END OF DAYS
Vaarwel Aarde
De angst voor het einde van de wereld is een ideale voedingsbodem geweest voor veel apocalyptisch filmvermaak. De millenniumwisseling was aanleiding voor een aantal doemfilms, waaronder End of days met Arnold Schwarzenegger als alcoholist.
Het jaar 2000 zou een mooi jubileum moeten worden. Twee millennia verlossing, dan is een feestje wel op zijn plaats. In plaats daarvan luidt de jaarwisseling geen tijd in van vreugde maar van sombere verwachtingen. Religieuze doemdenkers lezen in die drie nullen het einde der tijden. Dat is nog eenvoudig op te lossen: vier oud en nieuw in Israël, daar staat de teller op 5760. Maar ook meer praktisch ingestelde zielen verwachten de ontwrichting van onze gecomputeriseerde samenleving. De millennium-bug, kortweg Y2K, wist banktegoeden, ontregelt het luchtverkeer en stuurt ongevraagd kruisraketten naar strategische doelen. Of nog erger: verstoort de ontknoping van Big Brother.
‘If we don’t end war, war will end us.’ (Things to come, 1936)
Het hoeft maar even tegen te zitten (broeikaseffect, nucleaire dreiging, epidemische ziekten en nu dus Y2K) en we roepen gelijk dat de wereld vergaat. Nou, die vergaat niet zo snel. Ooit roeide een inslaande komeet complete voedselketens uit, maar alles wat rest van die tragedie zijn de bovenmaatse knekels van de dinosauriërs. Wij zijn niet bang voor het einde van de wereld — dat probleem speelt pas serieus als over een paar miljard jaar de zon begint op te branden. We zijn bang voor het einde van de mens, en nog specifieker, onze eigen sterfelijkheid. En angst is nu eenmaal de ideale voedingsbodem voor een spannende film.
Duivel
‘It’s hip to be morbid’, signaleert Variety. Het vakblad komt met een waslijst aan apocalyptisch vermaak dat rond de jaarwisseling over de bioscoopbezoekers zal worden uitgestort. Variety stelt vast dat door het ontbreken van een echte natuurlijke vijand (de aids-plaag sluimert, de Russen hebben de handen vol aan hun eigen problemen) de dreiging al enige tijd van buiten de samenleving komt. Johnny Depp keert terug uit de ruimte met iets vreemders onder de leden dan jetlag (The astronaut’s wife) en aanstormende hemellichamen weten onze planeet feilloos te vinden (Armageddon, Deep impact).
Het is echter ’the biggest baddie of them all’ die de komende maanden zijn rentree maakt: de duivel. We hebben hem een tijdje moeten missen in de bioscoop, maar in End of days (slagzin: ‘Prepare for the end’) is het toch echt Satan die van de jaarwisseling een onvergetelijke dag wil maken. Hij heeft zijn oog laten vallen op Robin Tunney die de moeder moet worden van het volk dat in het nieuwe millennium de wereld gaat overnemen. De mensheid brengt grof geschut in stelling om het gevaar te doen wijken: Arnold Schwarzenegger. Helaas is Arnie een suïcidale alcoholist, en wordt Satan verbeeld door ‘sophisticated’ Gabriel Byrne, een acteur die alleen vanwege zijn naam de rol had moeten krijgen. Jammer alleen dat het scenario zo bar slecht is, want het millennium had wel een betere afsluiting verdiend.
Reli-thriller
Ook in Roman Polanski’s nieuwste film The ninth gate maakt de duivel zijn opwachting, terwijl in Stigmata ouderwets exorcisme wordt bedreven. Hierin wordt Patricia Arquette geplaagd door de kruisigingswonden van de Heer. En ze is niet eens gelovig. In The Omega code (slagzin: ‘The end has begun’) mag het ware geloof terugslaan. Deze geheel buiten Hollywood om geproduceerde reli-thriller met Casper Van Dien draait om verborgen codes in de bijbel waarmee de Apocalyps kan worden afgewend. De film werd gefinancierd door de televisie-evangelisten van de Trinity Broadcasting Network, die met behulp van vrijwilligers en natuurlijk de eigen zendtijd The Omega code aan de nodige publiciteit wist te helpen. De Amerikaanse pers haatte de film, maar kennelijk leefde er voldoende onzekerheid onder met name gelovige bioscoopgangers om van The Omega code een bescheiden succes te maken.
Opvallend aan deze golf van bovennatuurlijke thrillers is dat er geen bioscoophit aan de basis heeft gestaan. Zoals in tijden van crisis de kerken vol zitten, is de millenniumwisseling ook voor velen een periode van onzekerheid en bezinning, en filmproducenten spelen daar handig op in.
‘Keep watching the skies!’ (The thing from another world, 1951)
Zo levert elk tijdperk de rampscenario’s van de eigen angsten. Toen Amerika in de jaren dertig zuchtte onder werkloosheid, drooglegging en de naweeën van de beurskrach presenteerde Hollywood een rampenfilm waarin New York (lees: het hart van de moderne wereld) wordt weggevaagd door een vloedgolf van bijbelse proporties (Deluge, 1933). Ook Abel Gance vond dat de economische chaos van die tijd een direct gevolg was van het morele bankroet van de westerse mens. In Fin du monde (1930) laat hij God een meteoriet naar de aarde sturen als straf voor het losgeslagen gedrag.
Een enkele visionair voorzag in die tijd al wat de wereld werkelijk te wachten stond. In Things to come (1936) voorspelde H.G. Wells in zijn scenario een zinloze wereldoorlog die de beschaving zou terugwerpen naar een nieuw stenen tijdperk. Wells, auteur van The time machine en een overtuigd pacifist, had in een eerdere roman al de chaos van een atoomoorlog voorspeld, compleet met nucleaire winter. In Things to come laat hij de Tweede Wereldoorlog beginnen in 1940. Goed gegokt. De plek — Amerika — en duur — tot ergens in de jaren zestig — was minder accuraat.
Paranoia
De mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest. Zo brengt oorlog geen rampenfilms over verwoestingen voort; die zijn dan immers al een feit. Juist lofzangen op de glorie van het sterven voor je vaderland halen op zo’n moment de bioscopen. De Koude Oorlog was een heel ander soort oorlog. Er werd weinig gevochten, maar volop gevreesd. Er was de angst voor de communisten, er was de angst voor de bom; eigenlijk kon je niemand vertrouwen en hing ieders leven aan een zijden draad. Een gouden tijd voor wie munt wilde slaan uit collectieve paranoia.
Een directe confrontatie met de Russen verfilmen was politiek onverstandig. In plaats daarvan kwam de dreiging van Mars, de rode planeet, getuige films als The angry red planet en War of the worlds. "Keep watching the skies", roept Howard Hawks de kijkers op aan het eind van The thing from another world, wees alert! Echte nachtmerriescenario’s worden er nog nauwelijks geproduceerd. Buitenaardsen worden altijd verslagen, de wereld staat nooit echt op het spel. Atoomwapens kunnen behoorlijk vervelend zijn als ze prehistorische monsters tot leven wekken (Them!, The Beast from 20,000 Fanthoms), maar uiteindelijk zijn ze een zegen voor de mensheid. "You’re not afraid of a little radiation, are ya?" verwoordt in It came from beneath the sea een commandant de heersende mentaliteit.
Pas bij het langzaam opwarmen van de Koude Oorlog ontstond het besef en de vrijheid om werkelijk de mogelijke gevolgen van een atoomoorlog te tonen. Een trend die werd ingezet door Stanley Kramers ontnuchterende On the beach (1959) en zou culmineren in een regelrechte einde-der-tijden komedie: Dr. Strangelove (1964).
Chaos
Er wordt wel gezegd dat erger dan een onaangekondigde ramp een aangekondigde ramp is. Een aardbevingsalarm betekent evacuatie, verlamming van de infrastructuur, bestorming van de winkels, staat van beleg, beurscrisis, werkloosheid, chaos. Een aardbeving betekent vooral gouden tijden voor aannemers en begrafenisondernemers. We willen eigenlijk helemaal niet weten dat er een ramp staat te gebeuren. In de ondergewaardeerde Miracle mile (1988) krijgt Anthony Edwards een telefoontje dat helemaal niet voor hem bestemd is. Het bericht: over een half uur bereiken de eerste Sovjet-raketten de VS. Daar sta je dan met die wijsheid. Wat te doen? Koffers pakken voor Nieuw-Zeeland of een metrostation opzoeken? Edwards kiest ervoor het meisje te zoeken waar hij net verliefd op is geworden. En blijft hopen dat hij met een grappenmaker te doen heeft. Want de bom overleven lijkt nauwelijks een aantrekkelijk vooruitzicht.
‘There is still time.’ (On the beach, 1959)
In 1965 produceerde de BBC een pseudo-documentaire over Londen na de bom, The war game. De omroepbazen wierpen één blik op de expliciete taferelen van chaos, apathie en algemene misère en haalden een streep door de uitzending. Een cultfilm was geboren. Een latere poging, Nicholas Myers The day after, was wat publieksvriendelijker, maar nog steeds was de impact enorm. Het besef dat een atoomoorlog louter verliezers kent werd zichtbaar gemaakt in de beelden van een samenleving die langzaam uiteen valt door stralingsziekte, voedseltekorten en de angst voor een naargeestige toekomst.
Zandhappen
Hoe ziet de wereld eruit op de dag na de bom, na de grote oorlog, na de plaag? Het hangt een beetje af van de theorie die je aanhangt. Stijgt het waterpeil vanwege het broeikaseffect? Dan zou de aarde wel eens kunnen lijken op de oceaan zonder einde uit Waterworld en kunnen we maar beter kieuwen ontwikkelen. Drogen we uit? Dan wordt het meer een kwestie van zandhappen en benzine hamsteren zoals in de Mad Max-films.
‘We’ll meet again. Don’t know where, don’t know when.’ (Dr. Strangelove, 1964)
De nucleaire winter is een nog onaantrekkelijker plaatje, onder meer tot leven gebracht in Chris Markers invloedrijke La jetée (1962). Deze vrijwel geheel uit foto’s bestaande korte film toont hoe Parijzenaren na de bom ondergronds zijn gegaan. Daar wordt gezocht naar een weg uit de ellende via tijdreizen. Het verleden, waarvan de toegang verschaft wordt door een overlevende met een traceerbare herinnering, is echter een doodlopende weg, en de toekomst blijft een open boek. Zowel James Cameron (Terminator) als Terry Gilliam (12 monkeys) gebruikte Markers idee als uitgangspunt voor een lange speelfilm, maar ook zij slaagden er niet in er een positieve draai aan te geven. De nucleaire holocaust is simpelweg te gruwelijk voor een happy end. Of toch?
Stiekem zullen we allemaal wel eens gespeeld hebben met de gedachte dat morgen de samenleving zoals we die kennen ophoudt te functioneren. School’s out. Forever. De kans om overnieuw te kunnen beginnen, alleen ditmaal zonder betuttelende overheden en eindeloze regelgevingen. Er geldt nog maar één recht, dat van de sterkste. Dus niet zeuren, maar mouwen opstropen en vechten! (Independence day).
Het zijn niet toevallig vooral actiefilms die zo’n scenario voorschotelen. Pas in moeilijke tijden kan een man weer een man zijn. Charlton Heston heeft er een complete carrière mee opgebouwd. In The Omega man (1971, slagzin: ‘The last man on earth is not alone’) lijkt hij de enige mens op aarde die een wereldoorlog, gevoerd met biologische wapens, heeft overleefd. Hij deelt New York met lichtschuwe zombies, voor de rest heeft hij het rijk alleen. Heston staat op het punt een geneesmiddel tegen de ziekte te vinden, maar wil hij dat eigenlijk wel? Als je hem lekker alleen in een bioscoop van Woodstock ziet genieten, vermoed je dat de status van laatste man op aarde zijn voordelen heeft.
In werkelijkheid kunnen we zoveel vrijheid natuurlijk nooit aan. Luc Bessons Le dernier combat laat zien dat zelfs op het punt van uitsterven de mens nog een domme hufter blijft, altijd op zoek naar manieren om zijn buurman een loer te draaien. De titel van de inventieve lowbudgetfilm dient letterlijk genomen te worden. Als de laatste vruchtbare man het loodje heeft gelegd is de mens gedoemd tot uitsterven. Misschien maar beter ook.
Champagne
Blijft de vraag: wat gaan we werkelijk doen als de Laatste Dag aanbreekt? Lekker eten in een duur restaurant en niet betalen? Spaargeld stukslaan bij Yab Yum? Of eindelijk de Nachtwacht bekijken? In Last night (slagzin: ‘It’s not the end of the world… there’s still six hours left’) brengt de Canadese acteur/regisseur Don McKellar zo’n laatste dag tot leven. Hij speelt zelf een man die er na de dood van zijn geliefde voor kiest om de naderende meteoriet (dat is ditmaal de boosdoener) alleen op te wachten in het gezelschap van een goed glas champagne en prettige muziek.
‘The bloody fools finally went and did it!’ (Planet of the apes, 1968)
Helaas, zijn rust wordt verstoord door een vrouw die wanhopig probeert thuis te komen maar in de chaos op straat is blijven steken. Mag ze misschien even bellen? Ze wil namelijk vóór het Einde ritueel zelfmoord plegen met haar echtgenoot.
Ook mooi is de baas van het elektriciteitsbedrijf (David Cronenberg) die overwerkt om in elk geval de boeken op orde te hebben. En echt gelukkig lijkt de jongen die al zijn seksuele fantasieën laat uitkomen, ook niet te worden. Zelfs in het aangezicht van de dood lijkt de mens geen innerlijke vrede te kunnen opbrengen, is McKellars conclusie. Het beste advies voor de laatste dag: blijf thuis en probeer die laatste uurtjes in vrede met je naasten door te brengen. Je wilt niet een paar uur voor het einde ontdekken dat je het je hele leven verkeerd hebt gedaan.
Mark van den Tempel
Dit is het zesde deel van de serie ‘Het einde van…/2001 vragen aan de cinema’.