DE JONGEN DIE NIET MEER PRAATTE

Ben Sombogaart: Bij Spielberg heeft niemand het over kinderfilms

Erçan Orhan in De jongen die niet meer praatte

De Nederlandse kinderfilm zit in de lift. Jarenlang was Ben Sombogaart de enige filmmaker die zich in dit genre thuisvoelde. Door de nationale en internationale successen van Maria Peters (De tasjesdief, 1994) en Esmé Lammers (Lang leve de koningin, 1995) telt Nederland op dit gebied ineens volop mee. De nieuwe film van Ben Sombogaart, De jongen die niet meer praatte, gaat deze maand tijdens het Cinekid festival in premiére. Zelf is Sombogaart het etiket kinderfilm ondertussen liever kwijt dan rijk. "Niet omdat ik het een denigrerende term vind, maar gewoon omdat het de helft van mijn publiek uit de bioscoop houdt."

Hij is gisteravond teruggekomen uit St.Petersburg. Drie van zijn speelfilms werden er vertoond tijdens een klein filmfestival in het kader van de uitwisselingen rond het historische bezoek van Peter de Grote aan Nederland. Een Russische ‘maître’ op het gebied van de kunsteducatie hield een gloedvol betoog naar aanleiding van Sombogaarts film Het zakmes. Hij vond het bij uitstek een film waar ouders en kinderen gezamenlijk naar toe kunnen gaan.
Zelf vindt Sombogaart ook dat zijn films weliswaar voor een belangrijk deel voor kinderen gemaakt zijn, maar eigenlijk net zo belangrijk voor volwassenen zijn. "In eerste instantie ga ik op zoek naar verhalen die ik leuk vind. Verhalen die me persoonlijk raken en die ik vervolgens in een film wil vertalen. Als zo’n film over een jongetje van zes of negen jaar gaat, dan houd ik daar wel rekening mee. Ik probeer bijvoorbeeld om moeilijke begrippen en moeilijk taalgebruik te vermijden. Maar het is ook niet zo dat ik het heel simpel ga maken. Ik vind dat je als filmmaker de toegankelijkheid van je film voorop moet stellen. Maar de verhalen gaan altijd over de relatie tussen volwassenen en kinderen. Dat heeft vooral te maken met het feit dat ik ontdekt heb dat heel veel volwassenen kinderen onderschatten. Kinderen begrijpen veel meer dan ze denken. Maar ook de betekenis van bepaalde problemen die kinderen in mijn films krijgen voorgelegd, worden door volwassenen onderschat. Ze zien niet dat het voor kinderen een immens probleem kan zijn om een zakmes niet terug te kunnen geven aan een vriendje. Kinderen komen dan in verzet en gaan op hun eigen manier een oplossing verzinnen."

Het onrecht
In de film De jongen die niet meer praatte komt het negenjarige Koerdische jongetje Memo in verzet tegen zijn vader. Deze woont en werkt in Nederland en besluit van de ene op de andere dag om zijn gezin uit Turkije over te laten komen. Hij neemt deze beslissing na het zien van een tv-uitzending over de evacuatie van Koerdische dorpen in Oost-Turkije. Van een beschermd leventje tussen zijn vriendjes en dorpsgenoten, die hij de post bezorgt en af en toe ook voorleest, komt Memo terecht in het kille en koude Nederland. Zijn vader woont in een donker en klein souterrain.
Uit verzet tegen het onrecht dat hem wordt aangedaan besluit Memo om niet meer te praten. Hij gaat wel naar school en sluit vriendschap met een Nederlands jongetje. Na een zwerftocht door de haven doet hij samen met een illegale Koerd een poging om als verstekeling op een boot terug naar Turkije te vluchten. Door tussenkomst van zijn vriendje wordt deze vluchtpoging op het laatste moment verijdeld. Memo houdt het stilzwijgen lang vol, tot het moment dat zijn vader een ongeluk krijgt.
Voor Sombogaart stond het psychologische drama van het Koerdische jongetje, een prachtige rol van Erçan Orhan, centraal. De erbarmelijke omstandigheden waarin veel Koerden, illegalen en vluchtelingen, in Nederland wonen en de gespannen situatie in Turkije en Irak hield hij bewust op de achtergrond. "De film is geen pamflet. We hebben absoluut geprobeerd om te vermijden dat het een politiek statement zou worden. Ik heb het verhaal zo proberen te vertellen, dat mensen in de zaal zich kunnen vereenzelvigen met het karakter, zonder dat ze precies hoeven te begrijpen hoe die hele politieke situatie in elkaar zit."

Korte spanningsboog
De films van Sombogaart staan niet alleen inhoudelijk maar ook technisch op een hoog niveau. Met het voorbeeld van de Scandinavische televisie- en filmprodukties in gedachten streeft hij er naar om zoveel mogelijk met volwaardige filmcrews en liefst ook met volwaardige budgetten te werken. Sombogaart: "Het kan gewoon niet zonder. In feite is een film als De jongen die niet meer praatte veel ingewikkelder dan een volwassen film, omdat het meer tijd en energie kost. In de eerste plaats zijn kinderen geen professionele acteurs. Ze hebben maar een hele korte spanningsboog en je kunt geen lange draaidagen maken. Je moet er rekening mee houden dat ze op een gegeven moment aan het eind van hun Latijn zijn of het niet meer leuk vinden. Bij de meeste produkties die ik draai werk ik daarom met een maand onderbreking. Het betekent wel dat zo’n hele crew zo vriendelijk moet zijn om dat te willen, want in die periode ertussen kunnen ze niet veel bijverdienen. Wij draaien vaak ook maar vier dagen per week, terwijl ze bij een grote filmproduktie soms zes dagen achter elkaar werken."
Bij het regisseren van kinderen gaat Sombogaart heel zorgvuldig te werk. "Ik ga nooit de hele film met ze repeteren, in de zin dat ik ze vantevoren het script geef en dat ik alle scènes met ze uitprobeer. Ik test eerst of ze snappen welk karakter ze moeten spelen en vervolgens laat ik ze kennismaken met de belangrijkste acteurs, meestal degene die de vader- en moederrol spelen in het verhaal. Daarna is het leuker om die twee acteurs samen met het jochie of het meisje een hele dag naar de kermis te sturen, voordat we met repeteren beginnen. Alle moeilijke scènes neem ik een keer met het kind dat de hoofdrol speelt door en daarna laat ik een ander kind als stand-in met de volwassen acteurs verder repeteren. Ik laat ze ook nooit al die teksten uit hun hoofd leren. Alleen iemand als Olivier Tuinier heeft zoveel ervaring dat hij drie à vier takes achter elkaar goed blijft, maar daarna wordt het ook bij hem minder. Een ander probleem is dat je ze alleen iets kunt laten spelen dat deel uitmaakt van hun begrips- en gevoelswereld. Je kan een kind niet iets laten spelen wat hij niet kent, laat staan iets dat hij eigenlijk verwerpt. Het is bijvoorbeeld heel moeilijk om een jongetje van zes iets te laten stelen, of om hem verliefd te laten worden op een meisje. Dat vinden ze heel erg moeilijk om te spelen."

Etiket kinderfilm
Het is Sombogaart niet ontgaan dat de Nederlandse jeugdfilms op dit moment erg succesvol zijn. Er worden regelmatig prijzen op buitenlandse festivals gewonnen en steeds meer buitenlandse televisiestations kopen de tv-series die op basis van de speelfilms gemaakt zijn. De jongen die niet meer praatte won dit jaar in Berlijn de UNICEF-prijs en de zesdelige serie werd aangekocht door de ZDF. Deze Duitse omroep zou in eerste instantie zelfs optreden als co-producent. Twee maanden voordat men zou gaan draaien trok men zich plotseling terug, omdat men bang was voor de politieke implicaties van de film.
Eerdere programma’s van Sombogaart werden in de Scandinavische landen, Frankrijk en Engeland (Channel 4) uitgezonden. Toch worden de Nederlandse kinderfilms nog maar zelden in de avondvoorstellingen van de grotere bioscopen geprogrammeerd. Ze blijven aangewezen op de matinees van de filmtheaters. De enige recente uitzondering was Lang leve de koningin van Esmé Lammers, die wel tussen de volwassen films draaide. Volgens Sombogaart heeft deze ondergeschikte positie voor een belangrijk deel toch te maken met het etiket kinderfilm dat men hanteert. "Die mensen van First Floor (de producent van Lang leve de koningin, FS) hebben op een hele goede manier publiciteit gemaakt, waarin ook volwassenen werden aangesproken om naar die film te gaan kijken. Als mensen in de gaten krijgen dat het een volwassen produkt is, dan gaan ze er eerder naar toe. In feite maakt Spielberg toch ook kinderfilms, zoals E.T. en Jurassic Park, waar wel hele families, kinderen en volwassenen samen, naar toe gaan. De televisie heeft hierin ook een belangrijke rol. Heel veel mensen hebben Het zakmes op tv gezien en weten nu dat het geen kinderachtig verhaal is. De Nederlandse kinderfilms van voor mijn generatie waren over het algemeen toch kinderachtige films. Maar het blijft natuurlijk ontzettend lastig om tussen de tien Lion kings één Nederlandse drama-produktie te programmeren."

Diepgaande meesterwerken
De films van Sombogaart kenmerken zich door een grote mate van integriteit. De betrokkenheid bij de problemen van kinderen is overduidelijk aanwezig. De persoonlijke en psychologische thematiek staat voorop en de grote sociaal-maatschappelijk problemen blijven meestal enigszins op de achtergrond. Sombogaart streeft er echter in de eerste plaats naar om een mooi verhaal te vertellen, waarbij hij ook veel aandacht besteedt aan de stilistische en filmische mogelijkheden van het medium. Met verbazing leest hij dan ook soms de juryrapporten, wanneer een van zijn films weer ergens op een buitenlands festival een prijs heeft gewonnen.
"De ene keer wordt daarin uitgeweid over de prachtige gewetensstrijd van de hoofdpersoon, terwijl ik daar zelf bij het maken van de film nooit over heb nagedacht. Een andere keer, bijvoorbeeld bij Het zakmes, staat er iets in de trant van ‘de bloedstollende ontwikkeling van de vriendschap tussen blank en zwart’. Dan denk ik: ‘jullie moesten eens weten waarom ik dat zwarte jongetje heb gekozen’. Dat had namelijk helemaal niks te maken met de vriendschap tussen blank en zwart, maar alleen maar met het feit dat de kijker zich gedurende de hele film dat jongetje moest blijven herinneren. Zodat ze aan het einde, wanneer ze dat kind zien met die twee handjes voor zijn ogen, weten dat het datzelfde jochie is. In Israël geven ze hem dan een prijs omdat ze vinden dat het iets zegt over de vriendschap in een multi-etnische samenleving. Elke keer als ik zoiets lees dan denk ik: ‘wat leggen jullie dat toch weer prachtig uit en wat zijn het toch een diepgaande meesterwerken’. Zelf houd ik er bij het maken nooit rekening mee dat ze een educatieve of opvoedende functie kunnen hebben. Ik vertel gewoon een mooi verhaal, dat mijzelf iets doet."

François Stienen