Colette

Grande dame en feministisch rebel

Ondanks de slechte afloop was het eerste huwelijk van de Franse schrijfster Colette een vruchtbare wer­vel­wind, volgens deze Engelse biopic.

Wat zouden ze ervan vinden, de Fransen? Op 16 januari gaat ook bij hen Colette in première, de meest prestigieuze film tot op heden over het turbulente leven van een van hun culturele iconen. Is het ‘hun’ Colette, ondanks het feit dat ze Engels spreekt en rondloopt in fin-de-siècle sets in
Boedapest?

De film is een oeuvre d’amour, dat staat buiten kijf. Regisseur Wash Westmoreland en zijn wijlen film- en levenspartner Richard Glatzer reisden al in 2001 naar Frankrijk af om een scenario over hun literaire heldin te schrijven. Door een gelukkig toeval maakten ze kennis met de kleindochter van Colette, Anne De Jouvenel, die het paar bij een kopje thee haar fiat gaf.

Een film was er toen nog lang niet: dat vergde nog zestien jaar, en twintig nieuwe scenarioversies. Glatzer en Westmoreland wisten inmiddels zoveel van Colette dat ze moeite hadden om alleen al haar jonge jaren in een overzichtelijk verhaal te persen. Sidonie-Gabrielle Colette (1873-1954) was schrijfster, mimespeelster, actrice en journaliste; ze trouwde driemaal, had meerdere lesbische relaties, kreeg een dochter en sliep met haar stiefzoon. Ze verwerkte haar erotische escapades en fantasieën in haar romans, die haar behalve een scandaleuze reputatie ook een plaats in het Franse literaire establishment bezorgden. Voor de Fransen is zij een grande dame; buiten de landsgrenzen vereert een select publiek haar als feministische rebel.

Smeuïg
Wat de makers van Colette betreft – Richard Glatzer overleed in 2015 aan de gevolgen van ALS, waarop een rouwende Westmoreland besloot het project alleen te voltooien – is zij ook een perfect boegbeeld voor de LGBT-gemeenschap. Kleurrijke bijrollen als ‘Missy’, een uit de aristocratie verstoten, als man levende vrouw dankzij wie Colette (volgens de film) de moed vond om uit haar eerste huwelijk te stappen, hebben behalve een historische ook een emancipatoire lading, zonder dat het geheel topzwaar wordt. Het leven van de Parijse culturele bovenlaag wordt bovenal voorgesteld als frivool, libertair.

Colette wordt vooral gepitched als feministische coming-of-age – anonieme schrijfster van een reeks autobiografische bestsellers bevrijdt zich van haar hebzuchtige, manipulatieve echtgenoot – maar ontglipt ook dat te starre kader. De reden daarvoor is Henry Gauthier-Villars ofwel ‘Willy’, de man in kwestie, door acteur Dominic West zo smeuïg en geestig wordt vertolkt dat je net als de jonge Colette als een bakvis voor hem valt. Willy brengt Colette van een doodsaai platteland naar de salons van de grote stad; hij zet haar aan het werk in zijn schrijf-‘fabriek’, waar ghostwriters onder zijn naam recensies en verhalen produceren; hij ontdekt haar literaire talent, stuwt haar op, sluit haar op als het werk niet vlotten wil en de kosten van hun extravagante levensstijl weer eens te hoog zijn opgelopen. Willy is grof en charmant, een heer en een ploert, een bedrieger en een bewonderaar.

Scheet
Keira Knightley speelt Colette de eerste helft van de film bleu en timide – pas later vindt ze haar stem, grappig genoeg door op het podium furore te maken als mime-artieste. Maar haar bevrijding voelt een beetje obligaat, als een verhaal dat (gelukkig, eindelijk) vaker verteld is, terwijl de intieme scènes tussen Willy en Colette bruisen van inconsistente levendigheid. Wat een plezier moeten die twee gehad hebben, wat een ruzies ook. Na hun scheiding ‘zagen ze elkaar nooit meer’, meldt de aftiteling; de echte Colette mag er dan schoon genoeg van gehad hebben, deze film heeft veel aan Willy te danken. Zoals West zijn eigen scheet in de gang becommentarieert: dat blijft je wel even bij.