Fahim
Kampioenen mogen blijven
Het waargebeurde verhaal van een jonge asielzoeker die het schopt tot meesterschaker is verfilmd als een multicultikomedie met een lach en een traan. Bitterzoet met een nare bijsmaak.
Aan het eind van de uit het leven gegrepen tragikomedie Fahim wordt de elfjarige hoofdpersoon schaakkampioen van Frankrijk. Dat mag nauwelijks een spoiler heten, want het valt na te lezen in de biografie van schaakmeester Fahim Mohammad (2000), die op zijn achtste door zijn vader werd meegenomen uit Bangladesh om in Frankrijk asiel aan te vragen. Dat kampioenschap is evenmin een verrassing, omdat regisseur en scenarist Pierre-François Martin-Laval zich netjes houdt aan het stramien van de sportfilm. In dit genre is winnen nooit alleen maar het resultaat van toewijding en hard trainen. Er moeten tegenslagen worden overwonnen en persoonlijke blokkades doorbroken.
In het verhaal van Fahim, eerder opgetekend in een autobiografische roman, liggen de tegenslagen voor het oprapen. Van de explosieve politieke situatie in vaderland Bangladesh, via de gebruikelijke narigheid die illegalen ondervinden in Fort Europa, tot de tolk die opzettelijk verkeerd vertaalt om de asielaanvraag te dwarsbomen. De persoonlijke blokkades kunnen we ook afvinken: Fahim moet leren open te staan voor advies, terwijl zijn mopperende schaakmentor na jaren eindelijk in het reine moet komen met zijn eigen in de knop gebroken grootmeestersloopbaan.
De jeugdige acteurs onder aanvoering van de frisse Assad Ahmed worden goed aangestuurd door Martin-Laval. De veteranen Gérard Depardieu en Isabelle Nanty krijgen juist weer alle ruimte in hun op het lijf geschreven vertolkingen van de lompe maar bevlogen schaakdocent en de empathische dame die de schaakclub bestiert. In navolging van multiculturele kaskraker Intouchables (2011) probeert Martin-Laval de toon licht te houden door het achterliggende drama af te zetten tegen humor die voortvloeit uit culturele botsinkjes.
Minder sterk zijn dan weer de vet aangezette flashbacks, die stukje bij beetje prijsgeven waarom Fahim en zijn vader Bangladesh moesten verlaten. Kennelijk vinden de makers het – met het oog op de publieksvriendelijkheid – nodig om te bewijzen dat deze vluchtelingen heus een goede reden hadden om hun land en familie te verlaten. Het geeft de film een wat wrange bijsmaak. Vooral omdat gaandeweg duidelijk wordt dat het winnen van het kampioenschap voor Fahim veel meer is dan alleen een sportieve of persoonlijke prestatie. De verblijftitels van zijn familie blijken ervan af te hangen. Want kampioenen mogen blijven. Maar wat als hij nou bij dat toernooi tweede was geworden? Of vijfde? Was hij dan een loser geweest die Frankrijk mocht worden uitgeschopt? De kans dat deze filmmakers dan interesse hadden gehad om Fahims verhaal te vertellen is uiterst klein. Terwijl dat verhaal niet wezenlijk verandert door dat ene potje schaak.