BANGKOK DANGEROUS (Danny & Oxide Pang)

Gebroederlijk ten onder

Energieke gangsterfilm

Wat van ver komt smaakt lekker, bewijst ook de Thaise misdaadfilm Bangkok dangerous. De Hongkongse gangsterfilms van de jaren tachtig lijken de grootste inspiratiebron te zijn geweest.

Liefhebbers van genrefilms worden de laatste jaren beslist verwend met exotica. Fantastiek uit Taiwan, gangsterfilms uit Korea, spookvertellingen uit Thailand, Japanners die potpourri’s van al die stijlen brouwen, het smaakt in ieder geval anders dan de zouteloze hap uit Hollywood. De filmindustrie van Hongkong profileerde zich in de jaren tachtig als de onbetwiste grootgrutter in genrewerk, maar belandde in een crisis, waarna de export zich voornamelijk tot arthousefilms beperkte.
Tot een drooglegging van Aziatische genrefilms kwam het echter niet, want in andere landen bleek de commerciële cinema nog wel levensvatbaar. Soms zorgt dat voor verrassende resultaten, zoals de Thaise spookvertelling Nang nak, die vorig jaar in Rotterdam werd vertoond. Het verhaal van de sfeervolle film is misschien te naïef voor westerse bioscoopbezoekers, maar de mix van authentieke Thaise riten en bijgeloof spreekt zeker tot de verbeelding.
Bangkok dangerous daarentegen is een moderne, hippe gangsterfilm, die voortborduurt op de films die John Woo en Ringo Lam in het Hongkong van de jaren tachtig maakten, en die door de originele combinatie van geweld, melodrama en een lyrische filmstijl wereldwijd aansloegen. De kenners zullen de overeenkomsten met Benny Chans genreklassieker A moment of romance (1990) niet ontgaan, en alsof ze hun helden wilden eren, filmden de Pang-broers voor Bangkok dangerous een bijzonder overtuigende afrekeningsscène in de Hongkongse metro.

Uitbarstingen
Kong is een doofstomme huurmoordenaar die zijn handicap optimaal weet uit te buiten: hij maakt een immer onschuldige indruk. Pas als hij verliefd wordt op de beeldschone drogiste Fon, en de liefde wederzijds blijkt, kruipt hij uit zijn schulp. Maar wanneer Fon niet veel later Kongs geheim ontsluiert en zijn broer en diens vriendin door een bende worden vermoord, slaan de stoppen door en roept Kong de boze buitenwereld ter verantwoording.
De tweelingbroers Oxide Pang Chun en Danny Pang kennen hun klassiekers, maar de beginnende regisseurs — alleen Oxide maakte tot nu toe een film, Ta fa likit (Who is running? uit 1998) — zitten nog in het stadium waarin ze zich moeilijk van hun voorbeelden kunnen loswrikken. Dat levert niet alleen open deuren, maar ook iets teveel bombast op: hun poging het extreem felle kleurenpalet van voormalig John Woo-cameraman Peter Pau te kopiëren is iets te opzichtig en de zwaar aangezette synthesizerscore veroorzaakt geborrel in de maagstreek. Maar in het ensceneren van brute geweldsscènes of achtervolgingen door broeierige steegjes tonen de heren zich meesters in de dop, en ze weten die typisch Aziatische uitbarstingen van energie, die de kijker zo aangenaam naar het hoofd kunnen stijgen, goed over te brengen.
Ook voor het vinden van een contrapunt tegen de wervelende actie middels kabbelende, filosofisch getinte passages hebben ze talent: de eerste ontmoeting tussen Kong en Fon, hun eerste afspraakje en de grijns die na jaren op Kongs verweerde gezicht doorbreekt, vormen zelfs de hoogtepunten van de film. Wat dat betreft stemt Bangkok dangerous hoopvol: wanneer de gebroeders Pang in hun volgende film het enthousiasme in banen weten te leiden en tegelijk hun afkomst niet verloochenen, zullen de flauwe grapjes over hun achternaam spoedig verstommen.

Mike Lebbing