C’EST QUOI LA VIE?
Hoor: je zingt
C’est quoi la vie? Wat is het leven? De vraag stellen is volgens de Franse regisseur François Dupeyron belangrijker dan hem beantwoorden. En dus vindt de hoofdpersoon in zijn indringende plattelandsdrama wel zijn plaats in het bestaan, maar geen antwoorden. De Filmkrant zocht de regisseur op en vroeg hem hoe het nou eigenlijk zit, met het leven en zo.
François Dupeyron zou zo een personage kunnen zijn uit een intellectuele Franse film van weleer. Nog geen vijf minuten na de kennismaking in een Parijse brasserie zit hij al druk gesticulerend uit te weiden over Wezenlijke Zaken als het leven en de liefde. "Mijn film heet C’est quoi la vie? omdat het een belangrijke, steeds terugkerende vraag is. We weten dat we leven en dat we liefhebben. Maar hoe weten we dat? In mijn film stel ik — stelt mijn personage — de vraag wat het leven is, maar er is geen antwoord. Mensen denken dat ik een antwoord geef omdat het goed afloopt met de hoofdpersoon, maar in feite weet hij niets meer dan in het begin. Ja, meer dan in het begin weet hij dat hij leeft en dat hij liefheeft, en wie hij liefheeft. Hij is gelukkig, maar dat is misschien alleen maar voor het moment. Hij heeft allerlei tegenslagen overwonnen en heeft zijn plaats gevonden. Maar misschien komt er in de toekomst nieuwe tegenslag. Hij zal zich dan weer moeten afvragen wat het leven is, maar het antwoord zal hij nooit vinden."
De wijze waarop Dupeyron formuleert verraadt passie voor zijn film en de onderwerpen die hij erin aansnijdt. Maar hij praat ook met de vanzelfsprekendheid van iemand die zijn plaats in de filmwereld niet meer hoeft te bevechten. Dupeyron is dan ook al sinds de jaren tachtig werkzaam als editor en scenarist. Daarnaast regisseert hij af en toe een speelfilm, waarbij hij in het verleden samenwerkte met acteergrootheden als Gérard Depardieu en Catherine Deneuve. Op de titelrol van C’est quoi la vie? prijken wat bescheidener namen, maar de jonge Eric Caravaca won een César voor zijn hoofdrolvertolking en zou best eens een grote kunnen worden.
Caravaca speelt Nicolas, een twintiger die niet weet wat hij wil met zijn leven. Hij roept tegen iedereen dat hij verliefd is, maar op wie en waarom weet hij zelf ook niet. Veel tijd om er over na te denken heeft hij trouwens niet, want hij helpt zijn ploeterende vader bij het runnen van zijn noodlijdende boerenbedrijf. Niet alleen gaat die vader gebukt onder een grote schuldenlast, maar ook voelt hij iedere dag de enorme pressie van de nadrukkelijk aanwezige grootvader van Nicolas, een trotse oude boer die prachtig wordt neergezet door de bejaarde theatercoryfee Jacques Dufilho. Als in de streek dan ook nog de gekkekoeienziekte uitbreekt wordt het de depressieve landbouwer allemaal teveel, en hangt hij zichzelf op.
De zon
Het beeld dat Dupeyron in het eerste deel van de film schetst van het Franse platteland stemt niet bepaald optimistisch over de toekomst van de boerenbevolking in Frankrijk. Waar komt zijn betrokkenheid bij dit onderwerp vandaan? "Ik kom zelf uit een boerenfamilie, ik heb mijn hele jeugd op het platteland gewoond. De problemen die de boeren tegenwoordig hebben, hadden ze twintig jaar geleden ook al, het is een zwaar bestaan. Een boer die zelfmoord pleegt omdat hij het niet meer ziet zitten was toen al geen zeldzaamheid, en tegenwoordig helaas nog steeds niet. Je moet uit een bepaald hout zijn gesneden om het land te bewerken, om je ritme te laten bepalen door het opkomen en ondergaan van de zon, om te leven met de seizoenen. Voor de grootvader is geen ander leven denkbaar, die is met de aarde vergroeid. Zijn zoon kan als het erop aankomt de druk van dit bestaan niet aan, en nu moet kleinzoon Nicolas uitvinden of hij het zelf eigenlijk wil."
In eerste instantie heeft Nicolas niet zo veel te willen, want na het ruimen van de potentieel met BSE besmette koeien is het bedrijf failliet en moet Nicolas de zaak opdoeken. Voor Nicolas breekt een zoekende periode aan, waarin hij een handeltje in pluimvee begint. Na een hoopvolle start komt hij al gauw in de problemen door onbetaalde verzekeringen en andere administratieve rompslomp. Het slechte pad lijkt te lonken, als hij zich steeds meer van zijn vrienden vervreemdt en nachten lang dansend doorbrengt in de plaatselijke discotheek. Vertwijfeld stelt Nicolas zich de vraag uit de titel. "Is dit dan het leven? Geld verdienen? Je ophangen? Staan we daar voor op?"
Bleekwater
De kentering komt als Nicolas zijn grootouders bezoekt, die na het faillissement van het boerenbedrijf in een deprimerend bejaardenhuis zijn ondergebracht. De grootvader, die na de schokkende dood van zijn zoon snel tekenen van dementie is gaan vertonen, doet in een pijnlijk helder moment zijn beklag over zijn nieuwe woonsituatie: "Ik wil de aarde onder mijn voeten voelen, niet deze rottigheid die naar bleekwater stinkt." In een impuls besluit Nicolas om de oudjes uit hun ellendige situatie te halen. De familie bezit nog een vergeten huisje boven op een berg, en samen met zijn grootouders en zijn jongere zus probeert hij er een boerenbedrijf op te zetten, indachtig de wijze woorden van zijn vader dat een boer nooit rijk wordt, maar ook nooit zal verhongeren.
De sleutelscène in het bejaardenhuis is dermate deprimerend dat hij doet vermoeden dat Dupeyron iets tegen deze manier van ouderenopvang heeft. "Ik vind inderdaad dat bejaarde mensen te makkelijk worden gezien als een probleem, dat je kunt ‘oplossen’ door ze weg te stoppen in een bejaardenhuis. Helaas zijn we er al zo aan gewend, dat oude mensen er zelf aan meedoen. Vlak voor Nicolas het besluit neemt om zich over zijn grootouders te ontfermen, drukt zijn oma hem op het hart dat hij hen vooral niet te vaak moet komen bezoeken. Ze wil geen overlast bezorgen. Maar oude mensen hebben in dezelfde wereld geleefd als wij, en ze hebben zich dezelfde vragen gesteld. Zij kunnen ons helpen om over het leven te leren."
Die visie wordt onderstreept door een emotionele scène waarin Nicolas voor het eerst helemaal zelf een kalf ter wereld brengt. Opa heeft hem eerder laten zien hoe het moet, maar weigert hem nu te helpen. De geboorte van het kalf krijgt op deze manier het karakter van een soort toets, een inwijdingsritueel waarbij Nicolas, in de eerste plaats tegenover zichzelf, moet bewijzen dat hij een volwassen man is geworden.
Adem
Het zelfstandig ter wereld brengen van een kalf is niet het enige dat boer Nicolas leert op de berg. In het begin van de film wordt hij verliefd op liftster Maria, een gescheiden moeder met twee kinderen en een verleden als operazangeres. Als zij de auto verlaat ziet hij haar niet meer terug, totdat hij haar weer tegenkomt op de berg, waar zij ook blijkt te wonen. Hoewel meteen duidelijk is dat de twee voor elkaar bestemd zijn, verlopen hun toenaderingspogingen via omwegen. Dat leidt ondermeer tot een fraaie scène waarin Maria uitlegt dat iedereen kan zingen: "Je moet gewoon diep inademen, tot in je buik. En dan laat je de adem lopen, zonder druk, en hoor: je zingt."
Uiteraard past de scène prima binnen de romantische toenadering tussen de twee, maar de symboliek is ook onmiskenbaar: iedereen kan leven, iedereen kan liefhebben, als je de lucht maar vrijelijk laat stromen, zonder druk uit te oefenen. Als Nicolas deze belangrijke levensles heeft geleerd lijkt alles op zijn plaats te vallen: het boerenbestaan, zijn grootouders, zijn liefde voor Maria. De Japanse cameraman Tetsuo Nagata, die de film schoot in prachtige CinemaScopebeelden waarin vooral aardse kleuren overheersen, visualiseert dit moment met enkele adembenemende shots waarin Maria en Nicolas eindelijk in elkaars armen vallen, op de top van de berg.
Het beeld van die twee steeds kleiner wordende geliefden in die grote natuur is beeldschoon, maar net aan als het hele slotdeel van de film zit er toch ook wel een beetje een idealiserend, bijna pastoraal tintje aan. Probeert Dupeyron ons eigenlijk te laten zien dat wij terug moeten naar de natuur, en dat wij dan allemaal vanzelf het grote geluk zullen vinden? "Ik vind wel dat we erg ver afstaan van de natuur. Zelf, ik woon in Parijs, kan ik niet zonder de natuur, ik moet af en toe de stad uit. Een probleem als de gekkekoeienziekte ontstaat misschien wel doordat we niet genoeg nadenken over onze relatie met de natuur. Maar misschien bestaat zo’n relatie ook wel niet. Mijn film wil niet zeggen dat iedereen net als Nicolas met de natuur moet gaan leven om het geluk te vinden. Hij vindt er wat hij nodig heeft, maar iedereen moet zijn eigen weg gaan. Ikzelf zou niet gelukkig zijn geworden op het platteland. Ik heb mijn plaats ergens anders gevonden, als filmmaker."
Fritz de Jong