DINOSAUR

Odyssee van dino-ei

  • Datum 03-11-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DINOSAUR
  • Regie
    Eric Leighton, Ralph Zondag
    Te zien vanaf
    01-01-2000
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Dinosaur: want dino’s zijn precies als mensen

Dinosaur is, ondanks de indrukwekkende combinatie van computergeanimeerde dinosauriërs en live action-achtergronden, een matige Disneyfilm waarbij het ‘wow!’-gevoel snel plaats maakt voor een déjà vu-gevoel.

Hoewel iedereen bij het horen van titels als Toy story of A bug’s life aan de Disney-studio’s zal denken, tekende de Amerikaanse tekenfilmgigant in beide gevallen slechts voor de productie van de films. Met de ontwikkeling van de baanbrekende computeranimaties zelf had Disney maar weinig van doen. De credits voor de eerste volledig middels cgi (computer generated images) geconstrueerde film vielen de onafhankelijke Pixar Studio’s ten deel, een verdienste waarvoor geestelijk vader John Lasseter in 1995 zelfs een ‘special achievement’-Oscar ontving.
Uiteraard wilde Disney niet achterblijven in de zee van mogelijkheden die de nieuwe cgi-ontwikkelingen boden en richtte snel haar eigen cgi-studio op. De nieuwe, uiterst geavanceerde dependance kostte maar liefst 120 miljoen dollar en zette zich rap aan de voorbereidingen voor de eerste geheel digitale avondvullende Disney-creatie.
Gekozen werd voor Dinosaur, een project dat eind jaren tachtig nog bij Paul Verhoeven en stopmotion-animator Phil Tippett op tafel had gelegen. Het weinig opbeurende verhaal waarin dinosauriërs na een meteorietenregen met uitsterven worden bedreigd werd een aantal keer herschreven, waarna slechts een script volgens het geijkte Disney-stramien restte.

Dino-ei
De proloog van de film is meteen het indrukwekkendste deel van de hele productie geworden. Onder prachtige sfeerversterkende klanken van componist James Newton Howard zijn we getuige van de reis van een dino-ei dat na een gevecht via de klauwen van verscheidene reptielen in een oerwoud wordt gedropt.
Tijdens de indrukwekkende odyssee van de ongeboren iguanodon trekken de Disney-animatoren meteen alle registers open om te laten zien wat ze kunnen. Alsof de computergeanimeerde beesten zelf nog niet genoeg overtuigen, hebben twee Disney-crews achttien maanden over de wereld gezworven om echte, historisch verantwoorde beelden als achtergronden achter de tekeningen te kunnen plaatsen.
De precisie waarmee de beelden met de computeranimaties worden gecombineerd is ronduit verbluffend: stof waarin de dieren bewegen verplaatst zich, er ontstaan kringen in het water waarin de beesten spartelen en de beroering van bladeren is knap aan de verschillende luchtverplaatsingen aangepast. Om het zichtveld van de gigantische dino’s te kunnen simuleren werd bovendien gebruik gemaakt van speciale ‘dino-cams’ die in hoogte en bewegingsscala wetenschappelijk verantwoord werden aangepast aan de grootte en mogelijkheden van de echte dinosauriërs.
Wanneer het dino-ei na zijn lange reis echter weer vaste grond onder zijn schaal vindt en uitkomt, maakt de fascinerende natuurhistorische ontdekkingstocht plaats voor een dertien-in-een-dozijn Disney-verhaaltje. De jonge, enthousiaste, idealistische protagonist-dino Aladar belandt na een vernietigende meteorietenregen in een strenge gevestigde orde van brontosaurussen die om te overleven een exodus ondernemen naar water en voedsel. De trektocht vertaalt zich in filmtechnisch opzicht in weinig enerverende, ellenlange shots van dikhuiden die amechtig door het mulle zand sjokken.

Zielig aapje
Bovendien maakt Disney zich vanaf de geboorte van held Aladar schuldig aan een stijlbreuk die — in elk geval volwassenen — de hele film door zal blijven irriteren: de prehistorische dieren práten. Natuurlijk weet je van tevoren dat Dinosaur een tekenfilm is, en dat de dierlijke personages worden vermenselijkt. Dat de held een vriendinnetje zal ontmoeten (vrouwtjesbronto Neera), en dat hij zal botsen met de antagonist (grote wijze bronto-leider Kron, tevens de broer van Neera), en dat er een ‘comic sidekick’ is (het zielige aapje Zini dat vanwege zijn verlopen uiterlijk nog nooit heeft gepaard), en dat al die personages hun wel en wee gewoon bepraten alsof het echte homo sapiens zijn. In elke andere Disney-film is de status quo dat dieren kunnen praten en zich gedragen als volwaardige Amerikaanse wereldburgers geen moment storend. In Dinosaur, waarin het digitaal recreëren van een vergane wereld tot absolute kunst is verheven, leidt deze stijlbreuk de aandacht van de indrukwekkende beelden af.
Naarmate de film vordert, ebt het pakkende ‘wow!’-gevoel van de proloog steeds verder weg. De animaties zijn en blijven ontzettend knap, maar wat is er nou eigenlijk knapper aan dan de dino’s in Jurassic Park? Het combineren van live action-beelden en animaties is ontzettend mooi gedaan, maar was dat eigenlijk ook al niet het geval in Who framed Roger Rabbit en zelfs Mary Poppins?
Dinosaur is en blijft bovenal een Disney-film, en op de schaal van Disney-films scoort hij niet hoog. De karakters zijn even vlak als ze log en groot zijn, het verhaal wordt nergens echt spannend, grappig of opwindend en voor kinderen — toch de belangrijkste doelgroep van Disney — is het allemaal wel erg grimmig.
De grootste tekenfilmstudio ter wereld mag met het 200 miljoen dollar kostende Dinosaur dan wel overtuigend bewezen hebben op cgi-gebied haar mannetje te staan, voor het maken van een meeslepende en opwindende lange cgi-film kunnen de Disney-wizzards beter nog eens in de leer gaan bij het kleine onafhankelijke Pixar.

Robbert Blokland