Ghost in the shell (Rupert Sanders)

De gemodificeerde mensheid

Armoediger maar meer spektakel. De live action versie van Ghost in the Shell zal de fans van de animéversie van Mamoru Oshii teleurstellen maar visueel is er veel lekkers te halen.

Door Ronald Rovers

Ondanks Scarlett Johanssons erotisch bedoelde en — volgens eeuwenoude animé-traditie — compleet seksistische virtuele bodysuit in Ghost in the Shell, blijft de recette van deze live action adaptatie van de legendarische Japanse manga achter bij de verwachtingen. Never mind de marketing machine die al twee jaar voor de release Jan en alleman begon te vertellen hoe ongelofelijk fantastisch de film ging worden.
Nou zegt de opbrengst van een film weinig over de kwaliteit. Bovendien had de oorspronkelijke film al die cultfans ook niet meteen voor zich gewonnen. Dat werden er meer. Jaar na jaar. Maar de tegenvallende cijfers bevestigen wel wat op sociale media al sinds de bekendmaking van de cast rondzong: chronische onvrede met de whitewashing van de oorspronkelijke Japanse personages. Dat de makers daarvoor een geforceerde oplossing bedachten met een etnische onthulling laat in de film — we verklappen niet welke — bevestigt het probleem alleen maar.
Voor veel fans is dat niet eens het grootste bezwaar. Die zijn vooral teleurgesteld over de ontbrekende cyberfilosofische beschouwingen over transcendentie en post-humane entiteiten die de manga en de animé juist tot gamechangers hadden gemaakt. Mamoru Oshii’s animéadaptatie uit 1995, vol filosofische bespiegelingen over de aard van onze identiteit en grenzen van onze menselijkheid wanneer het brein wordt uitgebreid met cybernetische implantaten, heeft in de loop van twee decennia een trouwe en omvangrijke groep volgelingen gekregen. Die stel je niet tevreden met visuele effecten.
Blijft de vraag: zijn de tegenvallende cijfers terecht? Want die visuele effecten in Ghost in the Shell zijn behoorlijk indrukwekkend. Wat whitewashing betreft: dat kan niet echt een bezwaar zijn. Japanse fictie is al vaker voor een westers publiek bewerkt (Ringu, Rashomon, The Seven Samurai) en op zich is een witte cast — Ghost in the Shell heeft trouwens een opvallend internationale cast — geen probleem. Wat is er mis mee om verhalen naar andere culturen te verplaatsen? Dat een westers publiek, met name het Amerikaanse, moeite heeft om naar verhalen in een andere taal te kijken, want dat is hier het onderliggende probleem, is een andere kwestie.
Toch is de vertaalslag hier net iets problematischer dan bij andere films, omdat de buitenlandse fans van de oorspronkelijke Ghost in the Shell nou net alles koesteren wat zo typisch Japans is aan het verhaal. Zij vreesden al dat ‘geschikt maken voor een westerse markt’ zou betekenen dat de film platter werd, en geef ze ongelijk. Dat juist de filosofische dimensie uit de film is verdwenen, is pijnlijk. Ook voor de film zelf. Hij is er armoediger door geworden.

Lichtrefractie
Is het daardoor een slechte film geworden? Nee. Want de visuele effecten en wat dat betreft het hele production design van Nederlander Jan Roelfs is fantastisch: je verdwijnt als kijker in de neonoir van Blade Runner met die gepatenteerde Aziatisch-Amerikaanse megalopolis van de toekomst, waar luchtvervuiling de bewoners voor altijd in duisternis hult, en wordt meegesleurd door de actie van The Matrix. De drukte, de vochtigheid, de dystopie, de hele postnatuurlijke atmosfeer en de even angstaanjagende als fascinerende volgende versie van het menselijk lichaam waarvoor in allerlei vage achtershops mods te koop zijn. "Ooit zullen we allemaal zijn zoals jij", zegt iemand tegen Johanssons personage Major. Yes, please. En dan die lichtrefractie — zo heet het geloof ik — wanneer Major zich onzichtbaar maakt. Een techniek waar trouwens al jaren serieus aan wordt gewerkt om militairen onzichtbaar te kunnen maken. Ziet er schitterend uit.
Haar buddy — bij de geheime sectie zoveel — wordt gespeeld door de Deense acteur Pilou Asbæk, een bonk van een vent die zelfs nog iets sympathieks houdt wanneer z’n ogen noodgedwongen vervangen worden door een soort Google Glass binocle. Takeshi Kitano mag weer Takeshi Kitano spelen en hoewel het een beetje sleets begint te raken, is het wel vermakelijk. Ik bedoel maar, de cast is heel wat meer dan alleen Miss Johansson en haar loonstrookje van 17,5 miljoen dollar. Helaas is alleen de bad guy slecht gecast, tenminste de bad guy van de eerste helft van de film — we verklappen niet wie —  hoewel met de acteur op zich niks mis is. Maar goed, het is toch vaak donker. Ghost in the Shell is gemaakt om geld te verdienen, niet om de fans tevreden te stellen. En al kan het even duren, die fans zouden ook best deze nieuwe femme fatale in hun armen kunnen sluiten. Ook al weigert ze in haar eigen ziel te kijken.
Voer voor filmwetenschappers: wat vertelt dit vechtende, seksloze maar toch erotisch beladen cyberwezen (modmens?, robot?) over het heersende beeld van vrouwen, als je die ontwikkeling bekijkt vanaf Private Benjamin (1980) met Goldie Hawn en G.I. Jane (1997) met Demi Moore? Of vertelt het helemaal niks?