Flowers of Shanghai
Achter de schone schijn van een bordeel
Onder een dun oppervlak van moraliserende afkeuring verlustigen veel films over bordelen en prostituees zich aan sekswerk. Zo niet Hou Hsiao-hsiens chique bordeelfilm Flowers of Shanghai. Dat die geen enkele seksscène bevat, is geen toeval. De film gaat niet over seks, maar over macht en geld in een patriarchale maatschappij.
We bevinden ons aan het einde van de negentiende eeuw in een chique bordeel in wat een tekstje aan het begin van Flowers of Shanghai ’de plezierwijk van de elite’ noemt. In een met weelderige stoffen gedrapeerde kamer zit een groepje mannen rond een grote tafel, waarop exquise gerechten staan. De heren spelen een soort raad-eens-spelletje. Achter hen staan schitterend aangeklede vrouwen, die braaf glimlachen als een van de mannen een grapje maakt. De sfeer wordt hilarisch als de mannen praten over een afwezige man, die verliefd is op een vrouw. Minzaam spreken ze over hem als een verloren zielenpoot. “Gevangen in haar val”, vat één van hen het oordeel samen. De vrouwen lachen gezellig mee.
De minutenlange openingsscène van Flowers of Shanghai, Hou Hsiao-hsiens verfilming van een in 1892 als feuilleton in een literair tijdschrift verschenen Chinese roman, doet meteen al veel vermoeden over wat de film wil betogen. Duidelijk is immers dat relaties tussen mannen en vrouwen in deze patriarchale wereld niet om liefde draaien. Toch vereist die conclusie oplettendheid van de kijker, want Hou is geen filmmaker die de kijker boodschappen in het gezicht slingert. De Taiwanese regisseur is de grootmeester van de subtiliteit. In zijn films moet de kijker op zoek naar de waarheid achter de beelden. Wie aan de oppervlakte blijft, mist de essentie van zijn films.
Dat geldt zeker voor Flowers of Shanghai (Hai shang hua), dat al in 1998 in première ging, maar door rechtenkwesties op incidentele vertoningen na niet eerder in Nederland te zien was. In de film kan de kijker zich makkelijk vergapen aan de weelderige aankleding en glamoureuze sfeer, die met vloeiende camerabewegingen in beeld worden gebracht. Er is alle tijd om goed te kijken, want de film telt slechts 38 shots. Dat komt neer op een gemiddelde lengte van 3 á 4 minuten. Ter vergelijking: een gemiddelde film heeft meer dan duizend shots.
Flowers of Shanghai gaat over de relatie van vrouwen, die we courtisanes zouden kunnen noemen, met rijke mannen. De vrouwen binden zich aan één rijke man, die in ruil voor deze exclusiviteit haar en haar familie onderhoudt. De bordelen worden gerund door madames, die jonge kinderen kopen en vervolgens opleiden tot ‘bloemenmeisjes’. Rijke mannen kunnen in zo’n bordeel een vrouw ‘vrij’ kopen en haar als concubine mee naar huis nemen. Omdat deze mannen meestal getrouwd zijn, wordt de aankoop zijn tweede vrouw. De vergelijking met slavernij dringt zich op, met als verschil dat de bordeelvrouwen in theorie zelf een stem hebben in hun lot. Als ze niet verkocht willen worden, worden ze niet verkocht. Ook kunnen ze zichzelf vrij kopen als ze voldoende geld hebben verdiend. Maar in de praktijk zal van vrije keuze zelden sprake zijn geweest.
Menig regisseur zou hebben uitgepakt met seksscènes in een film als Flowers of Shanghai, maar Hou Hsiao-hsien niet. Door geen enkele seksscène in de film te stoppen, maakt hij duidelijk dat de film voor hem niet over seks gaat, maar over macht en geld. Vier vrouwen in vier verschillende bordelen illustreren dat in Flowers of Shanghai. Er is een vrouw die hoopt dat de ongetrouwde man voor wie zij sympathie voelt, die hij ook voor haar voelt, met haar wil trouwen. Een andere vrouw droomt ervan zichzelf vrij te kopen en een eigen bordeel te beginnen. Weer een ander probeert zichzelf en de man die de belofte verbrak dat hij haar zou trouwen, te vergiftigen. Ondertussen speelt onderlinge jaloezie bij de vrouwen en eergevoel bij de mannen, die geen concurrentie van andere mannen dulden, een grote rol.
Wie alleen naar de oppervlakte kijkt, ziet in Flowers of Shanghai een gracieuze zedenschets van een aan strikte codes en regels gebonden bordeelleven. Wie verder kijkt, ziet een patriarchale maatschappij, waarin volledig van mannen afhankelijke vrouwen handelswaar zijn. “Ach, we zijn tenslotte maar bloemenmeisjes’, zegt één van de vrouwen. Bloemenmeisjes? Zelden klonk een woord eufemistischer.