ELEGY FROM RUSSIA — SKETCHES FOR SLEEP

Troostende overgang naar de dood

Voor een Rus is lijden een onontkoombaar onderdeel van het leven. Een Rus zal een treurende landgenoot opbeuren door met hem mee te huilen. Aleksander Sokoerov begon in 1986 met vijf ‘Elegieën’ zijn klaagzang over de maatschappelijke situatie in zijn land en haar steden. In de zesde aflevering laat hij zijn toeschouwers wennen aan hun uiteindelijke lot, door hen te leren omgaan met de dood.

Elegy from Russia is tot stand gekomen na de val van het Sovjet-rijk. Aleksander Sokoerov (Irkoetsk, 1951) richt zich in deze documentaire op de ziel van zijn eigen volk. Met zijn indringende beelden zoekt hij de ontvankelijke toeschouwers uit een kijkerspubliek dat in de huidige Russische cinema nog slechts wordt behaagd door amusementsfilms. Toen hij De tweede cirkel (1990) maakte, ging het over de achterblijvers van de overledenen. Nu overdenkt hij het levenseinde vanuit het perspectief van het stervende individu zelf — of van het hele land.
Elegia iz Rossii (de oorspronkelijke titel) begint met een minuten lang donker beeld. We horen een mannenstem zwaar ademen, een vrouw helpt. Geleidelijk worden vingers zichtbaar: een hand houdt een andere hand vast. Het shot blijft lang staan. De polsslag van de man is opgehouden. We waren getuige van het stervensproces. Is dit het schemergebied waarin je dood gaat?
Sokoerov toont in alle rust de prachtige omgeving van het oord, en een man die binnen zit te roken. Het geruis van de bomen gaat over in ziekenhuisgeluiden die van ver lijken te komen, wanneer de camera zwart-wit foto’s aftast met landschappen en mensen van vroeger. ‘Sketches for sleep’ is de ondertitel van Elegy. De foto’s uit laat negentiende-eeuws Rusland vormen de droom voor deze schetsen; de geluiden het geruststellende idee dat er gewaakt wordt door de verzorgers.

Begin van het einde
Voor Sokoerov is er geen verschil tussen documentaire en speelfilm. Beide zijn voor hem kunstuitingen — ze streven niet naar de waarheid. In cultuur-historisch opzicht zijn de foto’s (van Maxim Dmitriev) ‘documentair’. Hun inpassing in de mise-en-scène is echter dramatisch. Dit zijn de herinneringen van een bejaarde, of zijn (laatste) gedachten voor hij sterft. Het documenterende aspect ervan is, dat ze tezelfdertijd de dromen van een heel land weerspiegelen: een samenleving in opbouw — van vóór de communistische revolutie. De achterkant van deze spiegel roept daarbij de vraag op of Rusland niet eigenlijk nu nog steeds in het primitieve stadium van de oude foto’s verkeert. Enkele foto’s tonen een boerenvrouw op bed in een armzalig onderkomen, en een bebaarde man tegen een afbladderende muur; dit hadden net zo goed plaatjes kunnen zijn van het hedendaagse rusthuis waar de ouden-van-dagen hun leven liggen te overdenken.
Een elegie is een treurdicht, waarin de goede herinneringen aan vroeger gepaard gaan met de droefenis om het verlies ervan. Sokoerov draagt haar op aan Rusland, dat telkens weer moet beginnen zichzelf opnieuw op te bouwen. Een droom over de Eerste Wereldoorlog roept het besef op hoezeer Moedertje Rusland door loopgraven genadeloos is omgeploegd.

Sokoerovs perfecte beheersing van zijn technische middelen staat effectief in dienst van de symbolische waarde van zijn films. Hij maakt beeldende kunst van zijn camerawerk. In Elegy schildert de camera aquarellen (de baby voor het bevroren meertje bij de bossen). Met vertekenende lenzen wordt het onwerkelijke, de droomtoestand benadrukt.
Ook de geluidsband vertelt zijn eigen verhaal. Zoals in Pijnlijke onverschilligheid (1987) het constante geknal van inslaande granaten een tegenstelling vormde met het zich van de buitenwereld afsluitende gezelschap in het landhuis, vormen de stemmen en holle klanken uit de kamertjes en gangen van het verzorgingshuis in Elegy een extra betekenislaag, los van het beeld. Een dode schijnt nog twee uur na zijn verscheiden te horen, wordt opgemerkt. Sokoerov richt zich op beide zintuigen van de kijker apart, maar met elkaar aanvullende informatie.

Mededogen
Zijn films kunnen het beste worden beleefd door ze te ondergaan. Het herkenningsproces verloopt gemakkelijker naarmate men meer voorbeelden van zijn stijl heeft gezien. Geen enkele kleurtoevoeging, grove korrel, overbelichting of uit focus gedraaide scheve camera-instelling is te wijten aan gebrekkige faciliteiten.
Volgens Sokoerov voelt een Rus zich machteloos en is hij niet geneigd zijn levensomstandigheden te verbeteren. Het bestaan is een grote tragedie, daarom gaan zijn films over het zware leven. Hij maakt geen kunst ter ontspanning, maar om de mens hierop voor te bereiden.
Sokoerov dwingt de kijker na te denken — dat hoefden zijn landgenoten onder het communisme niet — maar reikt ze met Elegy ook de hand. Op de vleugels van de wederopstaande religieuze beleving in Rusland helpt zijn film de angst voor het einde van het leven te verminderen. Dit past in de Russische traditie van mede-lijden. Het hangt van ieder persoonlijk af of het leed op aarde hierdoor dragelijker wordt, maar Sokoerovs compassie biedt een bemoedigende troost.

Kees Hogenbirk