Canción sin nombre

Kleine observaties en grote emoties

Cancíon sin nombre

Met zwart-wit drama Canción sin nombre brengt de Peruviaanse regisseur Melina León een ode aan haar overleden vader, een onderzoeksjournalist die ontdekte hoe geroofde baby’s als adoptiekinderen aan het buitenland werden verkocht.

Canción sin nombre (‘lied zonder naam’) begint met een montage van nieuwsbeelden uit de rumoerige jaren tachtig. Een tijd waarin de Peruviaanse samenleving tot wanhoop werd gedreven door een desastreuze hyperinflatie en corrupte overheid. In de als nieuwsjournaal gemonteerde openingsscène komen de hoofdrolspelers van die tijd in vogelvlucht voorbij: eerst zien we nog hoopvolle berichten over Marx (!) en Lenin (!), maar die maken na de crash van de economie snel plaats voor protesterende menigten en berichten over ‘terrorisme’ en ‘staatsgevaar’. De repressieve president Alan García stond direct tegenover de guerrillabeweging Lichtend Pad, die acties en aanvallen uitvoert.

Het is dit rumoerige politieke klimaat waarin regisseur Melina León het schrijnende verhaal van Georgina (Pamela Mendoza) situeert. Een hoogzwangere aardappelverkoopster die samen met haar man Leo (Lucio Rojas) ergens aan de rand van miljoenenstad Lima in een blokhut woont. Georgina is arm en om haar bevalling goed te regelen reageert ze op een advertentie van een kraamkliniek die gratis medische hulp biedt bij bevallingen.

Die hulp lijkt in eerste instantie een geschenk: in een tergend lang aangehouden close-up toont León het puffende gezicht van Georgina die een moeizame bevalling heeft. Maar dan verdwijnt de kraamzorg: er zijn complicaties opgetreden, de baby moet mee voor observatie. Georgina ruikt meteen onraad, maar wordt de deur uitgewerkt. In een wederom lang aangehouden shot horen we haar schreeuwen om haar kindje, terwijl de deur op slot blijft. De volgende dag is de kliniek voorgoed verdwenen.

Nadat haar baby verdwenen is zoekt Geor­gina hulp bij een journalist – een personage gebaseerd op Leóns vader – die samen met haar bij verschillende instanties verhaal gaat halen. Het blijkt vruchteloos.

Een puffend gezicht, een gesloten deur. Het langzaam ontvouwende, in zwart-wit gedraaide Canción sin nombre is een film van kleine observaties en grote emoties. Mooi geobserveerd is bijvoorbeeld de manier waarop Georgina zich door de grote marmeren gangen van het politiebureau of het justitieel paleis begeeft: verloren en alleen in die grootse zalen, in gebogen, nederige houding. Niet eerder zag ik zo’n mooi beeld van de manier waarop corruptie en vastgelopen bureaucratie op voorhand gemarginaliseerden de wil tot verzet ontneemt. Geen wonder dat het in Peru tot een politieke uitbarsting kwam.