.