Führer und Verführer
Hitlers meesterverleider
Hoe manipuleer je een volk? Zonder propaganda lukt het niet. Führer und Verführer laat zien hoe propagandaminister Joseph Goebbels de waanzin van Hitler aan het Duitse volk verkocht. “Ik bepaal wat waarheid is.”
Regisseur Joachim Lang maakt meteen in de openingsscène van Führer und Verführer duidelijk waar het hem om te doen is. Het beeld is zwart en we horen een rustig pratende mannenstem. Geen bijzondere stem, maar een gewone, kalme stem. Geen onaangenaam stemgeluid. Even later weten we dat we luisteren naar Hitler, vastgelegd in een zeldzame audio-opname van een gesprek binnenskamers in 1942.
Natuurlijk: we weten echt wel dat Hitler in gewone dagelijkse gesprekken niet de demagogische schreeuwlelijk zal zijn geweest die we kennen van filmbeelden. Maar toch voelt het vreemd om hem op kalme toon te horen praten.
En dat is precies waar Lang ons wil hebben, omdat het ons ervan bewust maakt dat de Hitler die we kennen van bioscoopjournaals een propagandaconstructie was. Niet alleen over wat hij zei, maar ook over zijn gebaren en stemgebruik was nagedacht. Dat wij bij Hitler nog altijd het beeld voor ons zien van een brulboei, illustreert het succes van de nazipropaganda.
Führer und Verführer laat zien hoe die propaganda tot stand kwam. De speelfilm, waarin archiefopnamen van nazi-onderonsjes en gruwelijkheden zijn verweven, toont de propagandamachinekamer van het Derde Rijk met Joseph Goebbels als de grote verleider aan de knoppen. Het is zijn taak om Hitler te presenteren als onfeilbare Führer en zijn daden als zegenrijke beslissingen tot heil van het Duitse volk.
Trillende hand
“Ik schiep de mythe van de Führer”, zegt Goebbels in de openingsscènes van de film, waarna hij zelfmoord pleegt. Daarna springt Führer und Verführer terug in de tijd en zien we hoe Goebbels dat mythische beeld van Hitler creëert. Zoals met de propagandatriomf in 1938 in Berlijn als Hitler de massa toespreekt na de Anschluss, de inlijving van Oostenrijk bij Duitsland. Goebbels heeft de triomftocht tot in detail geregisseerd. “Wij dienen de waarheid slechts als het ons uitkomt”, horen we hem achter de schermen zeggen. En: “Wij leveren beelden die zullen blijven bestaan.”
Eerder merkte hij al op dat alleen hij bepaalt wat als waarheid aan het Duitse volk wordt verkocht. Inderdaad: het ontbreekt Goebbels niet aan zelfvertrouwen. Dat blijkt ook uit hoe hij collega’s omschrijft: Hermann Göring is een “dikke mopshond” en Heinrich Himmler “een burgermannetje”. Het illustreert nog eens dat Hitlers inner circle een slangenkuil was.
Met Hitler is Goebbels het niet altijd eens. Zo heeft hij moeite met Hitlers oorlogszucht. Hij twijfelt aan de inval van Polen, omdat hij in de propaganda tot dan toe het beeld uitdroeg dat Hitler vrede nastreeft in Europa. Maar Goebbels, die zich wentelt in zijn machtspositie, past zich altijd snel aan een nieuwe werkelijkheid aan. Bij de aanval op Polen luidt de propaganda dat deze door Poolse provocaties onvermijdelijk was geworden. In Führer und Verführer maakt het Goebbels als machtsbeluste opportunist niet uit welke boodschap hij moet verkopen. Vandaag vrede, morgen oorlog, het is hem om het even, zolang hij maar in het centrum van de macht staat – lees: tegen Hitler kan aanschurken. Daar offert hij alles voor op.
Macht weegt voor hem zwaarder dan liefde. Dat blijkt als de getrouwde Goebbels op bevel van Hitler zijn geheime liefdesrelatie met de Tsjechische Lída Baarová opgeeft. Hitler verbiedt Goebbels van zijn vrouw Magda te scheiden, omdat hun gezin, dat vijf kinderen telt, het arische modelgezin vertegenwoordigt. Die illusie moet in stand blijven. Even overweegt Goebbels om af te treden, maar hij kiest snel voor de macht en stuurt Baarová weg naar Praag.
Goebbels blijft tot het einde toe waken over het beeld van Hitler als mythische figuur. Als Hitler aan het einde van de oorlog, kort voor de capitulatie, een knulletje in de Hitlerjugend een trillende hand geeft, verbiedt Goebbels die beelden voor het bioscoopjournaal. De Führer mag niet met een zenuwachtig trillende hand worden gezien.
Duistere toekomst
Führer und Verführer toont Goebbels als een briljante propagandist, maar was hij dat ook? Is ons beeld van Goebbels niet nog steeds het beeld dat hij van zichzelf creëerde? Voer voor historici, maar vaststaat dat politieke propaganda universele kenmerken heeft. Ook geallieerde propaganda manipuleerde de waarheid. Toch is er een verschil: nergens was de propaganda zo gecentraliseerd en strak geregisseerd als in het Derde Rijk.
Wat Goebbels ook onderscheidt, is zijn inzicht dat propaganda het beste werkt als het er niet als propaganda uitziet. Vandaar zijn voorliefde voor speelfilms boven documentaires, omdat speelfilms propaganda kunnen verhullen in een dramatisch verhaal. Terwijl de kijker wordt meegesleept in een dramatische vertelling, pikt hij onbewust de propagandaboodschap op. Het verklaart Goebbels’ enthousiasme voor de speelfilm Jud Süss (1940). De antisemitische film zorgde voor meer Jodenhaat dan de opzichtig antisemitische documentaire Der ewige Jude (1940).
Führer und Verführer geeft geen nieuwe inzichten – Goebbels’ opvattingen en werkwijze zijn onder andere door zijn dagboeken voldoende bekend – maar toont knap, met een mengeling van fictie en archiefbeelden, in een notendop het gevaar van propaganda en het belang van een vrije pers. Dat de film in Duitsland toch gemengde gevoelens oproept, komt doordat het naziverleden er zo’n gevoelig onderwerp is, dat elke film erover op kritiek stuit.
Zo is ook nu weer bij Führer und Verführer de kritiek te horen dat de film Hitler en zijn bende vermenselijkt. Curieuze kritiek, want zijn er werkelijk mensen die denken dat monsterlijke mensen hoorntjes dragen, zodat ze er als monsters uitzien? Dat dat niet zo is, en gruwelijke heersers charmant en innemend kunnen zijn, maakt hen juist gevaarlijker.
Onterecht is ook de kritiek dat Führer und Verführer de indruk wekt dat het Duitse volk het slachtoffer was van perverse propagandisten, zodat het geen schuld heeft aan de gruwelen van het Derde Rijk. Ook dat is onzin. Dat de film naar de daders achter de schermen van de propagandamachinerie kijkt, betekent niet dat hij het Duitse volk collectief vrijpleit van schuld. Dat de propaganda op vruchtbare bodem viel, is duidelijk, maar is niet het onderwerp van deze film.
Führer und Verführer laat zien hoe propaganda in het Derde Rijk werkte, maar je moet blind zijn om geen parallellen met het heden te zien. Goebbels’ uitspraak dat hij bepaalt wat waarheid is, komt uit een duivels verleden dat in veel landen weer uit de grond kruipt. Populistische tirannen, partijen en bewegingen maken met nepnieuws en propaganda de geesten weer rijp voor een duistere toekomst.
We hadden het al begrepen, maar voor de zekerheid besluit de film met deze constatering van Primo Levi: “Het gebeurde… en daarom kan het opnieuw gebeuren.” Dat voelt nu eens niet als een obligate waarschuwing.