HEREMAKONO
Wachten op geluk aan zee
Abderrahmane Sissako behoort tot de voorhoede van een nieuwe, succesvolle generatie Malinese regisseurs. Zijn tweede film Heremakono werd onderscheiden in Cannes en Ouagadougou. Het is de erkenning van zijn poëtische gaven.
In heel West-Afrika zijn langs de kust kampen te vinden waar men niets anders doet dan wachten. Het zijn transitstations in een vaak lange reis richting het beloofde land Europa. De bewoners verblijven er in tijdelijke hutten totdat er genoeg geld is voor een volgende etappe. In Mali wordt zo’n huisje ‘heremakono’ genoemd, wat zoveel betekent als ‘wachten op geluk’.
Heremakono is ook de titel van Abderrahmane Sissako’s tweede film. De opvolger van La vie sur terre, die het goed deed op internationale festivals, speelt zich af in het onbeduidende dorpje Nouadhibou aan de kust van Mauretanië. Hier loopt de Sahara als een immens strand direct over in de Atlantische Oceaan. En op die grens tussen water en land wachten de immigranten. Het is een desolaat niemandsland, een wachtkamer op een plek waar niets is. De bewoners imiteren een alledaags bestaan door hun haar te laten invlechten, zangles te nemen, naar de hoeren te gaan, elektriciteit aan te leggen en bij elkaar op de thee te gaan. Maar over het zeer gemengde gezelschap van Touareg nomaden, zwarte Afrikanen en zelfs een karaoke zingende Chinese marskramer hangt een gelaten spanning.
De regisseur woonde als jongeman zelf in Nouadhibou, voordat hij naar Moskou vertrok voor een studie aan de filmschool VGIK. Het is zeer aantrekkelijk om in het personage Abdallah zijn alter ego te zien. Van alle inwoners is hij de meest ontwortelde. Hij spreekt de lokale taal niet, draagt afwijkende kleding en is in zijn hoofd eigenlijk al weg. Liggend voor een laag raam laat hij het leven aan hem voorbij gaan.
Lekker banaal alledaags
Het gevoel van isolatie wordt nog eens versterkt doordat Sissako zijn personages geen geschiedenis gunt. Naar de toekomst wordt alleen gehint. Een verleden lijkt niemand te hebben. Er is alleen het hier en nu. En daarin wordt niet gehandeld, alleen maar verlangd. Juist door dat ontbreken van iedere vorm van achtergrond krijgt ieder klein dingetje betekenis. Een liedje wordt een klaagzang. Het decor in de studio van de portretfotograaf, de skyline van een westerse stad, wordt een droombeeld, en de locatie van het dorp de belichaming van verbanning.
Maar soms wordt dat opeenstapelen van al die symbolen net iets te veel. Dan zou je willen dat de regisseur die alledaagse dingen gewoon lekker banaal alledaags had gelaten. Want dat is het leven in stof en verveling vaak ook: helemaal niks diepers dan alleen maar de tijd voorbij laten gaan. En in dat betekenisvacuüm komen personages tot leven. Sissako zadelt zijn acteurs op met een lading duiding die weinig ruimte laat voor karakterontplooiing. De elektricien, het hoertje, de zanglerares, ze zijn niet meer dan onpersoonlijke pionnen in zijn beeldgedicht. Een minder getalenteerd regisseur zou met zo’n statische aanpak door de mand gevallen zijn. Het is te danken aan Sissako’s sterk ontwikkelde gevoel voor poëzie dat Heremakono toch nog overeind blijft.
Edo Dijksterhuis