Fire Will Come

Fire Will Come van regisseur Oliver Laxe is een ingetogen drama over de woeste natuur van Galicië.

Hoe verwelkom je een volwassen zoon die thuiskomt na twee jaar gevangenisstraf? Je vraagt of hij honger heeft. Verder niets. Hij leeft nog, dat telt, en natuurlijk is hij welkom.

Amador – gespeeld door Amador Arias, een oud-boswachter en dierenverzorger met een schitterend verweerd gezicht – heeft vastgezeten voor brandstichting, en keert nu terug naar het boerderijtje van zijn moeder (Benedicta Sánchez, een taai springveertje van in de tachtig), haar hond en drie koeien. Sánchez en Arias acteren beiden voor het eerst, en hun scènes samen vormen het hart van Fire Will Come (O que arde). Weinig woorden, vanzelfsprekend vertrouwen. Twee kleine mensen versus een onberekenbare, grillige natuur.

Amadors terugkeer in de dorpsgemeenschap verloopt minder gemakkelijk. “Heb je een vuurtje?”, krijgt hij bij wijze van grap naar zijn hoofd geslingerd – en zelf is hij te stug en te schuw om welwillender types als de aardige buurman Ignacio tegemoet te komen. Zijn strafblad, al dan niet terecht, kleeft hem aan als een smet.

Galicië in Noordwest-Spanje, de geboortestreek van de ouders van regisseur Oliver Laxe, vormt in zijn derde speelfilm meer dan een fotogeniek decor. Laxe’s ambitie was om een van de beruchte, jaarlijks terugkerende bosbranden te filmen, een grotendeels onverklaard fenomeen. (Zijn het de boeren zelf? Het klimaat? De politiek?) Het vuur is hier een langzaam aanzwellende, onontkoombare dreiging – de Engelse titel verraadt meer dan het oorspronkelijke O que Arde (Wat brandt). Na een uur rukken de vlammen inderdaad op, maar het tempo blijft waarachtig traag – de arme boer die verwoed staat te blussen en een groepje zwijgende, uitgeputte brandweerlieden zijn personages van een totaal ander slag dan de hysterische helden en slachtoffers uit conventionele (Amerikaanse) rampenfilms.

Met Amador haalt regisseur en scriptschrijver Laxe intussen iets geks uit – iets irritants, voor wie inmiddels in zijn onschuld is gaan geloven. Tijdens de brand is hij nergens te bekennen. Benedicta zien we door het bos hollen, maar waar is Amador? Heeft hij een alibi? Als karakterstudie is Fire Will Come opzettelijk ambigu. De film werkt voor wie met twijfel kan leven.