Glas, mijn onvervulde leven
Het nu-of-nooit-gevoel
Een origineel gevecht met de midlifecrisis: Rogier Kappers wil glazendraaier worden. Bevlogen, ontroerend en met veel humor vastgelegd.
Als documentairemaker Rogier Kappers (Gouden Kalf voor Lomax the Songhunter, 2004) 52 jaar wordt, voelt hij plots de tijd knagen. Moet alles anders? Hij besluit, voor het te laat is, te proberen de droom waar te maken die hij als negenjarige had: een orgel van zingende glazen bouwen en daar beroemd mee worden! Goed dat hij niet is vergeten die sprong in het ongewisse op film vast te leggen. Verklappen of die glazendroom echt lukt zou een spoiler zijn, maar in ieder geval is Glas, mijn onvervulde leven een origineel en innemend avontuur geworden.
Nieuwsgierigmakend ook. Aan de ene kant heeft dat natuurlijk te maken met het excentrieke karakter van dit muziekinstrument. Glazen die zich met subtiel vingerwerk prachtige klanken laten ontlokken. Daarnaast is er het heerlijke gevoel voor relativering waarmee Kappers zichzelf met de nodige humor als antiheld neerzet. “Hij dacht altijd dat hij op zijn 52ste binnen zou zijn, maar dat was duidelijk niet gelukt. Ook al leven zijn ouders nog en heeft hij twee prachtige zonen van twee exen”, aldus een laconieke voice-over die Kappers’ belevenissen regelmatig van commentaar voorziet. Zijn dappere optimisme oogt daarbij even oprecht als de twijfel die hem regelmatig bevangt. Hilarisch is een scène waarin hij het uitstralen van zelfvertrouwen oefent.
Zeven jaar lang volgen we hoe Kappers, alias de Glazendraaier, zijn weg zoekt als straat- en podiummuzikant, met alle onzekerheden, successen en teleurstellingen van dien. Van het zoeken naar geschikte glazen en het zelf bouwen van een glazenbakfiets tot een onverwachte trip naar Dubai en veel meer. Hij krijgt een handtekening van zijn idool Arvo Pärt, oefent zijn vingers kapot, en dan is er ook nog het vertwijfeld klussen aan zijn prachtige vakantiehuisje dat een bouwval bleek te zijn.
Kappers’ vader ziet het allemaal nuchter aan, maar herkent er wel iets in, terwijl zijn moeder hem probeert te steunen. En vergeet niet die korte appjes met vrouwen van (vermoed ik) een datingsite die regelmatig in beeld komen.
Wat op het eerste gezicht oogt als een verslag van een impulsief begonnen onderneming, stemt op onnadrukkelijke wijze ook tot nadenken. Hoe alles even onverwacht kan zijn als het leven zelf. En over muziek als inspiratie. Er is in die zeven jaar ongetwijfeld veel meer gebeurd, en over die twee zoons had ik wel wat meer willen zien, maar toch is het ook een openhartig en raak getekend zelfportret geworden. Een documentaire die leeft, en die bij alle voorbijkomende twijfels toch zeer zelfverzekerd is gecomponeerd. Het oogt soms bijna als een speelfilm. Een coming-of-old-age-verhaal is het wel genoemd. Terecht.