Claire Darling
Tragikomische weduwe
Was Julie Bertuccelli’s ontroerende speelfilmdebuut Depuis qu’Otar est parti… een toevalstreffer? Het begint erop te lijken, want na The Tree komt ook haar derde film Claire Darling niet van de grond. Maar gelukkig is er Catherine Deneuve.
De Franse regisseur Julie Bertuccelli won met Depuis qu’Otar est parti… de César, het Franse Gouden Kalf, voor beste debuutfilm, maar heeft dat succes tot nu toe niet kunnen evenaren. Dat debuut vertelt een ontroerend verhaal over een oude vrouw in Tbilisi, wier zoon als gastarbeider in Frankrijk verongelukt. Dat haar drie dochters het haar niet durven te vertellen, leidt tot een reeks emotionerende
tragikomische gebeurtenissen.
De dood speelt ook een rol in haar tweede film The Tree (2010), waarin een meisje na de dood van haar vader in een vijgenboom klimt en er niet meer uit wil, omdat ze denkt dat zijn geest er woont. Doordat het drama niet kon kiezen tussen realisme en sprookjesachtige fantasie viel het tussen wal en schip.
Dat is ook het geval met de romanverfilming Claire Darling. Het gegeven oogt veelbelovend: een oude weduwe (Catherine Deneuve) wordt ’s ochtends wakker in haar grote, vervallen huis met de gedachte dat haar laatste dag is aangebroken. Om met een schone lei de wereld te verlaten, zet deze Claire alle prachtige oude spullen uit haar huis – schilderijen, oude muziekspeelpoppen, antieke meubels – voor een habbekrats te koop op het dorpspleintje voor haar oude villa. Haar dochter Marie (Chiara Mastroianni, ook in werkelijkheid de dochter van Deneuve) schrikt zich lam als zij van een vriendin hoort wat haar moeder aan het uitspoken is. Ze gaat snel naar haar toe om een einde te maken aan de uitdragerij. Dat valt niet mee, want moeder en dochter hebben elkaar twintig jaar niet gezien. Gaandeweg onthult de film wat de oorzaak is van de kloof tussen hen.
Claire Darling lijkt aan te sturen op een realistisch drama over dementie en (traumatische) gezinsherinneringen, maar de film zoekt het ook, zoals eerder The Tree, in een raadselachtige bovennatuurlijke werkelijkheid. De twee benaderingen versterken elkaar niet, maar tasten elkaar aan. De kijker heeft het gevoel dat hij verschillende films ziet. Ook vliegt het drama uit de bocht met bizarre, ongeloofwaardige scènes, zoals een duiveluitdrijving, waarbij Johan Leysen als priester uitstraalt dat hij ook niet snapt in welke film hij is beland. Maar, gelukkig: ‘We’ll always have Deneuve.’ De 75-jarige actrice maakt elk personage interessant. Ook in Claire Darling imponeert het vanzelfsprekende gemak waarmee ze de weduwe, die uiteraard rookt – Deneuve en sigaretten zijn onafscheidelijk – tragikomische allure geeft.