De zaak Alzheimer

Met bokkensprongen door het Belgische moeras

De zaak Alzheimer is een gitzwarte visie op de Belgische standenmaatschappij maar hij is zo flitsend verpakt dat dat nauwelijks opvalt.

In De zaak Alzheimer komen een aantal grote schandalen voorbij: de moord op veearts Karel Van Noppen, de moord op politicus André Cools en de affaire Dutroux — waarin de Belgische politiek, al is het maar vanwege een schaamteloze onverschilligheid, een rol speelde. Toch heeft regisseur Erik Van Looy ervoor gekozen om de nadruk te leggen op de thrillerelementen, ook al draait de film om een actuele kwestie: een dreigend pedofilieschandaal. Volgens Van Looy omdat hij het ‘slechte smaak’ vond om helemaal niets over de actualiteit te zeggen. Maar “de film is in eerste instantie een spannende politiethriller en geen politiek schandaalstuk”, zei hij vorig jaar in een interview. En zo is het precies.

Het verhaal: Rechercheurs Vincke (Koen De Bouw) en Verstuyft (Werner De Smedt) doen onderzoek naar de moord op een aantal prominente Antwerpenaren. Het verband tussen die moorden wordt hen in de schoot geworpen door een dementerende huurmoordenaar (Angelo Ledda gespeeld door Jan Decleir) die van de weeromstuit — hij weigert een meisje te vermoorden — op jacht is gegaan naar zijn opdrachtgevers. Als Vincke en Verstuyft Ledda eindelijk te pakken hebben blijkt dat zij niet de enige zijn die achter hem aan zitten.

De film (naar een roman van Jef Geeraerts) speelt zich af in twee werelden die beide om Angelo Ledda draaien. De wereld van Vincke en Verstuyft is — hoe macho ze zich ook gedragen — die van rapporten en boodschappenlijstjes. De andere wereld is die van politieke chantage en afrekeningen. Die onderwereld is te ver doorgedrongen in de bovenwereld. Niet fysiek maar mentaal: opportunisme en eigenbelang bepalen het handelen van politiek, politie en justitie. Voor zover er integere rechercheurs zijn, lopen die steeds achter de feiten aan: niet Vincke en Verstuyft bepalen de loop van de gebeurtenissen maar Ledda en zijn politieke opdrachtgevers.

Schaakbord
In deze film broeit te weinig: te weinig schaduwen, te weinig vocht op de muren, te weinig zweet. Ik miste de zompige duisternis waarin alles vertraagt. Intriges zijn ongrijpbaar, dat is juist wat ze zo fascinerend maakt, je raakt erin verstrikt. Maar niet in deze film. Van Looy filmde vooral kil en efficiënt waardoor De zaak Alzheimer te veel een schaakbord is in plaats van een moeras. Te weinig blijft ongezegd en ongezien.

Ook de personages krijgen door dat gemis te weinig reliëf: er zijn weliswaar veel zwijgende mannen maar dat worden nergens verdwaalde zielen. Terwijl dat laatste prachtig de zielennood van België had kunnen illustreren. Om het personage van huurmoordenaar Angelo Ledda neer te zetten, krijgen we bijvoorbeeld geforceerde verhalen over zijn Amerikaanse maffia-achtergrond voorgeschoteld. Maar dat overtuigt niet want Ledda wordt nergens dreigend en onberekenbaar. Je maakt mensen niet bang met wat je zegt maar met wat je weglaat. Deze film maakt alles expliciet. Dat probleem treft de meeste personages (behalve dat van Jo de Meyere): hun gedrag moet diepte krijgen door grote gebaren maar het mist de kleine bewegingen in de schaduw.

Blijft over: een spannende misdaadthriller met veel aandacht voor stijl. Plotselinge beeldversnellingen, gifgroene belichting voor Ledda’s absences en koud blauw licht voor bijna alle andere scènes. De film heeft een hoog tempo en dat is prima voor wie alleen de actie wil zien. Maar het schiet tekort voor wie de benauwende intriges wil voelen.