An Unfinished Film
Niemand wil een covid-film maken

An Unfinished Film
Covid dringt An Unfinished Film binnen. Deze ontwrichtende docufictie over een filmploeg tijdens de eerste lockdown in Wuhan is misschien wel de beste verbeelding van de pandemie-ervaring.
Cinema werd tijdens de covid-pandemie meer dan eens doodverklaard. Zorgen over de toekomst van film volgden op de sluiting van de bioscopen, waardoor filmkijken een privé-ervaring werd. Door te focussen op het stilleggen van het filmproces zelf laat Lou Ye’s An Unfinished Film een andere dood zien. Want terwijl filmmakers in lockdown gingen, pakten mensen thuis hun telefoon op om de camera op zichzelf te richten.
Niemand wil een covid-film maken. Dit vat Lou Ye treffend door de onaffe film die zijn filmcrew tien jaar later probeert te voltooien, onaf te laten en de film plotseling over de pandemie te laten gaan. Covid drong zich aan ons op, of we er nou klaar voor waren of niet. In Lou Ye’s geval bracht het zijn geplande film volledig uit koers.
Wat we te zien krijgen is zowel wel als niet het filmproces van deze film, aangezien de film die ze wilden opnemen wordt onderbroken als de filmmakers in lockdown moeten en hun camera op zichzelf beginnen te richten. Wat echt is en wat niet vervaagt. De regisseur van Lou Ye’s echte onafgemaakte film heet hier regisseur Xiaorui. Hij wordt gespeeld door Mao Xiaorui, die echt een regisseur is, maar niet van deze film. Het blijkt zelfs moeilijk om woorden als ‘deze film’ te gebruiken, omdat er zoveel films tegelijkertijd in het spel zijn. De onafgemaakte film uit de titel is de oorspronkelijke film, de remake ervan, de re-enactment van dit maakproces, en in zekere zin ook An Unfinished Film zelf. Met al deze onaffe films is dit vooral een verhaal over rouw.
De onmogelijkheid om tijdens covid te blijven filmen wordt verbeeld door een filmploeg die tijdens de eerste lockdown in een hotel wordt opgesloten, maar ook in hoe de online ruimte de fysieke ruimte steeds meer begint in te nemen. De echte aardverschuiving zit ‘m dan ook niet in de crewleden die het onderwerp van hun eigen film worden, maar in het openbreken van de vertelstructuur. Dit is een ontrafeling van de filmtaal, omdat de film langzaam wordt overgenomen door wat Lou Ye zelf “anti-film” noemt: virale video’s en opnames van computerschermen, allemaal vertoond in het portretformaat van een telefoon en niet in het landschapsformaat van het bioscoopscherm.
Je zou de film als een archivering van covid kunnen typeren. Maar dit archief is zowel echt als nep, fictief en non-fictief, op een manier waarbij de grenzen tussen de twee vervagen. Covid ging natuurlijk over dit soort vervagen: terwijl de ruimtelijke grenzen aan alle kanten versterkt werden, werden andere grenzen juist losser. Het land, het huis, zelfs het lichaam moest een ondoordringbaar fort worden, maar tegelijkertijd begon alles zich op die plekken te vermengen. De muren van de ruimtes die we niet mochten verlaten kwamen op ons af, maar de ruimtes zelf werden op een bepaalde manier ook groter. Onze huiskamers werden kantoren, vergaderzalen, sportscholen, klaslokalen, restaurants, cafés en bioscopen. Bijna alle relaties werden plotseling langeafstandsrelaties, en toch was de ander, via onze schermen, altijd ‘hier’.
Als we An Unfinished Film zien zoals het zichzelf afschildert, dat wil zeggen letterlijk als een onafgemaakte film, dan komt dat misschien omdat een archief alleen van belang is als het gezien wordt. En omdat deze film in China is verboden, zal het portret van het Chinese leven onder lockdown voor een groot deel van de Chinese bevolking ongezien blijven. In interviews suggereert Lou Ye trouwens dat hij zijn film ‘unfinished’ noemt omdat de effecten van covid nog niet te overzien zijn. Net zoals de film is het verhaal van covid nog niet af. Maar door naar de film te kijken, worden we op zijn minst geconfronteerd met hoe ontwrichtend de pandemie eigenlijk was.