DAYBREAK
Dageraad zonder licht
Het is niet eens volle maan, maar de hoofdpersonen in de Zweedse estafettefilm Daybreak lijken wel bezeten tijdens die ene dag en nacht dat de film duurt. En als de dageraad aanbreekt staan ze met lege handen.
Van alle huiselijke en relationele ellende die we de afgelopen jaren dankzij Dogma en Bergman uit Scandinavië hebben zien komen, spant Daybreak, van televisieregisseur Björn Runge (1961) toch wel de kroon. Misschien is het omdat hij in Zweden vooral bekend staat als komedieregisseur, dat hij zich nu eens in de ‘selffulfilling prophecy’ van verdoemde intermenselijke relaties wilde storten. Misschien hád het ook wel grappig kunnen zijn, als het niet zo’n misère was, de levens van zes mensen die gedurende een enkel etmaal volkomen instorten.
En waarom? Omdat het onsympathieke mensen zijn, of net zulke tobbers als iedereen? Alleen met een beetje meer pech. Zeker is dat dit soort karakters de sympathie-toets van het Filmfonds niet hadden doorstaan. Met dit soort personages kost het nu eenmaal wat moeite om je te identificeren. En misschien is de film alleen maar wat zwaar op de hand, omdat het in de wintermaanden overdag soms niet helemaal goed licht wordt. Waardoor hoop en catharsis achter de mist verscholen blijven.
Trofee-geliefde
Daybreak ging vorig jaar tijdens het Filmfestival Berlijn in première. Het was toch al geen vrolijk jaar, met het intense noodlotsdogmadrama In your hands en de gelukkig nooit in Nederland uitgebrachte Die Nacht singt ihre Lieder en Primo amore. Geen wonder dat de energie van Gegen die Wand uiteindelijk bij de verschillende jury’s, en recent weer bij de uitreiking van de European Film Awards, overwon. Weliswaar werd Daybreak met een Zilveren Beer bekroond voor het ensemblespel van de gehele cast, maar daar is dan ook meteen het sterkste punt van de film mee benoemd.
In drie verhalen volgen we Agnes en Rickard die op het punt staan om naar een andere stad te verhuizen en hun beste vrienden uitnodigen voor een afscheidsetentje, metselaar Anders die denkt dat hij zijn verantwoordelijkheid tegenover zijn gezin moet afbetalen met zoveel mogelijk werk, en de verbitterde Anita die al drie jaar met wraakplannen op haar overspelige ex en zijn nieuwe trofee-geliefde rondloopt.
Aangezien de film hier noch stilistisch, noch narratief mee uitpakt, leun je voor je kijkervaring sterk op het spel van de verschillende acteurs. De spelers moeten vooral individueel de toeschouwer veroveren, omdat ze juist niet veel met elkaar interacteren. Ann Pétran lukt dat als de verbitterde Anita. Haar woede en motieven zijn door het scenario zo weinig gemotiveerd, dat haar agressie tegen de nieuwe vrouw van haar man bijna absurd overkomt. Dat gezeur over die bank en die gordijnen!
Interessant is ook de verhaallijn van metselaar Anders, omdat in zijn laatste opdracht, een echtpaar in hun huis inmetselen, iets van beeldspraak in het zware realisme van de film mag binnendringen.
Dana Linssen