Crocodile Dundee, Ferris Bueller’s Day Off, Un homme et une femme, 20 ans déjà en Howard the Duck
Kerstmis 1986
De donkere dagen van december mogen zich altijd in de speciale aandacht van de bioscoopeigenaren verheugen, omdat er in die tijd nauwelijks wordt gevoetbald en het zelden strandweer is. Zou er dit jaar een fijne Kerstfilm bij zitten? Frans van Oers trotseerde ettelijke novemberstormen om te kunnen vooruitblikken.
E.T. was een mooie kerstfilm, met nota bene een soort kindje Jezus in de hoofdrol. Zo’n directe verwijzing is overigens niet nodig en zeker ook geen zaligmakende voorwaarde voor een kerstfilm. Vorig jaar kwam Santa Claus. Een regelrechte misser, een film die op de verkeerde manier ouderwets én op de verkeerde manier modern was. Een film over arbeidsconflicten in de speelgoedfabriek.
Santa Claus berustte op een volkomen verkeerd idee over wat er onder de mensen leeft rond kerstmis. Om te beginnen moet je mensen natuurlijk niet lastig vallen met verhaaltjes over Sinterklaas of Santa Claus, die ze zelf elk jaar weer met moeite aan de kleinsten vertellen. Je moet je publiek niet belachelijk maken.
Een leuke moderne kerstfilm mag zich overal (op wintersport, in het bungalowpark) afspelen en mag overal (kind vermist in de sneeuw, diefstal in het bungalowpark) over gaan, maar de film moet aan een aantal voorwaarden voldoen die globaal gèsproken de eenheid van de mensheid moet bevorderen. Zo moet de film voor alle leeftijden te genieten zijn. Zoonlief van zestien moet graag met zijn ouders meegaan. Er moet én gelachen én gehuild kunnen worden. Dat is om diverse redenen belangrijk. Samen lachen en huilen verenigt de mensen en als beide mogelijkheden bestaan valt het minder op dat zoonlief lacht wanneer zijn moeder huilt en omgekeerd. Bovendien is lachen en huilen erg goed voor de verwerking van de gebeurtenissen uit het afgelopen jaar. De film moet ook het hoogste niveau van eenheid dienen, de vrede, als een soort kerstbestand tussen al die andere agressieve films. E.T. ging nog verder, die diende een soort kosmische vrede, maar dat lijkt me niet echt nodig.
Donald-niveau
Met Howard the Duck zitten we al meteen in de problemen. Deze film is eigenlijk voor geen enkele leeftijd. De film is gemaakt op initiatief van George Lucas (Star Wars-trilogie), die er kennelijk aan toe was om al dat extraterrestriële gedoe eens wat te relativeren.
Howard the duck is een Marvel Comics-stripfiguur, een sigarenrokende eend die door een zeer geconcentreerde stralenbundel naar de aarde wordt geblazen. Een korte tijd krijgen we te zien hoe het er op Ducks planeet toegaat, maar daar is en heet alles ongeveer hetzelfde als op aarde. Men leest er bij voorbeeld de Playduck. Niet erg leuk, Donald-niveau eigenlijk, maar nog veel erger wordt het als hij op aarde is geland naast een café bevolkt door mode-punks. De zangeres van de band neemt hem mee naar huis, nadat Howard haar heeft bevrijd van wat al te lastige fans. Hij beheerst namelijk duckate, duckkarate of zoiets.
Maar Howard wil terug na een korte tijd rondgekeken te hebben. Dat is het sein voor spektakel, een ellenlange achtervolging en een verwoede strijd met een wetenschapper die bezeten is door de duivel. De film hinkt op veel te veel benen en struikelt al snel. Zo lang de gebeurtenissen licht absurd zijn is het nog wel te verteren, maar als het vervolgens toch weer uitdraait op achtervolgingsscènes en laserstraalgevechten wordt het ridicuul. Een misser á la Santa Claus. Een aardig neveneffect zou overigens kunnen zijn dat al dat Star Wars speelgoed vervangen wordt door aankleed-eenden.
Generatiekloof
Ferris Bueller’s Day Off had een kerstfilm kunnen zijn, ware het niet dat het een tienerfilm is. Ferris Bueller, gespeeld door Matthew Broderick, ook al ondeugend en slim in Wargames, is het bijdehandste jongetje van school. Spijbelen met gebruikmaking van computers en diverse telefoonlijnen kan hij als de beste. En samen met vriend en vriendin gaan ze leuke dingen doen.
Het is wel een bijzondere tienerfilm, omdat hun grootste droom ditmaal ‘volwassen worden’ is. Gebruikelijker in dit genre is dat natuurlijk meestal oudere filmmakers je willen doen geloven dat de jeugd alleen uit is op neuken en geld, zonder daarvan de lasten te willen dragen.
Als ik de film goed begrepen heb, is de essentie van volwassen worden gelegen in de wetenschap dat je je eigen boontjes moet doppen. Wel, dat klinkt zinnig en dat betekent in deze film dat Ferris en zijn vriendjes zich eerst moeten ontdoen van de lastige bezorgdheid van ouders en leraren. In zijn genre is de film niet slecht, wel op een ouderwetse manier moraliserend, maar het is geen kerstfilm. Daarvoor wordt de generatiekloof te zeer uitgediept.
Woudloper
Crocodile Dundee is op een haar na ook geen kerstfilm. De film dient de wereldvrede uitmuntend door de liefde tussen een Australische woudloper en een journaliste uit New York, maar er kan zeer zeker niet bij gehuild worden. De film is gemaakt naar een beproefd recept voor komedies. Zet iemand neer in een omgeving die hij totaal niet begrijpt en de grappen liggen voor het oprapen.
In Crocodile Dundee wordt dit recept zelfs tweemaal beproefd. Een New Yorkse journaliste wil een veldreportage maken over een Australiër wiens been zou zijn afgebeten door een krokodil en zij neemt hem vervolgens mee naar New York om haar verhaal te bevestigen. Als gezegd, de grappen liggen voor het oprapen. De journaliste tast nogal eens mis bij het inschatten van het beschavingsniveau van de Australiërs, de junglespecialist is niet zo goed in roltrappen. Bij veel grappen krijg je het gevoel dat je ze al eens gezien hebt, maar de consequent volgehouden droge stijl van filmen en acteren is op zijn minst aardig.
De laatste hoop is dus gevstigd op Un homme et une femme, 20 ans déja van Claude Lelouch. Zijn succesfilm Les uns et les autres was wat je noemt een echte kerstfilm, al werd hij indertijd pas in januari uitgebracht. De film hield het echter zo lang vol dat de volgende kerst gehaald werd. Un homme et une femme (1966) was een van de eerdere successen van Lelouch en wie de film, zoals ik, nooit gezien heeft zal zich ongetwijfeld wel het deuntje – bada, bada, ba… – van Francis Lai (Lelouch’ vaste componist) herinneren.
Un homme et une femme was het verhaal van een onmogelijke liefde. Nu, twintig jaar later, ontmoeten Anouk Aimée en Jean-Louis Trintignant elkaar opnieuw. Zij is filmproducente, hij testcoureur. Lelouch heeft altijd al een exuberante filmstijl. Nu hij zich via het beroep van Anouk Aimée ook nog eens op het medium kon storten levert dit een overdadige, buitenissige vermenging op van werkelijkheidsniveau’s. In de film figureren de oude film, drie films die door Anne Gauthier (Anouk Aimée) worden geproduceerd en een video-clip. Lelouch benut alle mogelijkheden om het verhaal te verdrie-, vier-, vijfdubbelen zodat je er scheel van ziet.
Alsof dat nog niet genoeg is, blijkt hij ook een vervoersmiddelen-fetisjist te zijn. In ellenlange scènes draven, razen, vliegen de kamelen, rally-auto’s, speedboten en helikopters aan je voorbij. Ingetogenheid is Lelouch vreemd. Dat is jammer want dat had het basisverhaal juist verdiend.
Er valt weinig te huilen dit jaar, een beetje te lachen, maar alle vier de films zijn betrekkelijk onschadelijk. Laten we maar hopen op een witte kerst.