Duska

Als God niet wil vertrekken

Duska

Duska opent op 26 september het 27e Nederlands Film Festival. Negen jaar na No Trains No Planes vangt Jos Stelling zichzelf in de spiegel van een film die terugkeert naar de stijl van De illusionist en De wisselwachter.

Volgens Jos Stelling baseerde hij Duska op de bizarre ervaringen van een Oostenrijkse journalist. Die had al jaren last van ene Dusko, een Servische vluchteling die ongevraagd bij hem was ingetrokken en maar niet weg wilde gaan.

Of het verhaal waar is, doet er niet toe. In de traditie van het door Stelling bewonderde katholicisme kun je zeggen dat a) hij het vertelt en b) het dús waar is. Het gaat tenslotte om de verbeelding, en laat dat nou net zijn waar alles om draait in deze film.

Duska is een verhaal over een filmcriticus (Gène Bervoets) die wacht op inspiratie voor het scenario dat hij na jaren van kritieken wil schrijven; een speler in een film over zijn eigen leven, maar een film die niet eens zijn naam draagt en waarin hij nauwelijks tekst heeft.

Sommige mensen wachten op Godot, anderen moeten wachten tot hij vertrekt. Net als het niet-verschijnen van Godot de levens van Vladimir en Estragon bepaalde, wordt het wel-verschijnen van Duska de zin van het bestaan van de criticus en de regie die bepaalt wat er met de rest gebeurt. Die rest, dat is het andere grote verhaal in Duska, dat is de hopeloze verliefdheid van de schrijver op het meisje (een intrigerende Sylvia Hoeks) achter de bioscoopkassa aan de overkant. Je zou haar ook zijn inspiratie kunnen noemen.

Schoothondje
En het werkt. Gène Bervoets ‘werkt’ als passieve toeschouwer van zijn omstandigheden die zo gewend is geraakt aan het kijken naar de levens van anderen dat hij ook in zijn eigen leven een kijker is geworden. Hij heeft alleen zijn verbeelding nog en die verbeelding maakt dat wij niet weten wat echt is en wat niet. Komt het meisje echt bij hem binnen? Ligt ze echt bij hem in bed, klaar, vraagt ze echt om hem? Is Duska echt hier of is hij de personificatie van een writer’s block? Is hij de verbeelding van alles wat de maker tegenhoudt? En hoewel Sergei Makovetsky naar eigen zeggen niet Stellings eerste keuze was voor de rol van Duska, lukt de Rus om met zijn kleffe schoothondjesgedrag naast irritatie net genoeg sympathie op te wekken om te geloven dat Bervoets hem niet meteen het huis uit schopt.

Er is wel wat af te dingen op de film. Zijn lengte bijvoorbeeld waardoor hij in de tweede helft vaart verliest, of zijn verhaallijn met het meisje dat soms als geforceerde contrapunt voor Duska fungeert. Maar het stoort allemaal niet echt. Veel belangrijker is dat het verhaal niet schematisch wordt, hoewel de constructie soms op het randje balanceert. Maar het lukt Stelling de bizarre situatie geloofwaardig te houden.

Wat overblijft, als de een ouder en de ander vertrokken is, is het verhaal op het scherm dat achterblijft terwijl de wereld vergaat. De maker vergaat, zijn woorden blijven. Het script is geschreven. De film geboren.