Anatomy of a Murder
Ook nu nog verwarrend

De Amerikaanse filmmaker Otto Preminger was voorvechter van de authentieke vrijheid. Zijn rechtbankdrama Anatomy of a Murder wint na #MeToo aan actualiteitswaarde als studie van de male gaze en de relatie tussen macht en seks.
“Stijl is de manier waarop je een verhaal vertelt”, zegt de in Oostenrijk geboren Amerikaanse regisseur Otto Preminger (1905-1986) tegen een Franse interviewer. “Het is geen extern element waarmee je wil opvallen, maar weerspiegelt je houding tegenover het leven, mensen en het universum.” Dat een drang naar authentieke vrijheid, waarbij iedereen alles tegen iedereen kan zeggen, cruciaal was bij die houding ontging critici die Preminger een gebrek aan engagement verweten. Het imago van de bullebak-regisseur en het beeld van een carrière die sinds Laura (1945) een dalende lijn kende, bleven kleven. Na zijn dood raakte de regisseur van Bonjour tristesse (1958), Exodus (1960) en The Cardinal (1963) snel vergeten.
De biopic Seberg warmde eerder dit jaar de Preminger-clichés nogmaals op, maar gelukkig is er nu ook de gerestaureerde versie van het rechtbankdrama Anatomy of a Murder. Sterk en controversieel spul in 1959, met ongewoon expliciet woordgebruik (panties; sperm; sexual climax) en een discussie over verkrachting. En ook nu is het nog een krachtige film. Dat begint al met de titelsequentie van Saul Bass, muziek van Duke
Ellington en de genremix (sociale parabel, rechtbank- en relatiedrama) die gruwel, dreiging en humor verstrengelt. Het zonder flashbacks vertelde verhaal blijft 161 minuten lang spannend en wordt gedragen door een klassiek duel – plattelandsadvocaat James Stewart versus stedelijke aanklager George C. Scott – met een ambigue twist.
De angel is dat Anatomy of a Murder niet gladjes en louterend eindigt; zelfs na de uitspraak komen we geen stap dichter bij iets wat op een oplossing lijkt. “Alles moet niet perfect zijn”, zegt Preminger. “Dat is in werkelijkheid ook niet zo. Die technische perfectie bezorgde Hollywood zijn reputatie van kunstmatigheid.” Preminger zet in op authenticiteit, ruwheid en complexiteit en dat levert een actueel relevant verhaal op van een advocaat die merkt dat een verkrachting de sleutel vormt in de verdediging van een moordende militair, maar verstrikt raakt in een web van schijn en interpretaties.
In #MeToo-tijden is de door Lee Remick gespeelde Laura, een vrouw die de rol van getraumatiseerd verkrachtingsslachtoffer afwijst, subversief. Preminger peilt de relatie tussen macht en seks en brengt in Laura’s botsing met de advocaat nadrukkelijk de male gaze in beeld. “Het is gewoon de manier waarop u kijkt”, zegt Laura, en brengt zo de mannelijke protagonist en de film uit evenwicht. In die verwarring geeft Preminger aan dat waarheid relatief is en de kijker zelf vragen moet stellen en oplossen.