ANYTHING ELSE

Woody Allen als gemankeerde mentor

  • Datum 08-10-2010
  • Auteur
  • Gerelateerde Films Anything Else
  • Regie
    Woody Allen
    Te zien vanaf
    01-01-2003
    Land
    Verenigde Staten
  • Deel dit artikel

Bloei en verval

Anything else is de eerste Woody Allen-komedie over een romance tussen twee mensen van dezelfde leeftijd. Andere verrassingen heeft hij niet in petto. De moppentrommel is ook al mager gevuld.

Nostalgie en Woody Allen zijn als twee handen op één buik. Allens weemoed weerklinkt niet alleen in de tonen van George Gershwin die in Manhattan een zonsopgang over Brooklyn Bridge begeleiden, maar ook in de pastiches van stokoude bioscoopjournaals in Zelig en het steevast in de credits gebruikte Windsor-lettertype. De nostalgie richt zich op een niet meer bestaand New York, de stad zoals hij moet zijn geweest rond Allens geboortejaar 1935, het jazzy Manhattan van Empire State, Chrysler en Radio City Hall.
Met het veel ruigere New York van na de oorlog heeft de filmmaker zich eigenlijk nooit willen bemoeien. De verslaggeving vanuit de criminele onderbuik liet hij over aan Martin Scorsese terwijl de uitwassen van de geldwolverige yuppencultuur gehekeld mochten worden door Oliver Stone in Wall Street. Allen trok zich het liefst veilig terug in de tijdloze buurten rond Central Park, waar de boze buitenwereld geen vat op leek te hebben. In Manhattan omschreef Allens alter ego Isaac Davis de inwoners van de stad als mensen die "constant bezig zijn met het creëren van allerlei neuroses, waardoor ze zich niet hoeven te bemoeien met de onoplosbare en angstaanjagende problemen van het universum".
Inmiddels is de stad getroffen door angstaanjagende problemen van veel realistischere proporties, maar ook na de aanslagen van september 2001 volhardt de regisseur in zijn nostalgisch escapisme. Anything else en zijn vorige productie Hollywood ending lijken daardoor op afleveringen van de Niets-aan-de-hand-show, gesitueerd in een New York dat verder van de realiteit verwijderd lijkt dan ooit.

Wapentuig
Alsof er sinds Manhattan niets veranderd is, voert Woody Allen twee jonge New-Yorkers op die zich druk maken over hun psychotherapeutische sessies, de boeken van Dostojevski en de muziek van Cole Porter en Billie Holiday. Uit de mond van de twintigers Jason Biggs en Christina Ricci klinken Allens vertrouwde dialogen over seks en relatieperikelen opmerkelijk anachronistisch. Wellicht had de regisseur zijn oor te luisteren moeten leggen bij de personages die Ricci en Biggs speelden in The opposite of sex respectievelijk American pie. Daar had hij kunnen horen hoe Amerikaanse jongeren van tegenwoordig over seks denken en praten — althans in films.
Net als Annie Hall doet Anything else verslag van de bloei en het verval van een relatie, die zich vooral onderscheidt doordat de geliefden dezelfde leeftijd hebben. Voor de verandering krijgt Allen zelf geen relatie met een veel jongere vrouw, wat op zich een verademing is. In plaats daarvan werpt hij zich op als de gemankeerde mentor van de neurotische Biggs, die hij als oude komedieschrijver advies geeft over het bedenken van moppen, het in stand houden van relaties en het leven in het algemeen.
Als dit gestoorde, door wapentuig geobsedeerde karakter op een gegeven moment vertelt hoe hij een ongelukkig schot heeft gelost, wijt hij zijn misser aan de ouderdom, die hem minder scherp heeft gemaakt. Het is verleidelijk om die observatie los te laten op de niet al te rake grappen in Anything else. Aan de andere kant is Woody Allen al vele malen afgeschreven, waarna hij steeds weer terug kwam met voltreffers als Bullets over Broadway of Sweet and lowdown. Laten we daar ook nu maar weer op vertrouwen.

Fritz de Jong