El abrazo de la serpiente
De ziel van het oerwoud
Een sjamaan gidst een etnoloog en een bioloog door het Amazonewoud, een tocht die uitmondt in magisch-realistische momenten. Na prijzen in Cannes en op Sundance is Ciro Guerra’s wonderlijke film nu voor een Oscar genomineerd.
De Colombiaanse regisseur Ciro Guerra baseerde zich voor El abrazo de la serpiente losjes op de dagboeken van etnoloog Theodor Koch-Grünberg en bioloog Richard Evans Schultes. In de eerste helft van de vorige eeuw gidste de sjamaan Karamakate de wetenschappers door de ondoordringbare wildernis van het Amazonegebied, op zoek naar yakruna, een mysterieuze plant waar een helende werking aan wordt toegeschreven – een soort heilige graal.
In 1909 begeleidde Karamakate, gehuld in verentooi, de doorgewinterde etnoloog Koch-Grünberg (Jan Bijvoet) door de Amazone. Die reis wordt afgewisseld met een reis uit 1940, wanneer de medicijnman, nu vertolkt door Antonio Bolivar, wordt vergezeld door de jeugdige bioloog Evans Schultes. Uit de twee reizen blijkt de pijnlijke kloof tussen de oude en de nieuwe wereld.
De twee vertolkers van de sjamaan zijn gecast onder inwoners van het Amazone-gebied, waardoor het contrast tussen de blanke acteurs en de non-professionele acteurs nog groter wordt. De professionele acteurs spelen een rol, zoals de wetenschappers dat ook deden. Maar de oorspronkelijke bewoner is slechts zichzelf, onaangetast door materialisme of hebzucht, maar net als de sjamaan die ze vertolken wel bezorgd over de grote veranderingen in hun leefgebied. Dit wordt door Karakamate op ontroerende wijze verwoord: “Laat ons lied niet weggevaagd worden.”
De zwart-witbeelden dragen bij aan die beklemming: wit wordt het dubbelzinnige symbool voor ‘beschaving’. De inheemse kinderen in hun witte tenues zijn gekerstend door een priester. Hun ouders zijn ze kwijtgeraakt door de slavernij in de rubberplantages. Het maagdelijk wit is bevuild.
Karamakate, gids én moreel kompas, brengt ons dichter bij de natuur, bekeert ons, als het ware. Het voelt als een soort tegengif voor de rationaliteit van de wetenschap – een van de pijlers van beschaving. Koch-Grünberg en Evans Schulte proberen de onverklaarbaarheid van de natuur te verklaren. Dat lukt ze niet, zo illustreren de wonderschone beelden van de jaguar, de tapir en de meanderende rivier, die samen met bezwerend gezang magisch-realistische momenten crëeren. Net als de nachtelijke scènes waarin knisperende vlammen raadselachtige silhouetten vormen. Als stil bewijs dat in het oerwoud alles bezield is.
Die transformerende reis door het oerwoud doet onvermijdelijk denken aan Heart of Darkness (1994) en Apocalypse Now (1979), ook verhalen waarin de ratio de mens verlaat. Toch verschilt Guerra’s invalshoek wezenlijk. Karamakate kan je zien als een ironische allegorie: hij staat voor alles wat wij westerlingen zijn vergeten over onszelf en onze omgeving, doordat we beschaafd denken te zijn.