Buñuel in the Labyrinth of the Turtles
Een double bill van feit en fictie
De animatiefilm van de Spaanse Salvador Simó, Buñuel in the Labyrinth of the Turtles, toont the making of van Luis Buñuels live-action documentaire Las Hurdes (1933). Waar de laatste de vrije loop nam met de waarheid, is het juist de tekenfilm die alles weer wil rechtzetten. Samen vormen ze zo een mooie double bill.
In 2000 maakte Ramon Gieling (Johan Cruijff – En un momento dado, 2004) de documentaire De gevangenen van Buñuel. Hij trok naar Las Hurdes in Spanje om de bevolking van het gebied Luis Buñuels documentaire Las Hurdes (1933) te laten zien en te vragen wat ze ervan vonden. In het dertig minuten durende werk van Buñuel, gefilmd aan het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw, toont de Spaanse cineast een afgelegen volk in de Spaanse bergen als een freakshow. Tot 1922 was er geen weg die er naartoe leidde en veel mensen in Spanje wisten niet eens van het gebied af, zo luidden de begintitels. Een documentaire ingeleid als een donker sprookje.
Toen Gieling met de film naar het gebied trok om te polsen hoe deze zou vallen, was het ‘alsof hij een bom onder zijn arm had meegenomen waarvan hij niet wist wanneer deze af zou gaan’. De bevolking was op zijn zachtst gezegd not amused: “Kom je ons dezelfde streek flikken die Buñuel ons geflikt heeft?” De wond was zeventig jaar na dato nog niet geheeld.
En niet ten onrechte. Buñuel nam het in zijn film niet al te nauw met de werkelijkheid. Sterker nog: waar nodig hielp hij de werkelijkheid een handje om zijn verhaal luister bij te zetten. Zo schiep hij een verhaal over een geïsoleerde gemeenschap waar incest aan de orde van de dag was en mensen nog nooit brood hadden gezien (zo kwam de film aan zijn ondertitel ‘Land zonder brood’). Als de film nu zou uitkomen zou die een mockumentary worden genoemd. De voice-over doet aan als een onbetrouwbare verteller, het vertelde is niet meer te verifiëren. Wat door de bewoners van de streek als een onrecht voelt, wordt bijna een eeuw later in Buñuel in the Labyrinth of the Turtles rechtgezet.
De getekende werkelijkheid
Waar schilderijen en tekeningen juist door surrealisten als Buñuel werden gezien als een uitgesproken manier om droom en fantasie tot hun recht te laten komen, zonder stoorzenders die aan het alledaagse leven doen denken, doet de animatiefilm Buñuel in the Labyrinth of the Turtles van Salvador Simó juist het omgekeerde: de werkelijkheid laten zien.
Gebaseerd op een graphic novel van Fermín Solís staat deze film namelijk geheel in het teken van de making-of van Buñuels Las Hurdes. Na animatie als reconstructie in onder meer Waltz with Bashir (Ari Folman, 2008) en het onlangs uitgebrachte Another Day of Life (Raúl de la Fuente & Damian Nenow, 2018) voegt dit een nieuw hoofdstuk toe aan dit subgrenre: animatie over de technische totstandkoming van een live-action documentaire. In Simó’s film zitten weliswaar droomsequenties die visueel meteen het hoogtepunt vormen (broden als tentakels, olifanten op giraffepoten die door straten marcheren; esthetisch puntje voor de surrealisten), maar daar lijkt het hier niet om te doen. En als het er wel om te doen is, dan is het alleen om de werkelijkheid meer kracht bij te zetten waarin Buñuel, geplaagd door nachtmerries, verkeerde.
Simó geeft bovenal aan hoe alles inventief in scène werd gezet door de Spaanse meester, die op het sadistische af te werk ging, vooral naar dieren toe. Simó’s film werkt daarmee vooral voor wie Las Hurdes heeft gezien, of pal na de nieuwe film kijkt. In het beste geval zou Buñuel in the Labyrinth of the Turtles (84 minuten) eigenlijk altijd vergezeld moeten worden door Buñuels oorspronkelijke documentaire (30 minuten). Aan de lengte zou het niet moeten liggen. Samen vormen ze een compacte double bill over feit en fictie. Enerzijds toont het hoe serieus animatie kan worden ingezet, anderzijds is het een lofzang op de waarheid, waar we het niet al te nauw mee moeten nemen.