De nieuwe wildernis
Met de natuur kun je lachen
Natuurfilm De nieuwe wildernis presenteert de exotica van Flevoland als ontwapenende dierenpropaganda.
Kikkervisjes lichten op in het gele water, een volwassen kikker brengt ons boven het wateroppervlak. Overheersende rustige blazers en strijkers worden tegengesproken door dreigende pauken en wekken associaties met de Disney-film Fantasia (1940). Even later doen de donkere silhouetten van bomen op een lege vlakte denken aan de savannes van De leeuwenkoning.
Maar dit zijn de Oostvaardersplassen. Het bewijst dat we voor spectaculaire natuur niet naar Afrika hoeven.
Zwanenpulletjes dobberen als badeendjes, een bever sleept een halve boom mee om zijn burcht te herstellen. De nieuwe wildernis van Ruben Smit en Mark Verkerk toont in mozaïekvorm de wonderen van de Flevopolder. Ze besteden daarbij veel aandacht aan de esthetiek van zowel landschap als dierenrijk. De lange lens is niet alleen praktisch maar ook filmisch ingezet om het beeld te vullen met dicht op elkaar gepakte, burlende hertenkoppen. Bomen zijn desoriënterend van onderaf gefilmd zodat je je verbaast over de sterrenhemel die traag van kleur verandert. Aalscholver, rietzanger, blauwborst en snor worden zingend achter elkaar gemonteerd, als een kleine intermezzo. De beeldenreeks is klaar als de snor stopt met fluiten om een vliegje op te eten.
Met de natuur kun je ook lachen. Wist je dat herten in de bronst mekkeren als geiten en dat lepelaars huppelen? Een jonge ijsvogel doet zijn moeder na en vergist zich: in plaats van een vis heeft hij een takje gevangen, dat hij tegen een boom probeert dood te slaan. In slow motion draven de konikspaarden met wapperende manen en rennen de grauwe ganzen over het water. Die magistrale anatomie voelt als dierenpropaganda pur sang. Is dat erg? Welnee. Zo kiezen Smit en Verkerk een ander pad dan bijvoorbeeld de met een Gouden Kalf bekroonde Rotvos (Jan Musch en Tijs Tinbergen, 2009) over de vossenjacht in Nederland. Rotvos wil een discussie starten over het ingrijpen van de mens in de natuur. De nieuwe wildernis ontkent de mens en wil enthousiasmeren. Impliciet onderstreept hij het belang van natuurbescherming.
De muziek is onderdeel van de propaganda en werkt antropomorfisme in de hand. Als kleine vosjes op oorlogspad zijn, klinkt er in de traditie van de leitmotiven van Peter en de Wolf (Sergej Prokofjev) een jazzy hobo. Bij vlagen is het wat over de top, zoals de bombastische tonen die de deal tussen een jonge en een oude hengst heroïsch bezegelen. Ook de voice-over van Harry Piekema balanceert tussen flauw en charmant. Zinnen als een veulen dat bij zijn moeder “snackt” en wie “de brains” van de kudde heeft, voelen wat geforceerd. Soms werken ze: als een paardje onderkoeld raakt, gaat een groep volwassen paarden eromheen staan. De uitleg “familieberaad” is dan juist wel grappig.
Terwijl de dieren in slow motion actie brengen, geeft het landschap in haarscherpe timelapses rust. Deze film gaat niet alleen over dieren, benadrukken de makers. De verschuivende wolkenpartijen, een ondergaande zon en een opvriezend meer horen daar ook bij. De stilte valt op: de veranderingen zijn traag en geleidelijk. Verkerk en Smit maakten een prachtig monument voor en een ode aan de Hollandse natuur.