Djakarta 1946
Van twee walletjes eten

Djakarta 1946. Foto: Eriek Njuragan
Deze Indonesische oorlogsfilm annex erotisch drama, over een driehoeksverhouding tijdens de onlusten in Jakarta in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog, hinkt te veel op twee gedachten.
“In oorlogstijd is het eenvoudig om je verdorvenheid te verbergen tussen zoveel andere verdorvenheden.” Deze bespiegeling komt in Djakarta 1946 (Perang kota, letterlijk ‘stad in oorlog’) uit de mond van Fatimah, de femme fatale van het verhaal. Terwijl Jakarta (tussen 1942 en 1972: Djakarta) in rep en roer is nadat de Japanners zijn verdreven, begint zij een affaire met Hazil, de protegé van haar echtgenoot Isa. Hazil en Isa zijn revolutionairen die Indonesië willen ontdoen van de Nederlanders, die het land weer in bezit willen nemen. In de tussentijd zijn Indiase eenheden in dienst van het Britse koloniale rijk in Jakarta neergestreken om het Indonesische verzet de kop in te drukken.
In de openingsscène is te zien hoe die in opdracht van een Nederlandse officier (Tim Haars) lukraak om zich heen schieten in de smalle straatjes van Jakarta. Nietsvermoedende Indonesiërs komen hierbij om het leven. Fatimah weet het bloedbad met haar stiefzoon te ontvluchten en laat even later zien dat ze zelf ook wel raad weet met een geweer. Filmmaker Mouly Surya brengt de eerste akte op dynamische wijze in beeld, met zinderende actieshots gefilmd op dolly’s. Djakarta 1946 begint als actiefilm om na zo’n half uur speeltijd te transformeren tot een erotisch drama in oorlogstijd.
Fatimah heeft behoefte aan bevredigende seksuele ervaringen en die kan de impotente Isa – zijn erectieproblemen hebben iets te maken met zijn oorlogsverleden – haar niet geven. Dus vrijt ze met Hazil. Tegen het einde van de film verdwijnt deze driehoeksverhouding weer naar de achtergrond en staan de scènes weer in het teken van de revolutie. Hazil en Isa hebben een plan bekokstoofd: ze willen een hoge pief om het leven brengen door een aanslag te plegen in een lokaal etablissement dat door de kolonisten en collaborateurs wordt bezocht.
Gaandeweg doet Djakarta 1946 denken aan Tarantino’s Inglourious Basterds (2009). Surya werkt overduidelijk toe naar een bloederig hoogtepunt dat, net als in Tarantino’s thriller, gepaard gaat met witte kostuums in een rode nachtclub. De gelijkenissen zijn opvallend en Surya’s film verwordt tot een krachteloze karikatuur die alle kanten op schiet.
Het is spijtig dat Surya, die doorbrak met het inventieve Marlina the Murderer in Four Acts (2017) zich na een matig uitstapje naar Hollywood (Trigger Warning, 2024) niet weet te herpakken. Djakarta 1946 wil van twee walletjes eten en gaat aan die ambitie om actie en erotiek te verenigen uiteindelijk ten onder.