CLOSER
De stripteuse, de schrijver, de fotografe en de dokter
Mike Nichols berijdt in Closer een decennia oud stokpaardje: de liefde is een slagveld.
Het televisiespotje voor Closer is een mooi staaltje bedrieglijke marketing. Julia Roberts en Jude Law wisselen broeierige blikken uit in een fotostudio. Vervolgens voert het clipje Nathalie Portman en James Bond-pretendent Clive Owen op als de andere spelers in een tollende liefdescarroussel. De montage en het melancholische filmliedje ‘The blower’s daughter’ wekken de indruk dat Closer een romantische ‘date movie’ is. Niets is minder waar. Alleen stellen met een stevige relatie (of een goede therapeut) komen in aanmerking voor gezamenlijk filmbezoek, want in dit verhaal over verliefdheid, overspel en bedrog is de liefde een bloederig slagveld.
Geen onbekend terrein voor regisseur Mike Nichols, die in 1966 debuteerde met zijn filmbewerking van Edward Albee’s bijtende huwelijksdrama Who’s afraid of Virginia Woolf? en daarna The graduate (1967). In 1971 gooide Nichols nog een schepje bovenop de niets ontziende machtsstrijd met het grimmige Carnal knowlege (1971), waarin softie Art Garfunkel en rokkenjager Jack Nicholson de eeuwige strijd tussen de seksen uit mochten vechten met Candice Bergen en Ann-Margret.
Viriel
Closer, dat een bewerking is van Patrick Marbers gelijknamige theatersucces, is een hedendaagse variant op het amoureuze kwartetspel in Carnal knowledge. In een vertelling die flink wat tijdssprongen maakt zien we eerst hoe de springerige Amerikaanse (ex-)stripteaseuse Portman door haar geflirt met Engelse schrijver Law onder een auto belandt. Na de aanrijding en een gezamenlijk ehbo-bezoek springt een stevige vonk over. Toch slaat ook al snel de verveling toe, want als de schrijver even later succesvol wordt legt hij het aan met portretfotografe Roberts. Dat belet Roberts niet om een affaire te beginnen met de viriele Britse dokter Owen, die op zijn beurt zijn oog laat vallen op Portman.
Waar de personages in Carnal knowledge nog gedreven werden door diepe oerdriften, aangewakkerd door de ‘seks moet’-mentaliteit van de seventies, daar lijken de hoofdrolspelers in Closer uitsluitend te handelen uit verveling. Ondanks hun interessante beroepen kunnen ze zichzelf kennelijk niet vermaken. In plaats daarvan proberen ze elkaar voortdurend te raken waar het pijn doet. Kwetsen ze elkaar omdat ze niet ‘closer’ tot elkaar kunnen komen? Of is het juist de angst voor intimiteit die hen aanzet tot hun destructieve gedrag?
De vier sterren lieten zich door Nichols uitdagen tot intens acteerwerk, en toch kom je er niet achter wat hen motiveert. Hun egocentrische personages draaien alleen maar koortsachtig om elkaar heen in een benauwend wereldje. Het Londen dat zij bewonen oogt gelikt, net als de de sterren zelf. Maar achter die façade gaapt een diep zwart gat, dat iedere poging tot liefde of intimiteit genadeloos wegslurpt, samen met de betrokkenheid en de interesse van de kijker.
Fritz de Jong