ELEMENTAIRE DEELTJES

Houellebecq met happy end

  • Datum 08-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films ELEMENTAIRE DEELTJES
  • Regie
    Oskar Roehler
    Te zien vanaf
    01-01-2006
    Land
    Duitsland
  • Deel dit artikel

Oskar Roehler maakte van Michel Houellebecqs schandaalroman Elementaire deeltjes een film waarvoor je niet bang hoeft te zijn.

Michel Houellebecqs Elementaire deeltjes (2000) is een gevaarlijk boek dat je maar moet durven lezen. Aan de hand van twee intrieste personages — de geniale maar emotioneel gemankeerde moleculair bioloog Michel en de seksueel gefrustreerde leraar Bruno — beschrijft Houellebecq al het nare dat mensen zo menselijk maakt. De onzekerheid of leegte die je kunt voelen in het nabij zijn van de ander, of wanneer je je eigen spiegelbeeld aankijkt, het ondoorgrondelijke brouwsel van verlangen, lust, liefde, haat, agressie en egoïsme dat de basis van menige relatie blijkt te zijn zodra de deksel van de pot wordt geschoven, enzovoort, enzovoort.
Waar is het allemaal goed voor, is de vraag die het boek aan zijn lezer stelt. Zou je kiezen voor een toekomst waarin de mens gevrijwaard is van alle door voortplantingsdrift en hunkeringen bemoeilijkte emoties? Of zijn die vluchtige momenten van liefde en tederheid al dat lijden ruimschoots waard? Zo overtuigend als de roman in zijn confrontatie is, zo hoef je voor Oskar Roehlers elementaire deeltjes (elementarteilchen) helemaal niet bang te zijn. Roehler denkt teveel aan zijn publiek om het te laten botsen op Houellebecqs gewetensvraag. Terwijl hij met zijn eerder werk (die unberührbare, der alte affe angst) voor flink wat existentieel ongemak zorgde, wilde hij dit keer de mensen bereiken die in het weekend gewoon zin hebben om een filmpje te pakken. Daarom geen dilemma, daarom tot in de kleinste bijrollen (voor Duitsers) bekende gezichten (de met een Zilveren Beer bekroonde Moritz Bleibtreu bijvoorbeeld), daarom weinig ranzige seks.

Hoerenherberg
Misschien zou de experimentele, bewust vervelende film die het boek eigenlijk verdient, inderdaad een preek voor eigen parochie zijn geworden. Verschillende scènes zijn aanstootgevend of meelijwekkend genoeg om bij het zaterdagavondpubliek in het verkeerde keelgat te schieten. Vooral de eerste helft blijft wat dat betreft trouw aan de oprecht spilzieke geest van het boek. Bijvoorbeeld wanneer Michel naar het dorp van zijn jeugd afreist omdat oma’s graf geruimd moet worden, en toeziet hoe dier schamele resten in een vuilniszak worden geschept. Of wanneer Bruno een scholiere tussen de lesbanken tot wat gefrunnik probeert te verleiden. De nauwkeurig geobserveerde handelingen spreken hier voor zich, niet opgedirkt door de hinderlijke muziek die elders zeurt, of de hyperrealistische look die de scène in een Tiroolse hoerenherberg zo platkomisch maakt.
Maar ja. Vuilniszakken met omaskeletten, dooie parkietjes, hitsige hippies en schoolopstellen vol spermaklodders maakten de douche blijkbaar al koud genoeg voor het uitgaanspubliek. Roehler geeft verder zijn eigen draai aan het boek en putte uit Houellebecqs dystopie (of hymne aan de mens?) zowaar een dubbele romance met (een soort van) happy end. Overwint de liefde verdomme alwéér!
Als Roehler op die manier iemand werkelijk weet te choqueren, dan wel de fans van het oorspronkelijke boek. Wat de horrorfilm van het jaar had kunnen zijn, muteert tot een te behaaglijk melodrama dat af en toe prikt maar geen angel heeft.

Kevin Toma