Daymohk

Dansen voor de leider

Mooi en droevig portret van een kunstenaar die via dans het oorlogsgeweld ontsteeg, maar werd ingekapseld door het gewelddadige bewind dat volgde.

“Het publiek ziet dat in de danser een vuur brandt, maar dat hij zich beheerst. Dat is de kunst”, zegt Ramzan Achmadov, oprichter van Daymohk (‘vaderland’), een Tsjetsjeense dansgroep van kinderen en jongeren. Daymohk, Ramzan en zijn vrouw Aiza stonden al centraal in Jos de Putters documentaire Dans Grozny, dans uit 2002, waarvoor Masha Novikova research deed en de camera hanteerde. Ze verbleef in die tijd – het einde van de Tweede Tsjetsjeense oorlog – bij het gezin Achmadov en hield daarna contact met hen.

Met Daymohk vertelt ze hoe het er zo’n vijftien jaar later voor staat. De dansgroep bestaat nog steeds, maar de Achmadovs behoren nu tot de hofhouding van Ramzan Kadyrov, het hoofd van de Tsjetsjeense Republiek. Hij gaf hen een kast van een huis, stelde Ramzan en zijn kinderen aan in regeringsfuncties en maakte dochter Aminat tot zijn derde vrouw. Aan de gevels van officiële gebouwen in Grozny hangen de reusachtige portretten van Kadyrov en Poetin gebroederlijk naast elkaar.

De oorlog is voorbij, maar de vrede heeft geen vrijheid gebracht. Over het brute karakter van Kadyrovs bewind vertelt Novikova met televisie- en radio-items, die ze in de ruime, doodse interieurs van huize Achmadov laat spelen. Op andere momenten hangt daar juist een beklemmende stilte, die duidelijk maakt dat alles wat wij écht van de gezinsleden zouden willen weten, onbespreekbaar is. Dat is onbevredigend, omdat we er niet achter komen óf er voor hen op enig moment iets te kiezen viel, en zo ja, wat? Toch wordt het onuitgesprokene op deze manier ook deel van dit verhaal.

Materiaal dat ze in 2002 schoot, gebruikt Novikova ook in Daymohk, maar de tragiek van de situatie dringt misschien pas echt door als je die eerdere film in zijn geheel hebt gezien (dat kan nog: op dvd natuurlijk of – in lagere kwaliteit – gratis online bij de NPO). Toen bood Daymohk de dansers een levenslijn, een tijdelijke ontsnapping uit de chaos van het conflict. Tijdens tournees door Europa lieten ze met hun virtuoze, traditioneel geïnspireerde dans zien dat Tsjetsjenië meer was dan een haard van geweld. Nu dansen de kinderen alleen nog als een vorm van nationalistisch vertoon ter meerdere glorie van hun leider. Intussen is Kadyrovs gedweep met de Tsjetsjeense culturele tradities een perversie van wat Ramzan Achmadov altijd voor ogen heeft gestaan met zijn dansgroep, en dat is hem aan te zien als hij zwijgend voor zich uit staart in zijn luxe villa. De kunst is allang niet meer om het vuur te beheersen, maar om het brandend te houden.