Apollo 13

Een sussend woord van de gezagvoerder

Houston, we have a problem“, staat in kleine letters onderaan de poster voor Apollo 13. Het zijn de droge woorden die astronaut Jim Lovell sprak op 11 april 1970 na een explosie in het binnenste van de Apollo 13 raket. Het is een uitstekende ondertitel, want het geeft direct aan waar het in dit ‘docudrama’ om gaat.

Het verhaal is simpel. Drie mannen vliegen naar de maan. Onderweg gaat er iets mis en derhalve moeten de astronauten direct naar de aarde terugkeren. De vraag is vervolgens: halen ze het of halen ze het niet? Met een budget van vijftig miljoen dollar, Tom Hanks in de hoofdrol en Ron Howard als regisseur, laat het antwoord zich raden.

Apollo 13 lijkt in eerste instantie een realistische film. De producenten van de film hebben zich kosten noch moeite gespaard om de uiterlijkheden van de Apollo-vlucht minutieus te reproduceren. Waar originele artefacten van de vlucht niet meer voor handen waren, werden ze nauwkeurig gekopieerd. De ruimtepakken, de ruimtecapsule, de vluchtsimulator en de complete vluchtcontrole-ruimte, ze zien er allemaal levensecht uit. Maar niet alleen de rekwisieten, ook de precieze gang van zaken tijdens de ruimtereis is tot in het kleinste detail gereproduceerd, zo verzekert de persmap. En dus worden we ruim twee uur lang getrakteerd op onbegrijpelijke, want akelig technische, procedures en handelingen die de astronauten moeten uitvoeren.

Zondags pakje
Al die aandacht voor oppervlakkig realisme moet verhullen dat Apollo 13 in feite helemaal geen docudrama is, maar een uitgesproken ideologische film. Het conservatief-patriottisme druipt er van af. Het is 1970 en met de Vietnam-oorlog in volle gang bevinden we ons beslist niet in de meest vrolijke periode van de Amerikaanse geschiedenis. Maar in de wereld van Apollo 13 zijn de Verenigde Staten een lieflijke, overzichtelijke en keurige natie.

Slechts in de dochter van astronaut Jim Lovell herkennen we de protestgeneratie: ze heeft lang haar, een rafelige spijkerbroek en luistert naar Led Zeppelin en Jimi Hendrix. Maar erger: ze weigert haar papa op tv te bekijken, wanneer deze zijn heldendaden in de ruimte verricht. Maar dan komt Lovell in de problemen en als een blad aan een boom draait de dochter om. Plots zien we haar snikkend, gekleed in een zondags pakje, aan de buis gekluisterd. Geconfronteerd met gevaar, keert de verloren dochter terug naar de burgelijke familieschoot.

Niet alleen de dochter, alle vrouwenrollen zijn doordrongen van Howards conservatieve visie. De echtgenotes van de drie astronauten zijn niets meer dan gedienstige, representatieve dames. Natuurlijk laat Howard ons voelen dat Lovells vrouw al die macho-bravoure in de ruimte maar niks vindt, maar als puntje bij paaltje komt staat ze volledig achter haar echtgenoot. Er valt geen onvertogen woord. En wanneer het eenmaal mis gaat, mag ze weinig anders doen dan braaf opzitten en de tranen laten stromen.

Overboord
Ook de astronauten kennen hun rol. Het zijn zonder uitzondering all American heroes. Onverstoorbare types die hun emoties immer onder controle hebben. Je vraagt je zelfs af of ze überhaupt wel gevoelens hebben. Het gevolg is dat de drie hoofdrolspelers volstrekt oninteressant blijven. Er zit simpelweg geen enkele ontwikkeling in hun karakter. De enige waarvoor je een beetje sympathie kan koesteren is Jack Swigert (Kevin Bacon). Swigert is nu eens geen familieman, maar een rokkenjager (hetgeen overigens slechts wordt gesuggereerd). Hij wordt door de anderen met argwaan tegemoet getreden omdat hij pas op het laatste moment aan de bemanning wordt toegevoegd. Wanneer hij aanvankelijk ook nog de veroorzaker lijkt van de fatale explosie, zou je verwachten dat de andere twee klaar staan om hem overboord te gooien. Maar niks hoor, een sussend woordje van gezagvoerder Lovell is genoeg om de onderhoudende sfeer in de benauwde ruimtecapsule te bewaren. Het wantrouwen wordt nergens uitgespeeld. En Swigert verliest de sympathie van de kijker omdat hij onder de gespannen situatie onbegrijpelijk onverschillig blijft.

Al deze conservatieve ideologie zou nog wel te verteren zijn, wanneer we hier te maken hadden met een ‘gewone’ speelfilm. Maar juist de enorme nadruk op het realistische gehalte van de film, de in het media-offensief steeds weer geventileerde pretentie van geschiedschrijving, maakt de onderliggende visie en daarmee de film als geheel zo onsmakelijk. Apollo 13 is niet zozeer een docudrama over ruimtevaart, als wel een reactionaire ode aan echte mannen, aan vrouwen die hun plaats weten en jongeren die respect voor hun ouders hebben. Het verbaast dan ook niet dat Apollo 13 de favoriete film is van de held van Republikeins Amerika, Newt Gingrich.