Dialogue avec mon jardinier

Sofa's in het gras

In de Franse praatfilm Dialogue avec mon jardinier is het stads versus dorps, artistiek versus pragmatisch.

Arme vertaler. Ondertitelaar is toch al een ondankbaar beroep, slecht betaald puzzelwerk dat de kijker alleen opvalt als je fouten maakt. En dan krijg je ook nog eens zo’n oeverloze Franse praatfilm als Dialogue avec mon jardinier van Louis Becker voor je kiezen. Er wordt zoveel in gepraat dat er maar liefst vijf schrijvers voor nodig waren: Henri Cueco schreef het originele boek; Louis Becker, Jean Cosmos en Jacques Monnet maakten er een filmscript van; en Cosmos krijgt nog eens een aparte credit voor ‘dialogen’.

De film draait dan ook volledig om de dialoog tussen twee personages. Dialoog, enkelvoud, inderdaad: weliswaar zijn er scènewisselingen en tijdsprongen, maar het praten houdt nooit op. Enerzijds is er ‘de schilder’ (Daniel Auteuil), een stadse kunstenaar met aanstaande ex-vrouw en scharrel van in de 20 die neerkijkt op het geboortedorp dat hij ontvluchtte. Anderzijds ‘de tuinier’ (Jean-Pierre Darroussin), een gepensioneerde spoorwerker die datzelfde dorp nooit verliet en al 27 jaar ieder jaar dezelfde vakantie boekt met zijn vrouw. Als de kunstenaar na het overlijden van zijn ouders terugkeert naar het dorp pakken de twee schijnbaar moeiteloos hun jeugdvriendschap, die ruim veertig jaar stil heeft gelegen, weer op.

De film is onderdeel van een bescheiden golfje van films over oude mensen en hun dingen die voorbij gaan. Het past misschien in een bredere maatschappelijke context van vergrijzing. Zo wist Zomergasten-presentator Joris Luyendijk in 2007 de verschuiving van het zwaartepunt in het programma soundbyte-gevoelig te omschrijven als ‘Van Auschwitz tot Alzheimer.’ Hoewel de WOII-film nog niet is afgeschreven, is deze verschuiving ook in de cinema terug te vinden, zowel bij de ‘indies’ — Away from Her (Sarah Polley, 2007) — als in Hollywood. Bijvoorbeeld in de recente grappen en grollen van The Bucket List (Rob Reiner, 2007), waarin terminale patiënten Jack Nicholson en Morgan Freeman hun laatste dromen najagen.

Dialogue avec mon jardinier kan gezien worden als een Franse variant op laatstgenoemde film. De hoofdrolspelers zijn weliswaar iets minder oud, en Dialogue… is in zijn invulling typisch Frans waar The Bucket List typisch Amerikaans is: waar het in Amerika draait om een blanke miljonair tegenover een zwarte automonteur, gaat het hier om stads versus dorps, artistiek versus pragmatisch, en wordt een landerige sfeer verkozen boven de megalomaan globetrottende schaal van de Amerikanen. Maar uiteindelijk draait alles in beide films toch om die twee acteurs die met elkaar praten over oud worden en het leven dat daaraan vooraf ging.

Dat werkt soms best goed; de vriendschap voelt natuurlijk en echt, de dialogen zijn (ook in vertaling) in ieder geval geestig en het onvermijdelijke sentiment aan het slot is oprecht en niet al te zoet. Maar je zit je wel anderhalf uur lang af te vragen waarom al dit gepraat nu precies op een bioscoopdoek moest. Floor Bosboom schreef immers in 2006 al een prima vertaling van Henri Cuesco’s originele boek.