B. Love Colder than Death
Martelares in Istanbul
De Turks-Franse coproduktie B. Love Colder than Death — geschreven, geregisseerd en geproduceerd door vrouwen — is een aanklacht tegen alle mannen die Ali heten. De reden is simpel; de film is gebaseerd op het tragische levensverhaal van Belgin, de buitengewoon populaire Turkse rockzangeres die in 1989 door haar jaloerse echtgenoot — Ali in de film — werd vermoord.
Het is bekend dat de graven van rocklegenden als Elvis Presley en Jim Morrison tot op de dag van vandaag als bedevaartsoord voor duizenden fans dienen. Zo brengt de herdenking van Elvis’ sterfdag in Memphis nog steeds zo’n vijftigduizend mensen op de been en hebben de Parijse autoriteiten aangekondigd om Morrisons graf op Père Lachaise in het jaar 2001 op te heffen omdat men er genoeg van heeft om een permanent bedevaartsoord voor Morrison-aanhangers te zijn. Minder bekend is dat er in Turkije ook zo’n plek bestaat. Op de sterfdag van de Turkse rockzangeres Belgin trekken duizenden fans naar de zuidelijk gelegen kustplaats Mersin om bij het graf van hun jong gestorven heldin neer te strijken.
Anders dan in Memphis of Parijs heeft die herdenking in Mersin echter ook sterk het karakter van een protestbijeenkomst. De man die de 28-jarige Belgin in 1989 met een pistoolschot om het leven bracht en die verklaarde zijn daad te zullen herhalen wanneer hij daartoe gedwongen wordt, houdt de gemoederen op die bewuste dag flink bezig. In B. Love Colder than Death is deze Ali een wat vadsig uitgevallen Turkse versie van Omar Sharif met een sterke voorkeur voor animaal anaal. Tegenover zijn beeldschone jonge bruid Belgin maakt hij bij het publiek bij voorbaat weinig kans.
Arabesken
De wijze waarop scenarioschrijfster en regisseuse Canan Gerede haar twee hoofdpersonen opvoert is enigszins oneerlijk. De Turkse acteur Kadir Inanir, als Ali gezegend met een log lichaam en een grote zwarte snor, is de gedoodverfde beul. Gerede’s eigen dochter, de hier debuterende Bennu Gerede, is in de rol van Belgin de mooiste Turkse martelares denkbaar. De blondgelokte Belgin verdient haar brood in eerste instantie als buikdanseres in een nachtclub in Istanbul en als ze op zekere dag op straat komt te staan, is het Ali, de manager van een andere nachtclub, die haar redt.
Tussen Belgin en Ali is het liefde op het eerste gezicht. Spoedig klinkt er Turkse bruiloftsmuziek en treedt Belgin niet langer op als buikdanseres, maar staat zij als zangeres van arabesken de liefde te bezingen. In de nachtclub van Ali wel te verstaan, “want”, zo zegt Belgin zelf, “mijn man is mijn baas”. Het zijn veelbetekenende woorden want op het moment dat Ali zijn werk verliest en Belgin als zangeres juist steeds succesvoller wordt, krijgt Ali’s trots een stevige knauw. Ali voelt zich zelfs zodanig aangetast in zijn mannelijkheid dat het zijn geliefde uiteindelijk fataal zal worden.
‘Love colder than death’ heet het dan toepasselijk. De titel is een hommage aan Gerede’s favoriete filmmaker Rainer Werner Fassbinder en om precies te zijn aan diens eerste lange film Liebe ist kälter als der Tod uit 1969. De B. uit de titel is een opdracht aan Gerede’s tweede held, rockzangeres Belgin die een te vroege dood gestorven is.
Traditionele afhankelijkheid
Inherent aan biografische films is dat het scenario in grote lijnen vast staat. Als regisseur moet je eigenlijk een weg zien te vinden om een zekere starheid van het te verfilmen materiaal te doorbreken. Hoewel het verhaal van Belgin hier slechts een paar jaar bestrijkt, hetgeen voor een biografische film nog relatief kort is, ontkom je toch niet aan het idee dat Gerede de gebeurtenissen in het leven van Belgin wat vlot afwerkt. De overgang van de zwoele nachtclubdanseres naar de geheel in leer gestoken rockzangeres die in opstand komt tegen de traditionele afhankelijkheid van de Turkse vrouw en als zodanig in uitverkochte concertzalen strijdlustige liederen ten gehore brengt, komt als een verrassing.
Wat Gerede wel bewerkstelligt is dat we ons en masse achter die metamorfose scharen. De keuze voor haar eigen dochter Bennu Gerede in de rol van Belgin blijft daarbij een belangrijke troef. Als beeldschone zangeres — prachtig gefotografeerd door de Duitse veteraan Jürgen Jürgens die ruim twintig jaar geleden ook al het camerawerk voor Fassbinders Angst essen Seele auf (hier ook bekend onder de toepasselijke titel Alle Turken heten Ali) verzorgde — steelt ze niet alleen de harten van platenproducenten, maar ook die van de toeschouwers. En het kan niet anders dan dat met zo’n betoverende martelares alle Ali’s het nakijken hebben.