April, May en June

Glutenvrije taart

Drie zussen, gespeeld door Linda de Mol, Tjitske Reidinga en Elise Schaap, worden geconfronteerd met de naderende dood van hun moeder in een film die struikelt over de komische verwikkelingen.

Daar zitten ze dan aan tafel met een punt glutenvrije taart. De zussen April, May en June zijn door hun moeder Mies (Olga Zuiderhoek) bijeengeroepen voor een mededeling. Ze gaat dood. “Dus dat.” Ze heeft ook al bepaald wanneer, want ze wil niet afwachten hoe de uitgezaaide kanker haar lichaam verder verteert. Dus is het tijd voor beslissingen. Over het huis, en zoon Jan, die autisme heeft.

Het klinkt als zware kost, maar April, May en June zoekt nadrukkelijk ook naar de lach met rap opeenvolgende komische verwikkelingen. Voordat ze aan die keukentafel belanden heeft May (Elise Schaap) al in een kast verstopt gezeten voor de vrouw van haar minnaar, flirtte de uit Amerika overgevlogen actrice April (Linda de Mol) onhandig met een piloot en heeft June (Tjitske Reidinga) al zuchtend en steunend de kinderen in het gareel gekregen.

Het zijn rollen waar de drie actrices prima mee uit de voeten kunnen, maar die nergens verrassen. En echt kans daartoe krijgen ze ook nauwelijks in een film die ramvol zit met thema’s en verhaallijnen. Will Koopman regisseert het kundig en vlot aaneen, maar alle perikelen rond zwangere zeepaardjes, knappe dokters en May verkleed als ananas in een supermarkt leiden af van de serieuze ontroering die ergens ook in de film schuilgaat.

Die krijgt pas de ruimte wanneer het tempo stil komt te liggen rond het bed van Mies. Dan draait de film even om haar, die vrijgevochten vrouw die er geen probleem van maakt dat haar kinderen elk een andere vader hebben. En die al die vaders nog steeds met evenveel liefde in de armen sluit. Des te teleurstellender dat de verhaallijnen van de dochters uiteindelijk nogal conservatieve en weinig verrassende conclusies kennen.