DAAR IN DAT LAND (V TOJ STRANJE)

Don Quixote in de sneeuw

Een slecht gehumeurde baboesjka

De Russische film Daar in dat land is een vanuit het hart gezongen smartlap, vol humor, ellende en kijvende kenau’s. Rusland blijkt weer fotogeniek; zet een camera op een willekeurig straatbeeld, of liever nog een groot dorp, en het leven bruist je met volle vaart tegemoet in al zijn rauwheid. Makkelijk? Niet echt, want je moet wel alle finesses van de ondoorgrondelijke Russische ziel kunnen signaleren.

Lidia Bobrova goot in Daar in dat land fictieve geschiedenissen in een semi-documentair jasje. Je moet het toevallig van tevoren weten, dat Daar in dat land gebaseerd is op korte fictie-verhalen, want anders zou je de film houden voor een prachtige documentaire over het met uitsterving bedreigde Russische dorpsleven. Een van de publieksfavorieten van het afgelopen IDFA documentairefestival was Chlebnij Djen (Brood dag), een tragikomisch juweeltje over indrukwekkende oude baboesjka’s die er niet voor terugdeinzen om een treinwagon vol brood naar hun dorp te duwen. Ze zijn keihard, voor zichzelf en voor anderen, want van hun dronken mannen hoeven ze niets te verwachten.
Ook Daar in dat land is bevolkt door oudjes die naarstig proberen te overleven. De één doet het door zijn lot lijdzaam te verdragen, de ander doet het krijsend en kijvend. Langzaam maar zeker ontvouwt zich de dynamiek van het dorpsleven ergens in het noorden.
Overgebleven uit het communistische stelsel is de dorpsoudste, een man met het voorkomen van een strenge bedrijfsleider met een hartje van goud. Hij maakte zich geheel terecht zeer druk om het alcoholisme onder de mannelijke bevolking. Dit heeft natuurlijk geen enkele zin; zijn onwillige publiek luistert met hun petten in de hand en hun blik op oneindig.
De vrouwen hebben gelukkig wel de kracht om de grilligheden van het lot nuchter te aanvaarden, maar dat kost ze wel hun levenslust en een goed humeur.

Kuuroord
De hard zwoegende Nikolaj heeft de pech dat zijn vrouw en haar moeder hem ook zo behandelen. Dag en nacht wordt hij uitgekafferd. De dorps-‘directeur’ bewondert zijn arbeidsethos, die in het dorp ongeëvenaard is. Ze zijn even oud, maar Nikolaj ziet er uit als een afgeleefde bejaarde.
De directeur besluit hem te belonen met een tripje naar een zuidelijk kuuroord — het voormalige communistische kadootje voor hardwerkende arbeiders en verwende nomenclatura. Nikolaj kan er niet bij met zijn hoofd. De uitnodiging alleen al doet hem duizelen, laat staan het idee dat hij daadwerkelijk op vakantie gaat.
Dit is nog maar het begin van een episode vol narratieve haarspeldbochten, want hier begint de ondoorgrondelijke Russische ziel in werking te komen. Deze ziel wordt voor een groot deel gestuurd door de angst voor wat anderen zullen zeggen, denken of doen. Iedere gebeurtenis wordt gespiegeld aan de collectiviteit. ‘Dan denken de buren dat ik niet hard genoeg werk.’ ‘Ja, als ik zus doe, dan doet hij het tegenovergestelde.’ Manipulatie en schuldgevoelens vliegen over en weer.

Picaresk
Daar in dat land heeft veel van een schelmenroman. Alleen is er niet één Don Quixote, maar een heel dorp vol. De tragiek van de tot falen gedoemde initiatieven is soms zo schrijnend, dat het bijna een gouden, humoristisch randje krijgt. De meeste personages proberen zichzelf te redden, maar belanden juist dieper in de problemen. Het effect is louterend, als een vanuit het hart gezongen smartlap, vol pijn en ellende. Vooral als je bedenkt dat de film is geïnspireerd door de korte verhalen van Boris Jekimov komt het picareske element om de hoek kijken. Iemand die zo waarheidsgetrouw zijn personages in de problemen brengt, moet een briljant schrijver zijn. Voeg daaraan Lidia Bobrova’s keuze voor niet-professionele acteurs (‘natursjiki’) toe en het plaatje is compleet. Haar vorige speelfilm Vaarwel ganzen (1991) was ook gefilmd met dorpelingen die ze vers van het maaiveld had geplukt. Het resultaat is indrukwekkend. Met Daar in dat land won ze vorig jaar de persprijs van Berlijn.
Bobrova houdt van haar volk, ze laat het liefdevol met de billen bloot gaan. Ze gunt ons een blik in de keuken van een land waar veel fout lijkt te gaan. De westerse media storten zich gretig op bevroren zwervers, corrupte politici en verdwenen spaarcentjes, maar de Russen weten wel beter. Dit is niet iets van vandaag; het is zelden anders geweest. De titel van de film suggereert dat Bobrova buitenlanders wil uit leggen hoe het er aan toe gaat, in dat land. Nederlandse bioscoopgangers kunnen het haar persoonlijk vragen, de kans is groot dat ze een visum krijgt om Daar in dat land te komen presenteren begin mei. Maar het is ook een verwijzing uit een sentimentele meezinger die het dorpshoofd inzet op een feest. Hij zou nergens anders kunnen wonen dan in dat land. Het is alsof Bobrova wil zeggen: ‘Ja, het dorpsleven zit vol ellende, maar het is wel onze ellende.’ Ondertussen smult de kijker mee, voorzichtig glimlachend om het bewonderenswaardige geploeter op het grote doek.

Thessa Mooij