En la ciudad

Madrileense liefdesperikelen

En la ciudad

Met En la ciudad schetst Cesc Gay een voortsudderend maar aandachtig portret van een stel tobbende vrienden in Madrid.

Tel de eet- en drinkscènes bij elkaar op en het lijkt alsof de bevriende dertigers uit En la ciudad elkaar voornamelijk treffen in cafés en restaurants. Ze kletsen honderduit over hun liefdesperikelen, verzwijgen en verzinnen ook een hoop, maar dan wel steeds aan de bar of dinertafel. Daarbij gaat het regisseur Cesc Gay (Krámpack, 2000) om de hap bedenktijd die Sofia nodig heeft om een vluggertje op te blazen tot een perfecte relatie, of om de peinsblik waarmee Irene achterblijft wanneer haar disgenoten even gaan plassen.

Gay vertelt in En la ciudad vier complexe liefdesgeschiedenissen. Terwijl Irene haar gezin laat varen voor een lesbische liaison en Sofia haar gefantaseer te ver doordrijft, slaapt Tómas met zijn minderjarige studente Ana en dreigen Mario en Sara door hun slippertjes van elkaar te vervreemden. Volgens de conventies van het groepsportret zijn de verschillende verhalen netjes door elkaar gehusseld, met de Madrileense horeca als knooppunt.

Feestmaal
Daarbij krijgen sommige personages minder aandacht dan andere: het relaas van Tómas en Ana blijft tot enkele scènes beperkt, misschien omdat ze hun relatie geheim moeten houden en dus nooit eens gezellig naar de kroeg gaan. Hun coming out vindt pas tijdens de finale plaats — een feestmaal waarbij eindelijk alle hoofdpersonages samenkomen en (enkele van) de kaarten op tafel worden gelegd. Logisch voor een film waarin ook vriendschap door de maag gaat.

In de veronderstelling dat personages blijven bestaan terwijl ze uit beeld zijn, kun je enkel aannemen dat het sociale leven van deze tobbers gevarieerder is dan de film suggereert; dat ze heus wel vaker samen naar het theater gaan, al krijg je dat maar één keer te zien. Gay laat herhaaldelijk doorschemeren dat ook wíj niet alles te zien krijgen of zeker kunnen weten. Liegt Tómas tegen Ana als hij zegt dat hij weer hecht is met zijn ex? En kijkt Mario niet op een gegeven moment verlangend naar Irene, alsof hij het liefst met háár vreemd zou willen gaan? Inderdaad loopt hij op haar af, maar zegt vervolgens niets. Einde scène. Op Mario’s vermeende verlangen wordt niet meer teruggekomen, wat niet wil zeggen dat het er niet was, of is.

Borst
Voortdurend krijg je als toeschouwer deze argwanend-observerende blik aangemeten. Door te dralen bij een omhelzing dwingt Gay je dat gebaar op waarde te schatten, zoals hij elders met goedgemikte shots de manier benadrukt waarop de personages elkaar aankijken (hoe lang, hoe vaak, bij welke woorden niet en bij welke wel). Hoe mensen samen wakker worden, waarom dezelfde borst de ene hand verdraagt en de andere niet, hoe liefde langzaam op kan lossen, en hoe het is om een minuut alleen te zijn in de kamer van je kersverse minnares — om zulke zaken gaat het in En la ciudad.

Gay stelt deze thema’s in alle openheid aan de orde, vertrouwend op de mensenkennis van zijn publiek. Terwijl de film maar mondjesmaat ontroert — de verhalen sudderen net iets te veel voort — slaagt hij er op die manier toch in je bij de personages en hun strubbelingen te betrekken. Bovendien krijg je honger van al dat geconsumeer. En ook dat is een vorm van identificatie.