Før frosten
Woeste laagten van het barre land
Striemende wind slaat over het onwillige land in het Denemarken van 1850, waar een oude boer zijn gezin in leven probeert te houden. Intens, fysiek drama met mooie beelden.
Før frosten is een intens en fysiek gefilmd drama over een trotse zelfstandige boer die een barre strijd voert tegen winters en grootgrondbezitters. Een weduwnaar in een guur stuk donker Denemarken die thuis vier lijven in leven moet houden maar net genoeg heeft om ’s avonds een bord pap op tafel te zetten. Het zijn niet eens bijbelse plagen die de zeventigjarige Jens te verduren heeft. Dit is hoe het was. Geen Wuthering Heights maar Wuthering Lows. De groeven in het verweerde gezicht van acteur Jesper Christensen zijn als de groeven in het barre land.
Het begint met een koe die verkocht moet worden omdat er niet genoeg voer is. Met nog maar twee koeien moet Jens in de kerk een paar banken naar achteren plaatsnemen, in de rij voor de dagloners en de zuiplappen, klaagt hij. Het kastesysteem is overal aanwezig in negentiende-eeuws Denemarken. Een huwelijksaanzoek van de tweede zoon van een boer uit de buurt aan zijn dochter wijst hij af, want als tweede zoon neemt de jongen geen bruidsschat mee. Een regenbui op een verkeerd moment dreigt de hele wintervoorraad hooi te verpesten. Een aanbod van twee rijke Zweden om een deel van zijn land te kopen, wijst hij af maar tegen een hoger bod kan hij onmogelijk nee zeggen. Wat drastische gevolgen heeft voor het gezin.
In de winterse duisternis blijft de camera dicht bij Jens. Hij bewerkt het land, hij haalt een kalf ter wereld dat niet geboren wil worden, hij probeert zich te beheersen, hij is voor altijd in gevecht met de elementen. De film laat het zien als een titanenstrijd van een kleine man, zonder te zwelgen in de ellende. De intense camerastijl zorgt ervoor dat je de beproevingen ervaart en er niet van een afstandje naar kijkt alsof het een soort keuterboerenporno is. Dit is de klei waaruit Denemarken is opgetrokken. Voor de vorst kwam.