Ares
Bloed in de studentensoos
De eerste grote Netflix-serie van Nederlandse bodem heeft alles mee: mooie locaties, gretige acteurs en voldoende budget om elke griezelfantasie in beeld te brengen. Helaas ontbreekt een goed uitgewerkt verhaal.
Geneeskundestudent Rosa woont in een flatje met haar labiele Nederlandse moeder en haar Surinaamse vader, die nachtdiensten draait in het ziekenhuis. Rosa is slim en ambitieus, maar weet zich door haar gebrek aan geld of connecties gemarginaliseerd: in de collegebanken worden haar vragen nuffig terzijde geschoven. Een dubbeltje wordt geen kwartje, die sfeer – Rosa wordt er radeloos van.
Als zich via haar vriend Jacob de kans voordoet om lid te worden van Ares, een exclusief studentengenootschap met een even geheimzinnige als duistere uitstraling, geeft ze zich na enige aarzeling over. Wat heeft ze te verliezen? Misschien helpen deze “corpsballen met een museumjaarkaart”, zoals ze het aanvankelijk nog nuchter duidt, haar aan een carrière. Ares biedt zijn leden een heel nieuw leven: een fraaie kamer, vorstelijk eten, gesteven groepskleding. Wel wordt tijdens een beestachtige ontgroening het clublogo onverdoofd op de arm van de ‘novieten’ gebrand, en zijn de bestuursleden valse, intimiderende krengen. Hun wandaden blijken rechtstreeks te herleiden tot de Nederlandse graaizucht uit de zeventiende eeuw.
Acht afleveringen lang broeit het, in deze eerste Nederlandse Netflix-serie. Wat begint als invoelbaar psychologisch drama mondt al gauw uit in pure horror – bloed, zwart gal spuwen, (zelf)moorden en een geestverschijning op het balkon. Allemaal best, er is een groot publiek voor, en bovendien is Ares een oogstrelende productie, met fraaie cameravoering en formidabele locaties als het Rijks en het Teijlers Museum.
Maar wie kan acht keer een half uur griezelen als de spanning nooit even doorbroken wordt? De sterke, overwegend jonge acteurs wisselen een recordaantal veelzeggende blikken uit, maar krijgen nauwelijks tekst om hun personages mee op te bouwen. Het jammerlijke gevolg is dat het je al gauw allemaal een beetje koud laat.