Half Moon
Kunst doet leven

Half Moon
De documentaire Half Moon legt pijnlijk bloot hoe voor de Syrische muzikant Kinan Azmeh zijn klarinet zijn redding is. Regisseur Frank Scheffer toont hoe broodnodig kunst is. En dat is niet elitair.
Het zwarte silhouet van een musicerende man tegen een oranje lucht vat de documentaire Half Moon in één shot samen. Het enige houvast dat de Syrische Kinan Azmeh heeft, is zijn klarinet. Azmeh is kapot van binnen en ontheemd, maar zijn instrument is zijn trouwe metgezel, zijn thuis. Dat kan niet sterven en gaat overal mee naartoe.
Azmeh vraagt zich af wat de waarde van kunst is. Die waarde, of in ieder geval het nut, is er in de eerste plaats voor hemzelf. De film toont fascinerend en hartverscheurend aan dat als hij zijn klarinet niet had gehad, hij dood was geweest.
De montage van Half Moon is te herleiden tot de vraag wat kunst voor Azmeh betekent. Regisseur Frank Scheffer heeft alles daaraan ondergeschikt gemaakt. Ook Azmehs relatie met zijn vaderland en zelfs zijn kind en vrouw, die in de film niet meer dan voetnoten zijn.
Scheffer filmt Azmeh voornamelijk tijdens optredens. Zijn composities vormen het hart van de film. We zien zijn ontroerende zielsverwantschap met de Syrische zangeres Dima Orsho, die hij altijd in zijn hoofd hoort als hij zang componeert. Bij het Syrian Expat Philharmonic Orchestra ziet hij op het podium vrienden terug die hij sinds het uitbreken van de burgeroorlog niet meer heeft gezien. Azmeh ontdekt via zijn werk zelf hoe belangrijk zijn wortels voor hem zijn. Toen hij jong was interesseerde hij zich meer voor westerse klassieke componisten, nu maakt hij steeds meer ruimte voor Arabische jazz. Zijn klarinet is zijn toegangspoort naar huis.
Overal wortel schieten
Toch zegt Azmeh overal te kunnen wonen. In Amsterdam, New York, Damascus – het is hem om het even. Hij vindt het een belangrijke les om aan zijn zoontje mee te geven: kijk lieverd, plant een zaadje en je kunt waar dan ook wortel schieten. Azmeh spreekt als een kosmopoliet. Hij studeerde aan het vooraanstaande conservatorium Juilliard in New York en leerde daar “dat het niet gaat om de noot die je speelt, maar om wat je ermee wil zeggen”.
Hij stipt kort aan dat hij zijn studie een week voor de aanslagen van 11 september 2001 begon. Na die week moest hij zich als ‘de Arabier’ staande houden in een stad die van de ene op de andere dag xenofoob werd. Hij schampt ook langs het begin van de Syrische burgeroorlog. Hij had net drie maanden een eigen appartementje, toen hij samen met twaalf miljoen anderen Damascus moest ontvluchten. In dit soort verhalen schemert door dat het kosmopolitische denken een overlevingsstrategie is, die Azmeh noodgedwongen heeft geleerd.
Wie die miljoenen mensen zijn, probeert Azmeh te vatten in een theatervoorstelling waarin ontelbaar veel pingpongballen naar beneden storten. Ze blijven maar vallen en maken een kabaal als een plenzende regenbui. Ze stuiteren van het podium af de zaal in. Het lijkt een massa, maar elke is uniek. Er staan QR-codes op, die elk leiden naar het verhaal van een andere vluchteling. Zo krijgen de nummers een gezicht.
Impliciet suggereert het hoe belangrijk het is om je eigen verhaal te kunnen vertellen – iets wat vluchtelingen vaak wordt ontnomen. In feite is dat ook wat Azmeh ervaart. Goddank speelt hij klarinet. Via zijn muziek heeft hij een manier gevonden om grip te houden op zijn eigen geschiedenis en die actief vorm te geven.
Kruispunt in Beiroet
In Nederland wordt de waarde van kunst regelmatig in twijfel getrokken. Het wordt weggezet als een linkse hobby voor een handjevol geprivilegieerde mensen. Een optreden in de prachtige concertzaal van het Hamburgse Elbphilharmonietheater zullen sommigen ongetwijfeld afdoen als elitair. Maar wat Half Moon laat zien is dat dat verwijt zélf alleen geboren kan worden vanuit privilege.
Dat filosoferen over de waarde van kunst vooral ook een westerse vraag is, komt naar boven wanneer Azmeh samen met de wereldberoemde, virtuoze cellist Yo-Yo Ma optreedt in een kapotgeschoten huis op een kruispunt in Beiroet. Kinderen en volwassenen houden stil, nemen de tijd, blijven kijken. Wat er in hun hoofden omgaat, blijft voor ons een geheim, maar we zijn er getuige van dát het iets doet. Misschien denken ze na over het gebouw dat er vroeger stond, misschien genieten ze, misschien verbazen ze zich. Op dit kruispunt zie je dat de waarde van kunst voor het publiek net zo ongrijpbaar als vanzelfsprekend is.