Dwelling in the Fuchun Mountains
Een weidse familiekroniek
Met Dwelling in the Fuchun Mountains levert Gu Xiaogang een indrukwekkend regiedebuut af. Een schilderachtige familiekroniek vol contrast en reliëf.
In de veertiende eeuw schilderde Huang Gongwang Woning in de Fuchun-bergen. Een meterslange handrol die je alleen in je op kunt nemen door er langs te lopen en in die handeling zet je de tijd in beweging. Verstrijken de seizoenen op het doek.
Dat Gu Xiaogang zijn debuutfilm vernoemt naar dit beroemde werk is geen grootspraak. Traag van links naar rechts bewegende tracking-shots echoën de manier waarop dat schilderij, als cinema avant la lettre, verbinding legt tussen beweging en tijd.
Gedurende een jaar waarin de seizoenen elkaar opvolgen in schilderachtige beelden portretteert Dwelling in the Fuchun Mountains (Chun jiang shui nuan) een doorsnee Chinese familie in provinciestad Fuyang. De film begint op de zeventigste verjaardag van de matriarch van de familie en volgt voornamelijk haar vier zoons, onder wie een succesvol restauranthouder en een zwendelaar die zich diep in schulden heeft gewerkt.
Dwelling in the Fuchun Mountains is een familiekroniek waarin de invloed van Taiwanese filmmakers Edward Yang en Hou Hsiao-hsien nooit ver weg is. De weidsheid waarmee Gu deze bescheiden levens schetst, tilt die levens op boven het alledaagse.
De camera, die toch al nooit echt dicht bij de personages komt, beweegt geregeld bij hen vandaan totdat ze, net als in het schilderij van Huang, nauwelijks meer te onderscheiden zijn in de omgeving. Toch levert dat geen afstandelijke film op. Juist door ze in dat grotere geheel te plaatsen, waarin moderniteit en traditie langs elkaar schuren, en ook door hun lot te kantelen, weet Gu elk van zijn personages reliëf te geven.