DAY NIGHT DAY NIGHT
Explosie op Times Square
Een van de indrukwekkendste films van het Filmfestival Rotterdam: een dag en een nacht uit het leven van een zelfmoordterroriste. Ze springt op haar bed. Knipt haar nagels. Plast in haar broek. Regisseuse Julia Loktev vertelde in Thessaloniki dat haar day night day night voorbij is aan het waarom, er is alleen het nu.
Uw film geeft geen verklaring voor het gedrag, of de beweegredenen van uw hoofdpersoon. Is dat omdat er geen verklaring is of bent u daar niet in geïnteresseerd? Geen van de twee. Ik denk dat er redenen zijn en ik ben daar in geïnteresseerd, maar daar gaat deze film niet over. Daar zijn genoeg andere films en boeken over verschenen. Ik wilde het een keer niet over de beweegredenen van terroristen hebben. Het is niet een verhaal over hoe het meisje tot haar overtuiging komt; aan het begin van de film heeft het meisje haar beslissing al genomen. We beginnen op een ander punt.
Waarom heeft u ervoor gekozen het religieuze aspect niet expliciet in beeld te brengen? Er is wel degelijk een element van geloof in de film. Het is belangrijk dat je weet dat ze gelooft dat wat ze doet beslist het meest moreel verheven is wat ze kan doen en dat ze begint vanaf een punt van absoluut en blind geloof. Als je een film maakt over het waarom, dan zijn de religieuze details van belang, maar als je dat niet doet, dan vind ik het heel goedkoop om te zeggen dat ze een Moslim en een Arabier is. Nu is het niet onmogelijk dat ze een Moslim is, maar ze wordt niet als zodanig geïdentificeerd en zou evengoed een Christen kunnen zijn. Daar komt bij dat de toeschouwer de wereld kent waarin hij leeft.
Waarom is uw hoofdpersoon een vrouw? Het verhaal is oorspronkelijk gebaseerd op een bericht dat ik in een Russische krant las over een jonge Tsjetsjeense vrouw die met een bom door een van de grote straten van Moskou rondliep. Dus ik heb het bij deze vrouw gehouden. Ik denk ook dat mensen net iets meer verrast zijn als het een vrouw is, hoewel er ook veel vrouwelijke zelfmoordterroristen zijn. Op de foto bij het bericht zag het meisje er heel normaal uit. Want hoe ziet een zelfmoordterrorist eruit? Je krijgt het idee dat je naar middelbare schoolfoto’s van iemand kijkt. Ik denk dat alleen in films mensen er als zelfmoordterroristen uit zien.
Hoe zit het met de relatie tussen de hoofdpersoon en de mannen die haar helpen? Voor zover ik weet zijn er geen vrouwelijke organisatoren van zelfmoordaanslagen. Er is een zeer specifieke machtstructuur, waarin mannen aan de top staan. Degenen die zich uiteindelijk opblazen zijn degenen die vervangbaar zijn. De personen in mijn film hebben een zakelijke relatie, daarom zijn de mannen ook zo beleefd. De hoofdpersoon heeft alle macht, zij bepaalt over het leven van anderen, maar tegelijkertijd heeft ze geen enkele macht, is ze onderdanig. In mijn film hebben de organisatoren haar nodig, zij moet de aanslag uitvoeren en om dat gedaan te krijgen moeten ze haar niet laten schrikken. Ze moeten voorzichtig, maar ook ferm zijn. Ze kiest er voor om zich te onderwerpen, maar het is de onderdanigheid van een overtuigde, niet van een gegijzelde.
Hoe heeft u uw hoofdpersoon verder uitgewerkt? Ik wilde dat het iemand was die zich niet helemaal op haar gemak voelde in de fysieke wereld en in haar lichaam. Een van de regieaanwijzingen die ik haar gaf was dat ze een meisje was dat de lucht om haar heen niet wil hinderen met haar aanwezigheid. Ze heeft er last van dat ze invloed heeft op objecten, plaatsen en mensen. Bewegen en spreken zijn voor haar teveel. We hebben geoefend hoe ze dat moest doen. Ik vroeg haar bijvoorbeeld slechts de helft van het volume te gebruiken waarop ze gewoonlijk sprak. Hoe loopt iemand die de lucht om zich heen niet wil verstoren?
Wat betreft kleurgebruik heeft de film twee delen, hoe komt dat? In de eerste vijftig minuten — de voorbereiding — is er heel weinig kleur. Het is eigenlijk vooral grijs, met wat groene en bruine tinten, de composities zijn heel eenvoudig en het geluid is mono. Al het overtollige is uitgeschakeld. Het vindt binnen plaats, je bent gevangen in een motelkamer. En dan in het tweede gedeelte van de film, als ze naar Times Square gaat, is er plotseling te veel kleur. Daar hebben we met een andere camera gefilmd, het geluid wordt stereo en er is een explosie van groteske kleuren. In de film is ze er nog nooit geweest, dus het moest de ervaring van iemand zijn die er voor de eerste keer komt. Het is heel verleidelijk, als een snoepwinkel. En daar loopt een meisje rond dat al besloten heeft de materiële wereld te verlaten en dan loopt ze plotseling in deze hypermateriële wereld. Gek genoeg is deze film ook een ode aan New York en vooral aan zijn inwoners, de mensen die je aanspreken op straat, terwijl ze je niet kennen, een stad waar je op straat een fictiefilm kan schieten zonder Times Square af te zetten en mensen die behulpzaam zijn, ook voor iemand die zijn eigen bestaan ontkend.
Gaat deze film over het lezen van beweging? De enige kennis die we van dit meisje hebben is haar beweging, haar motoriek. Geen flashbacks, zo goed als geen verklarende dialoog, geen populaire psychologie. We wachten samen met haar. Het gaat om de fysieke ervaring van de realiteit. Doorgaans beschrijf ik mijn film als een non-actie film, maar in Cannes schreef een jeugdjury dat het juist een actiefilm is, omdat hij alleen plaatsvindt in het heden; dat klopt: er is geen verleden en er is geen toekomst.
Asher Boersma